Verzekeraar Achmea keert per uur 10.000 euro aan waterschade uit. Op dagbasis komt dat neer op een half miljoen euro voor de gehele verzekeringsbranche. Volgens Achmea heeft 25 % van deze kosten te maken met de leidingwaterinstallatie. Een blik op de cijfers van de afgelopen jaren laat bovendien zien dat deze kostenpost alleen maar groter wordt. Hoog tijd dus om dit probleem grondig aan te pakken. Een van de maatregelen is de invoer van nieuwe richtlijnen voor het afpersen van leidingen. Vanaf 2018 zijn ze in de Waterwerkbladen opgenomen. Volgens Eric van der Blom, Uneto-VNI’s expert op het gebied van Sanitaire Technieken, neemt de waterschade in gebouwen alleen maar toe. Zeker in gebouwen jonger dan 10 jaar. Een 100% waterdichte verklaring kan hij niet geven, er zijn verschillend factoren in het spel. Wel weet de branche dat met goed en nauwgezet afpersen van de installatie, de kans op lekkages aanzienlijk afneemt en dat de installateur met het opgestelde afpersrapport kan laten zien dat hij kwalitatief goed werk heeft geleverd. Organisatie bouwproces Alleen gaat er nu nog veel mis bij het afpersen van leidingen. Hoe komt dat? Van der Blom wijst op de organisatie van het bouwproces. Als architect en bouwkundig aannemer de installateur te laat betrekken bij het ontwerp en de uitvoering, kan laatstgenoemde voor vervelende verrassingen komen te staan. Zoals onvoldoende ruimte om zijn sanitaire installaties aan te leggen. Daarnaast zorgt tijdgebrek tijdens de montage voor haastwerk en neemt de kans op slechte of niet gecontroleerde verbindingen toe. Rol
Tag: isso
Het afgelopen najaar verraste ISSO de bouw- en installatiesector met de overname van de kennisproducten van SBR. Een noodzakelijke ontwikkeling, aldus het kennisinstituut, omdat de moderne vakman zonder een integratie van kennis uit beide branches steeds lastiger een foutloos ontwerp kan uitvoeren. De kennis die nodig is, vertoont steeds meer overlap. Tijdens de VSK 2018 zal ISSO, samen met haar kennispartners, dagelijks workshops organiseren waarin die kruisbestuiving duidelijk naar voren komt. Om te zorgen dat de opgebouwde kennis en de kennisproducten van SBR niet verloren zouden gaan, besloot ISSO om de B&U-kennisportefeuille van SBRCURnet per 1 januari 2018 over te nemen. Daarmee is ISSO de nieuwe beheerder en uitgever van de SBR-producten en zorgt zij ervoor dat de kennis, die de bouwsector de afgelopen decennia heeft opgebouwd, niet verloren gaat. “Sterker nog, het is onze ambitie om met de SBR-kennisproducten een integrale kennisportefeuille voor vakmensen in de bouw- en installatiesector aan te bieden. De SBR-Referentiedetails zijn daarin een belangrijk onderdeel voor de kwaliteitsborging van het bouwen”, zegt Rob van Bergen, directeur van ISSO. Steeds meer raakvlakken Volgens Rob van Bergen is er brede steun vanuit de bouwsector voor het feit dat ISSO de SBR-producten onder haar hoede neemt. “De SBR-processen om tot kennisproducten te komen, zijn in belangrijke mate hetzelfde als bij ISSO. Maar nog belangrijker is dat vrijwel iedereen in de bouw- en installatiesector het erover eens is dat we steeds meer raakvlakken hebben. Dat is gebleken uit de vele gesprekken die ik voerde met de diverse stakeholders. Onze
Nationaal en internationaal zijn er stevige ambities uitgesproken op het gebied van CO2-uitstoot en duurzame opwekking van energie. Zo ligt er de uitdaging om in de komende 33 jaar zo’n 8 miljoen woningen gezond en energiezuinig te maken. Technieken hiervoor zijn al beschikbaar, maar van opschaling en versnelling is (nog) geen sprake. Hoe kunnen regisserende installatiebedrijven de energietransitie versnellen? Hoe de markt voor verduurzaming en duurzame energieopwekking zich in de komende 33 jaar gaat ontwikkelen, is lastig in te schatten. De doelstelling is dat er in 2050 tenminste 8 miljoen gezonde en zeer energiezuinige woningen in Nederland staan. De kans is groot dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving de innovatiecurve van Rogers gaat volgen (figuur 1). Aangenomen dat er in 2050 voor duurzame technieken een volledige marktdekking is, zal duurzaam rond 2030 de ‘nieuwe’ standaard moeten zijn. Dal van desillusie Als je kijkt naar de markt voor verduurzaming van woningen tot gezonde en zeer energiezuinige woningen, dan zitten we midden in het gat tussen ‘Early Adopters’ en ‘Early Majority’. Ook wel genoemd het dal van desillusie. Na succesverhalen van innovatieve energie-0 en energiebesparingsprojecten en ronkende ambities en beloften vanuit o.a. de Stroomvernelling en Urgenda is duidelijk geworden dat het verduurzamen van de woningvoorraad veel aandacht voor de klant, kennis, kunde en investeringen in vakmanschap en materialen nodig heeft om echt te versnellen. Ingezette trend zet door Steeds duidelijker is ook dat de ingezette trend echt gaat doorzetten. Zo zijn zonnestroom, ledverlichting, diverse na-isolatietechnieken en domotica al echte ‘Early Majority’
De moderne, hedendaagse woningen en gebouwen worden, door het steeds verder aanscherpen van de energienormen, inmiddels zeer luchtdicht en (zeer) goed geïsoleerd. Met als gevolg dat woningen en gebouwen veel minder snel afkoelen. Om die reden heeft ISSO deze zomer al haar kennisproducten over Warmteverlies volledig vernieuwd. Daarbij vormde de nieuwe rekenmethode voor warmteverliesberekeningen, die op Europees niveau is vastgesteld, het uitgangspunt.