Lang geleden begon de basisopleiding op de lagere school. Daarna kwam er een kleine splitsing: je ging naar de technische school, een hogere school of aan het werk. Vanaf de technische school startte je als 15-16 jarige met werken en in alle jaren daarna bekwaamde je jezelf verder in je vak tot een volwaardig vakman. Ging je verder met leren, dan belandde je na enkele jaren in het vakonderwijs. Je behaalde hier de nodige papieren en haalde vervolgens vaak met heel veel moeite het middenstandsdiploma. Dan mocht je eindelijk, na velen tienduizenden guldens opleidingskosten, een eigen bedrijf beginnen. Je werk werd gecontroleerd door diverse instanties. Jij controleerde de mensen die bij je aan het werk waren. Ging je met werkzaamheden je boekje te buiten, dan werd je getrakteerd op een flinke boete van de economische controledienst. Alles leek perfect, maar de boel werd gewijzigd: het zelfstandig ondernemer zijn werd gedevalueerd. Iedereen mocht zonder de nodige papieren een eigen bedrijf beginnen. En waar dat toe heeft geleid merken we nu alle dagen. Tijd om dit aan te pakken dus. Monteurs en servicemonteurs moeten weer de schoolbanken in om ‘het vak’ te leren. Ondernemers die gewend zijn om bij te blijven, gaan dat dus ook weer doen. Je moet tenslotte de mannen kunnen controleren. Komt er een overtreffende trap van weleer? Ik ben benieuwd wat mijn papieren op dit moment nog waard zijn. Heb ik wel zin om weer aan het leren te gaan. Verschillende oude en vakbekwame monteurs zullen niet meer
Tag: artikel editie september 2019
De warmtepomp krijgt in het onlangs door de regering gepresenteerde Klimaatakkoord een terechte sleutelrol toebedeeld in het verduurzamen van verwarming en koeling van de gebouwde omgeving. Daarnaast werd het belang van de énige techniek die ook kan koelen de afgelopen hete zomer eens te meer duidelijk; koeling is inmiddels essentieel voor onze gezondheid en allang het stadium van onnodige luxe voorbij. Alle lichten op groen voor de warmtepomp dus? Helaas niet. Diederik Samsom drukte zich in juni nog zeer negatief uit in de vakpers, terwijl hij toch de trekker is van ‘Gebouwde Omgeving’ van het klimaatakkoord. En waarom trok het ministerie van BZK een tussensprintje naar de politiek om onnodig strenge geluidsnormen van buitenunits in het bouwbesluit te krijgen? Het zijn twee voorbeelden die de branche afleidt van de – voor het klimaatbeleid – gewenste uitrol van warmtepompen. Een miskenning ook van de kennis, kunde en inventiviteit van de branche om in elke situatie kosteneffectief comfort te leveren. We moeten dus vooral onze mooie systemen blijven tonen en ‘Installatie Vakbeurs Hardenberg’ is daarvoor weer een uitstekende gelegenheid. Ú, de installateur, bent daarbij sleutelspeler en ambassadeur naar de markt en de beleidsmakers. Zegt het voort, ook en juist buíten Hardenberg! Frank Agterberg Dutch Heat Pump Association, DHPA
Hoe zorgen we ervoor dat mensen met plezier naar hun werk gaan? Deze vraag leidde tot een succesvol beleid gericht op duurzame inzetbaarheid bij een groot bedrijf in het noorden van Nederland. In dit beleid werd vitaal vakmanschap in de breedste zin van het woord op de agenda gezet. De kern: eenvoud. En het loont! “Toen ik hier kwam werken werd mij gevraagd een ouderenbeleid op te zetten. Daar had ik een verkeerd gevoel bij. In een bedrijf gaat niet immers alleen om oudere vakmensen. Het gaat om iedereen. Dus mijn missie werd duurzame inzetbaarheid van iedereen. Er is veel informatie, veel onderzoek. Maar dat is niet goed genoeg. De theorie moet werken in de praktijk zijn. Met die uitdaging ging ik aan de slag.” Aan