Mijn vorige column over het aantal legionellaslachtoffers heeft hopelijk veel mensen tot nadenken gezet. De bedoeling was een dialoog op gang te brengen voor een betere samenwerking tussen diverse partijen. Dit met als doel het werkelijke aantal slachtoffers van een legionellabesmetting in kaart te brengen. Uiteindelijk willen we dit aantal zoveel mogelijk terugdringen en het vertrouwen terugwinnen in een perfecte drinkwatervoorziening in ons land. Ik heb geen enkele negatieve reactie gekregen, louter positieve. Dat is natuurlijk mooi meegenomen. Maar uit de hoek van bijvoorbeeld GGD en RIVM had ik toch ook wel iets verwacht. Opmerkelijk! Je rekent op tegengas, maar nee. Men durft het kennelijk niet aan om mijn stelling te bekritiseren. Of is men bang om een confrontatie aan te gaan?Iets anders nu, maar zeker zo actueel: scholing. Er komen richtlijnen aan voor een betere opleiding van medewerkers van adviesbedrijven: meer (bij)scholing is het motto. Nu maar hopen dat ook monteurs van installatiebedrijven beter opgeleid worden. Ik adviseer directies om hun medewerkers hiervoor de ruimte te geven. Het is ook in hun eigen belang. Een fout in een ontwerp of in de uitvoering kan verstrekkende gevolgen hebben: faalkosten, imagoschade, rechtszaken. Daarbij, de kranten staan tegenwoordig bol van verhalen over stress. Dat speelt ook in ons vakgebied. Installateurs moeten zeker zijn van hun werk en kennis. Twijfel kan voor stress zorgen. De druk is vaak al veel te hoog, bijvoorbeeld door overbelasting. Ik denk dat goede begeleiding een hoop problemen kan voorkomen. Coaching is wat mij betreft daarom het sleutelwoord.Leo
Tag: column
Succesvol ondernemen is in beweging blijven. Het maakt niet uit of je onderneemt in het groot of als zelfstandig professional. Ondernemen is innoveren. Bij innoveren wordt er al snel gedacht aan producten, processen of diensten. Daar is niets mis mee. Alleen, wanneer je innovatie écht als vernieuwend fundament onder jouw bedrijf wil leggen, vergeet dan sociale innovatie niet. Hierbij gaat het in de kern om mensen en gedrag: het slimmer en flexibel organiseren van kennis en vaardigheden in de organisatie. Bedrieglijk gemakkelijk. Onderzoek onder sociaal innovatieve bedrijven laat vier overeenkomsten zien. Allereerst vraagt sociale innovatie om een andere management- of ondernemersstijl dan onze sector gewend is. Minder top-down of direct sturend en meer coachend. Op creativiteit, ondernemerschap en eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast is het de kunst om samen vorm te geven aan slimmer werken. Medewerkers ruimte én verantwoordelijkheid geven om de eigen talenten in te zetten en elkaars talenten te versterken. Dynamisch managen en slimmer werken vraagt vervolgens om een flexibele organisatie. Immers, je gaat de aanwezige kennis en kunde optimaal inzetten. De vaak in beton gegoten lijnorganisatie van afdelingen kantelt naar een teamorganisatie op grond van wat er aan competenties nodig is. Die reiken verder dan de harde vaktechnische lijnfuncties. Tot slot blijkt dat sociaal innovatieve bedrijven vanuit een strategisch oogpunt samenwerken met andere partijen. Denk aan eindgebruikers, bedrijven, overheid en onderwijs. Denk niet dat sociale innovatie alleen aan grote bedrijven voorbehouden is. Het gaat in de kern om normen en waarden als integriteit, enthousiasme, doelgerichtheid, betrokkenheid en inspiratie. Dé
