Aan de slag met watergevulde systemen
Op 11 maart 2024 is de F-gassenverordening in werking getreden met als doel om de opwarming van de aarde binnen de 1,5°C te houden. In deze verordening is een aantal maatregelen opgenomen om het gebruik van F-gassen als koudemiddel in koude- en klimaatinstallaties terug te dringen en uiteindelijk geheel te verbieden in 2050.
De eerste maatregel is de bedrijfs- en persoonscertificering die gericht is op het lekdicht bouwen en houden van koude- en klimaatinstallaties. De tweede is het terugdringen van het gebruik van F-gassen als koudemiddel door middel van productverboden, door voor producten het maximale aardopwarmingsvermogen (GWP) in grote stappen te verlagen naar uiteindelijk 0. De derde is het stapsgewijs verlagen van de hoeveelheid F-gassen die op de Europese markt gebracht mogen worden naar uiteindelijk 0 in het jaar 2050. De vierde maatregel is het terugdringen van het gebruik van F-gassen voor onderhoud en service aan koude- en klimaatinstallaties.
Al deze maatregelen leiden ertoe dat de markt in snel tempo beweegt richting alternatieve koudemiddelen. Daarnaast zien we een beweging van directe naar indirecte systemen. Deze bevatten een beperkte hoeveelheid koudemiddel in de koude- of warmteopwekker die buiten is opgesteld, waarna middels een warmtewisselaar wordt overgegaan op een watergevuld distributie- en afgiftesysteem dat in het gebouw is gesitueerd.
Deze beweging vraagt andere skills van de koude- en klimaatinstallateurs die gewend zijn om te werken met systemen die volledig gevuld zijn met koudemiddel en nu met een watergevuld systeem aan de slag moeten. Bedrijven die in deze markt willen werken, moeten gaan investeren in het opleiden van hun personeel. Als sector zullen we moeten voorzien in alle faciliteiten om op een goede manier invulling te geven aan deze transitie.
Coen van de Sande, directeur NVKL