Van BRL tot NTA

Legionellapreventie in beweging

Het algemene kennisniveau over legionellapreventie bij prioritaire installaties laat te wensen over. Expert Sanitaire Technieken Eric van der Blom vindt de situatie zorgelijk. IZ sprak met hem over legionella, verduurzaming en de toekomst van de installatiebranche.

De BRL 6010 verschaft de benodigde informatie voor het maken van een risicoanalyse en het opstellen van een beheersplan bij prioritaire installaties. Deze belangrijke richtlijn is recentelijk herzien, vertelt Eric van der Blom die werkzaam is als expert Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland. “Met de herziening willen we twee belangrijke doelen bereiken: enerzijds waarborgen dat de betrokken adviseurs en installateurs hetzelfde, hoge kennisniveau hebben en anderzijds dat ze dit kennisniveau gebruiken bij het opstellen van de risicoanalyse en het beheersplan en daarbij gebruik maken van een uniforme rapportagewijze.”

Examen

Met de herziening wordt gelijk het kaf van het koren gescheiden. Installateurs en adviseurs die met de BRL 6010 werken, moeten nu een theorie- en praktijkexamen afleggen om hun kunde en kennisniveau te toetsen. Dat kan een aantal keer per jaar. In mei was de eerste lichting aan de beurt; het merendeel van de kandidaten slaagde niet voor de toets. “Dat had vooral te maken met hun parate kennis. Je moet niet onvoorbereid naar het examen gaan. En tevens blijkt wel dat niet iedereen alle ontwikkelingen even nauwgezet bij heeft gehouden.”

Zorgen

De teleurstellende resultaten baren Van der Blom zorgen. “Het algemene kennisniveau moet echt omhoog.” Menig lezer zal wel zuchten bij het lezen van deze regels en denken: ‘nog een examen erbij, nog meer kosten’. Van der Blom: “Ja, je bent een paar honderd euro kwijt en tijd om te studeren en je voor te bereiden op het examen, maar daar staat wel wat tegenover. Je kan je klant beter van dienst zijn. En deze nieuwe werkwijze gaat onherroepelijk leiden tot afvallers, dus minder concurrentie. Als je slaagt, heb je een Unique Selling Point in handen waarmee je jezelf sterker positioneert in de markt als expert op het gebied van legionellapreventie.”

NTA 8800

Naast de BRL 6010 wordt nu ook de NTA 8800 onder de loep genomen. Deze Nederlandse Technische Afspraak bevat de rekenmethode om de energieprestatie van gebouwen te bepalen. Door verduurzamingsmaatregelen, zoals isolatie en de installatie van warmtepompen en aanleg van LT-vloerverwarmingssystemen neemt de warmtebehoefte voor ruimteverwarming af. De vraag is nu of ook de warmtebehoefte voor de productie van warmtapwater verder teruggebracht kan worden.

Temperatuur omlaag

“Een gevoelig punt”, zegt Van der Blom. “Normaliter houden we, afhankelijk van de installatie, een minimale warmtapwatertemperatuur aan van 55 - 60°C. Dit in verband met legionellapreventie en groei van andere bacteriën. Maar fabrikanten zeggen ‘daar kunnen we best onder op een veilige manier’. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wil nu weten of dat inderdaad zo is. In dat kader vindt een literatuurstudie plaats om te achterhalen in welke situaties de temperatuur omlaag zou kunnen. Het is nu afwachten wanneer het rapport gereed is en wat er exact in staat. Daarna moet grondig bekeken worden of (delen) in de installatievoorschriften opgenomen kunnen worden.”