het woord is Wessel Melkert, manager P&O bij Eekels Technology BV. Eekels is meer dan 110 jaar actief in de marktsegmenten Marine & Offshore en Industrie & Infra. Met bijna 600 medewerkers voert het installatiebedrijf uit Kolham projecten en werkzaamheden uit in de technische automatisering, de elektrotechniek en de werktuigbouw. De variatie aan vakmensen is groot. En daarmee ook de P&O-uitdaging. Vitaal en bekwaam Melkert is enthousiast over de manier waarop het thema vitaal vakmanschap in het bedrijf is geland. “De wereld verandert voortdurend en dat vraagt wat van werknemers. Denk aan het langer doorwerken met de huidige pensioenregels. Gezien hun enorme kennis en ervaring wil ik de mensen graag zo lang mogelijk voor dit prachtige bedrijf behouden. Langer werken vraagt echter wel om
Op één van de publieke omroepen volgde ik eens een tweedelige uitzending over het vmbo-onderwijs. Ik heb met belangstelling en stijgende verbazing gekeken. Met belangstelling, omdat ik geloof dat een goed vmbo noodzakelijk is voor de Nederlandse economie. Met stijgende verbazing, omdat de politiek hieraan stelselmatig en visieloos morrelt. Maar ook omdat de maatschappij naar het vmbo kijkt als afvoerputje van het vervolgonderwijs. Nederland is ambitieus en klaarblijkelijk horen bij een kenniseconomie alleen maar hoogopgeleiden. Gedurende de hele weg van scholing worden kinderen en jongeren gevolgd, gemonitord en bijgestuurd. De weg door het onderwijs moet efficiënt, doelgericht en met resultaten worden afgelegd. Scorekaarten leiden naar een snelweg richting een universitaire titel. Het leren van een vak in de techniek behoort nauwelijks meer tot de mogelijkheden. Daarvoor kies je alleen wanneer het je ontbreekt aan het juiste intellect of de motivatie om te leren. Althans, zo lijkt de publieke perceptie. De cijfers in het vervolgonderwijs tonen het aan. De steeds maar dalende instroom van nieuwe vmbo-leerlingen in bouw- en installatietechniek is immers niet van het laatste jaar. Dat staat in tegenstelling tot de kansen op – goed betaald! – werk in de technische beroepen. Techniek is er volop om ons heen. Nieuwe technologische innovaties vragen om technische kennis en kunde op alle opleidingsniveaus. De technische sector wordt daarbij extra geraakt door de hoge natuurlijke uitstroom. Ik maak mij oprecht zorgen. De installatie- en bouwsector ‘wennen’ er al aan dat het invullen van een vacature niet meer een kwestie van dagen is.
“De energietransitie zorgt ervoor dat er geen losse producten nodig zijn maar integrale oplossingen, zoals combinaties van pv-panelen, warmtepompen, lt-vloerverwarming en balansventilatie.” Dat stelt Harold van den Belt, algemeen directeur van groothandel Wasco, in deze uitgave. Zijn bedrijf stelt zich om die reden steeds meer op als adviseur en kennispartner. Ook al vanwege het nijpende gebrek aan technische expertise in de branche. Juist daarom is het zo belangrijk dat er nog vakbeurzen (en ook vaktijdschriften als IZ) bestaan, hoewel de hang naar vluchtige digitale informatievoorziening steeds meer de overhand krijgt. “Beurzen bieden een ideale gelegenheid om in een sneltreinvaart een totaaloverzicht te krijgen van alle ontwikkelingen in het vakgebied”, legt Van den Belt uit. En dergelijke vakkennis is broodnodig. Daarom staat Wasco ook dit jaar, samen met nog zo’n 200 andere exposanten, op de Installatie Vakbeurs Hardenberg. De van oudsher drukbezochte regionale beurs – die overigens meer dan alleen regionale bezoekers trekt – speelt dit jaar in op het nijpende personeelstekort in de installatiebranche. Reden te meer om naar het Noordoosten af te reizen.