Tijdens de vakbeurs VSK zag ik alle warmtepompleveranciers met een hybride warmtepomp in hun stand. Blijkbaar een erg belangrijk product voor onze energietransitie. Warmtepomp én gasketel zorgen samen voor de warmtelevering en tapwaterbehoefte. Het is een eerste stap in onze lange weg naar een CO2-vrije samenleving. Hybride warmtepompen werken doorgaans met ventilatielucht en/of buitenlucht als duurzame energiebron en zorgen zo voor een reductie van 30 tot 90% in het gasverbruik in de bestaande bouw. De gasketel doet waar hij goed in is: tapwaterproductie en piekvermogen leveren bij lage buitentemperaturen. De warmtepomp verzorgt verwarming met lagere watertemperaturen tegen een hoger rendement. Critici van dit concept spreken over een ‘lock-in’ en een mogelijkheid voor de gasbedrijven om aardgas te kunnen blijven leveren. Ik zie dat anders. Een hybride systeem is een relatief goedkope en haalbare oplossing voor het grootste deel van de bestaande bouw. Het is dè oplossing om in matig geïsoleerde woningen – en dat is het merendeel in Nederland – snel veel gas te besparen. ‘Moet je huis dan niet geïsoleerd zijn?’, is een veel gehoorde vraag. ‘Nee het moet niet, maar het helpt wel!’ Op het moment dat de warmtepomp warmte levert, doet hij dat met lagere afgiftetemperaturen. Als je huis is geïsoleerd, kan de warmtepomp langer doorwerken, dus meer energie besparen. In de praktijk zie ik dat ‘enigszins’ na-geïsoleerde huizen al hele mooie resultaten boeken, waarmee een hybride warmtepomp kan worden terugverdiend. Naarmate de woning beter is geïsoleerd, neemt de dekkingsgraad van deze warmtepomp toe én de hoogte
Als ik deze column schrijf zijn de Olympische Spelen nog in volle gang. Schaatser Bob de Vries viel mij speciaal op. Helaas geen medaille voor hem. Wel een man met een verhaal. De Vries is boer met schaatsen als zijn grootste hobby. “Ik ken geen boer die niet van schaatsen houdt,” aldus De Vries. “Boeren zijn doorzetters, dat moet je als schaatser ook zijn.” De Vries kon maar lastig wennen in Zuid-Korea. Het hangen op zijn kamer in afwachting van trainingen en wedstrijd pasten niet bij deze doener. Na de wedstrijd vertrok hij snel uit het Olympisch dorp. Terug naar gewoon doen. Hieraan moest ik denken toen ik bij één van zeven TopStartersdagen was. Ik ontmoette in de Rotterdamse Kuip jonge vakmensen uit de branche. Wat een prachtige energie! Op de terugreis liet het mij niet los. Op één TopStartersdag zien we als branche meer dan 100 enthousiaste ambassadeurs bij elkaar die maar één signaal afgeven: we hebben prachtig werk met een veelbelovende toekomst. En dat dus zeven keer… Maar ook: geen euforische stemming, maar nuchtere passie. Net als De Vries. Wat is het verschil? Op De Vries zijn we zichtbaar trots. Mannen zoals hij en Sven Kramer bijvoorbeeld, verleiden jongeren tot schaatsen, omdat ze ook een beetje bij de nationale trots willen horen. Helaas is dit niet per definitie het geval voor de omgeving van de startende monteur. Hier leven vooroordelen. En dat is jammer, zeker omdat we mensen nodig hebben die met hun handen willen werken. De kampioenen