Voorbeeldsituaties

Hij schetst drie voorbeeldsituaties. “Neem nu het warme tapwater dat uit de wastafelkraan komt. In principe zou je het met een temperatuur van 50°C kunnen vrijgeven, maar dan moet je wel zorgen dat het leidingenwerk veilig is. Bijvoorbeeld door het wekelijks thermisch te desinfecteren. Hetzelfde geldt voor douchewater. We houden een aanvoertemperatuur aan van 60°C, maar 45-50°C is wellicht gezondheidstechnisch gezien al voldoende. Je moet dan wel aan eisen voldoen, zoals wekelijks thermisch desinfecteren.” Verder doorgevoerd zouden dergelijke maatregelen leiden tot twee gescheiden warmwatercircuits. “Bijvoorbeeld één met een temperatuur tussen de 55-60°C en een circuit waarin warm water met een lagere temperatuur, van zeg 40°C doorheen stroomt. Met een booster zou je dan de temperatuur kunnen opkrikken, als dat nodig is.”

Rol fabrikanten

Van der Blom ziet de resultaten van het onderzoek met interesse tegemoet. “Stel het licht gaat op groen en er zijn mogelijkheden om met lagere warm watertemperaturen te werken, dan komt de bal te liggen bij de fabrikanten. Zij zullen slimme oplossingen moeten ontwikkelen die in de praktijk goed te monteren en te beheren zijn.”

Aandachtspunten

Dit jaar is het 20 jaar geleden dat er in Bovenkarspel een grootscheepse legionella-uitbraak plaatsvond. In de tussentijd zijn nieuwe preventietechnieken ontwikkeld, normen en richtlijnen opgesteld of herzien, maar het werk, blijkt wel uit het interview, is nog lang niet af. Van der Blom stipt enkele andere aandachtspunten aan voor de toekomst. “We hebben nog steeds geen totaaloverzicht van alle koeltorens in Nederland. Ook vragen afvalwaterzuiveringsinstallaties om extra aandacht. In hoeverre brengen die legionellarisico’s met zich mee voor de omgeving en hoe zijn die te beheersen?”

Effect klimaatverandering

En wat nog helemaal onder de radar is gebleven tot dusverre, is het effect van hevige regenbuien en de opwarming van de aarde. Zoals bekend stijgt de temperatuur door de opwarming van de aarde. Dat brengt enerzijds periodes van droogte met zich mee en anderzijds, net zoals in de tropen, hevige regenbuien. “Als dat water over de grond spoelt waarin de legionellabacterie zit en er verneveling plaatsvindt, krijg je te maken met risico’s op besmetting. Dit heeft Heleen de Man bij haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Utrecht aangetoond. Hier zal een breder onderzoek naar moeten plaatsvinden. Het is waarschijnlijk niet toevallig dat er meer legionellabesmettingen zijn aangetoond in een warme zomer net na een zeer natte periode.”

Toekomst

De belangstelling voor legionellapreventie blijft op peil, merkt Van der Blom. Dat is ook te merken aan de toeloop bij vakopleidingen. Toch houdt de expert Sanitaire Technieken zijn hart vast. “De energietransitie gaat gepaard met een zekere druk, de installaties worden complexer en de klimaatverandering brengt hogere temperaturen met zich mee. Al met al denk ik dat de risico’s op uitbraken groter worden. Ik zou zelf al heel blij zijn als we in de komende jaren in ieder geval geen toename van het aantal uitbraken waarbij de leidingwaterinstallatie de bron is, hoeven mee te maken.” 

BRL 6010

In de herziene BRL6010 is een beslisschema opgenomen wanneer een beperkte risicoanalyse mag worden uitgevoerd en wanneer een uitgebreide risicoanalyse verplicht is. Voor de rapportage moet een model worden gebruikt met een vaste indeling zodat de risicoanalyses en beheersplannen een meer uniform en overzichtelijk karakter krijgen. Bovendien gelden er nu ook specifieke eisen voor de vakbekwaamheid. Alleen personen die het examen van InstallQ-ISSO hebben behaald, mogen de werkzaamheden uitvoeren. In de BRL wordt verwezen naar de herziene versie van ISSO 55.1.