Bij normale huishoudelijke omstandigheden gaat een rookgasafvoersysteem een ketelleven lang mee. Alleen al om dat feit zou het rookgasafvoersysteem verplicht vervangen moeten worden, wanneer de ketel vervangen wordt. Maar er zijn meer redenen. Het ontwerp van een afvoersysteem is gebaseerd op Europese normen, het voldoen aan deze normen is verplicht. Uitgangspunt is dat een afvoersysteem langdurig moet voldoen aan belangrijke eisen, zoals bijvoorbeeld de dichtheid van het systeem. Een ondicht systeem levert onveiligheid op voor bewoners doordat er rookgas in de woning kan komen. De Europese norm geeft tevens aan hoe getoetst moet worden, gebaseerd op de hoeveelheid agressieve bestanddelen en de gemiddelde temperatuur van de rookgassen die een ketel gedurende zijn leven aanbiedt aan de afvoer. Een afvoersysteem slijt nu eenmaal. Daarnaast wordt in de NPR 3378, deel 45 vermeld dat bij vervanging van een ketel het rookgasafvoersysteem ook vervangen dient te worden, tenzij wordt aangetoond dat het rookgasafvoersysteem nog in orde is en weer een ketelleven lang kan functioneren. Als het afvoermateriaal niet zo zwaar belast wordt, dan moet je als installateur heel nauwkeurig beoordelen (en dit is een hele verantwoordelijkheid) of het materiaal nog een ketelleven lang mee kan en dus veilig blijft bij vervanging van de ketel. Dit is vrijwel onmogelijk. De metaal en kunststof voerende delen zijn zichtbaar, maar het is eenvoudigweg niet goed te zien wat de verouderingsstatus is van de afdichting, zelfs niet met een camera-inspectie. Vandaar dat verplicht vervangen een betere optie is. Marja Scheepers, Commercial Director Distribution M&G Group Namens de
In mijn vorige column stelde ik dat er mogelijk 500 legionellaslachtoffers (doden) per jaar vallen in Nederland en dat er daarom meer en beter onderzoek noodzakelijk is. Kort daarna las ik dat er iemand is gepromoveerd op onderzoek naar legionellabesmettingen die o.a. worden veroorzaakt door potgrond. Prima dat er onderzoek plaatsvindt, maar dit feit was in Australië al veel eerder bekend. Laten we onderzoek toch vooral gericht doen. We stellen dan een kenniscentrum in dat het onderzoek coördineert en mondiaal afstemt. Dat schept bovendien meer duidelijkheid. Wat te denken bijvoorbeeld van de constatering dat vrachtwagenchauffeurs vaker besmet zijn dan andere mensen. Truckstations met douches vallen nu in de categorie ‘hoog risico’. Maar zijn deze douches wel de oorzaak? En: zoekt men ook nog naar besmetting door opspattend regenwater of ligt de oorzaak bij het gebruik van ruitensproeiers door een voorganger waardoor nevel via een open raam in de auto terecht kan komen. Eerder schreef ik ook al over jachthavens die in veel gevallen hun zaakjes niet op orde hebben. Er wordt op boten wat aangerommeld: allerlei soorten kunststofslangen die worden gebruikt; tanks die naast een warme motor zijn geplaatst en weinig of onvoldoende worden ververst; eigenaren die boten afspuiten met eigen tankwater omdat het gebruik van slangen op de steigers verboden is. Als ik ernaast lig, in de volle nevel, vraag ik mij verontrust af wat de waterkwaliteit in zo’n tank is. Kent u ook dit soort verontrustende voorbeelden, mail ze mij vooral: redactie@merlijnplus.nl. Dan beginnen we alvast met ons
De installatiebranche heeft de sleutel in handen als het gaat om de duurzame energietransitie. Dit geeft energie; dat voel je. Er lijkt een beweging gaande van optimisme die verder gaat dan de portemonnee van het individu of het bedrijf. Het gaat om maatschappelijke meerwaarde. Het gaat om het verschil maken. Op verschillende plekken in de branche heb ik gezien en ervaren wat de innovatiekracht van bedrijven is. Om nu bij te dragen aan de ontwikkeling van vakmensen is een verrijking. Want we staan op een nieuw kruispunt. Na de crisis zien we dat de workload toeneemt. Maar economische voorspoed is niet zaligmakend. We hebben mensen nodig om het werk op te kunnen pakken. Het feit dat onze bedrijven bijdragen aan een leefbare en duurzame wereld geeft een extra dimensie aan het optimisme in de branche. Die moeten we inleven en uitdragen. Het is ons grootste uithangbord om enthousiaste mensen aan te trekken. Mensen, en juist jonge mensen, kiezen niet meer alleen voor economische groei; een bedrijf moet méér betekenen. In de boeken heet dit de betekeniseconomie: een economie waarin bedrijven streven naar betekenismaximalisatie in combinatie met een gezond bedrijf. Het streven naar maatschappelijke betekenis is winstgevend. Ik hoor menig ondernemer nu denken: “Dit soort uitgangspunten vullen mijn orderportefeuille niet of lossen mij personeelstekort niet op.” Ik denk het tegenovergestelde. Werken bij een bedrijf dat Nederland duurzamer en innovatief sterker maakt, is aanlokkelijk. En het maakt de branche niet alleen aantrekkelijk als werkgever maar ook als partner voor bedrijven, organisaties en
De mededeling dat de consumentenbond cv-ketels gaat verkopen, heeft onder de installateurs het nodige stof doen opwaaien. Onder soms krachtige bewoordingen uitten tegenstanders het gevaar hiervan. Voorstanders zijn op één hand te tellen. Wie even verder kijkt, ontdekt dat het een herhaling van zetten is. Dezelfde effecten waren ook te constateren toen bijvoorbeeld Vereniging Eigen Huis voor haar leden om de hoek kwam met de collectieve inkoop van zonnepanelen. Opvallend is dat beide verenigingen ook collectieve energie-inkoop voor consumenten organiseren, nagenoeg zonder enig gemor uit de branche. Wordt er in de branche met twee maten gemeten? Het lijkt van wel. In de situatie van de cv-inkoop raakt het de installateurs direct in de handel en is de wereld te klein. In het tweede voorbeeld is de energieleverancier de pineut en dat is minder erg. We zien dit vaker. Denk aan discussies over kwaliteitsborging, serviceverlening of certificatieregelingen. Het bundelen van de (markt)vraag om daarop een scherpe inkoop te baseren, is niet nieuw. Veel installateurs maken er zelf ook gebruik van via de zogeheten inkoopcombinaties. Het ontvangen voordeel vervolgens collectief vertalen naar een goed en eensgezinds marktaanbod ligt lastiger. Ligt hier een rol voor een branchevereniging? Een belangenbehartiger zou vanuit haar achterban proactief aanbod kunnen bundelen richting clubs als de Consumentenbond of Vereniging Eigen Huis. Samengesteld aanbod waar naast prijs ook de deskundigheid, kwaliteit en servicegerichtheid van de deelnemende partijen een belangrijke plaats hebben. Om dat te kunnen bewerkstelligen, is er eensgezindheid onder de installateurs nodig. De bewustwording dat je samen sterker
Een gezond en veilig werkklimaat. Het lijkt zo vanzelfsprekend en dat moet het ook zijn. Toch is het niet altijd het geval. Vorig jaar bleek nog dat in vergelijking met andere werknemers jongeren in de metaal drie keer zo vaak een ongeluk hebben op hun werkplek. Dit vraagt echt om aandacht. En gelukkig gebeurt dit ook. Zo zal op 16 maart weer worden gestart met de campagne Bewust Veilig.
‘2025: je rijdt in je elektrische auto de oprit op. Je garagedeur gaat automatisch open en het alarmsysteem schakelt zichzelf uit. Lampen gaan aan en de woning is al lekker warm. Je wordt verwelkomd door je favoriete muziek. Zelf heb je nog geen knop aangeraakt. Jouw slimme auto, deuren, sloten, verlichting, thermostaat en audioset hebben met elkaar gecommuniceerd. Op grond van data-analyses zijn er keuzes gemaakt die bij jou passen.’