Met de zoektocht van veel bedrijven naar nieuw personeel, is het belangrijker dan ooit je de vraag te stellen: ‘hoe houden we onze vakmensen fit, enthousiast en gelukkig, zodat ze hun werk blijvend met plezier kunnen doen?’ Instroom is één route om kennis en kunde in huis te krijgen. De andere is investeren in de mensen die al in je bedrijf werken. Dit betekent investeren in kennis en kunde maar ook in fit en met plezier werken. OTIB en sociale partners slaan daarom de handen ineen om voor de komende jaren een agenda voor duurzame inzetbaarheid op te stellen. Wat is er nodig? Waar kunnen we ondersteuning bieden? Wat zijn goede voorbeelden om je door te laten inspireren? Iedereen heeft er belang bij dat vakmensen zich op hun plek voelen in het bedrijf, voldoening uit hun werkzaamheden halen én vooral hun talenten kunnen benutten. Zo blijf je vitaal en fit. Maar dit vereist wel actie. Het vraagt om afstemming, het voeren van goede gesprekken en oog hebben voor wat vakmensen nodig hebben om zich bij het bedrijf betrokken te blijven voelen. Deze inzet bevordert de gezondheid van de vakmensen en kan ervoor zorgen dat talent voor het bedrijf behouden blijft. Investeren in duurzame inzetbaarheid is dus werken naar een win-win-situatie. Natuurlijk is realisme ook op zijn plek. Aandacht voor duurzame inzetbaarheid voorkomt niet dat mensen van baan wisselen. Maar door de eigen ontwikkeling en talenten centraal te stellen en oog te hebben voor de mens achter de vakmens weet je
De nieuwe certificeringsregeling voor gasverbrandingsinstallaties, de Wet Kwaliteitsborging, aangepaste richtlijnen voor rookgasafvoer. Ontwerpers, installateurs en monteurs van gasverbrandingsinstallaties hebben met tal van nieuwe eisen en ontwikkelingen te maken. ISSO reikt hen de kennis daarvoor aan in de vorm van drie nieuwe documenten: Kleintje Gas-ontwerp, Kleintje Gas-montage en onderhoud, en Kleintje CV-service. Voor elke doelgroep is daarmee eigen actuele kennis beschikbaar. De drie nieuwe kennisdocumenten vervangen het oude ISSO-kleintje Gas. ISSO-kleintje CV-service richt zich op bestaande installaties en veiligheid en is met name bedoeld voor onderhoudsmonteurs. ISSO-kleintje Gas-montage en onderhoud respectievelijk ISSO-kleintje Gas-ontwerp richten zich op installateurs respectievelijk ontwerpers van gasverbrandingsinstallaties. De drie documenten zijn sinds kort beschikbaar in de ISSO KennisBank. Het oude ISSO-kleintje Gas was een erg omvangrijk kennisproduct. De twee doelgroepen – monteurs en ontwerpers/installateurs – haalden er doorgaans alleen hun eigen aandachtspunten uit. En dat was soms flink zoeken, in een lijvig document. Door de kennis nu te verdelen, krijgt iedere doelgroep een eigen, compacter Kleintje met precies die informatie die voor hem of haar van toepassing is. BRL 6030-25 belangrijk onderdeel De documenten voor monteurs en installateurs bevatten een update van alle regels, normen en verantwoordelijkheden bij het aanpassen, inbedrijf nemen en onderhoud van gasinstallaties. De kennis sluit aan bij de verplichte certificeringsregeling voor iedereen die aan gasverbrandingsinstallaties voor ruimteverwarming en/of warmtapwaterbereiding werkt. Vanaf januari 2021 mogen alleen gecertificeerde bedrijven met vakbekwame monteurs nog werkzaamheden verrichten aan cv-ketels, direct gestookte boilers, geisers en gashaarden. De nieuwe ISSO-kleintjes zijn dan afgestemd op de BRL 6000-25. Deze beoordelingsrichtlijn
Waar half Nederland nog aarzelt om over te stappen op duurzame oplossingen, is in Friesland het roer al om. Henstra Installatie draait topdagen en de hoofdmoot van de werkzaamheden bestaat uit het installeren van warmtepompen. Jan Henstra kwam per toeval in de installatietechniek terecht. Hij was eerst jarenlang in vaste dienst werkzaam als lasser, voordat hij de overstap waagde. “Toen er bij mij een keer een cv-ketel moest worden vervangen, zag ik wat er allemaal bij kwam kijken. Aansluiten op het leidingenwerk, veiligheidsaspecten; ik vond het allemaal super interessant. Op een gegeven moment ging het lasbedrijf failliet. Ik had inmiddels door hoe gevarieerd het werk van een installateur is en besloot de gok te wagen. Ik solliciteerde bij een installatiebedrijf en werd aangenomen.” Zelfstandig ondernemerschap Henstra volgde verschillende opleidingen en leerde in de praktijk de kneepjes van het vak. In 2004 ging wederom het roer om. “Ik speelde al langer met de gedachte om voor mezelf te beginnen, maar had koudwatervrees. Ik was bang dat mijn inkomsten zouden teruglopen, met alle gevolgen vandien voor mijzelf en mijn familie. Maar het viel 100% mee. Ik verdien een fatsoenlijk inkomen, bovendien zien mijn dagen er enorm gevarieerd uit en heb ik over het algemeen een leuk contact met de klanten.” Accu opladen Soms moet de gedreven installateur wel gas terugnemen, heeft de 48-jarige ondervonden. “Het is belangrijk om je accu op te laden. Ik doe dat onder andere door muziek te maken tijdens mijn vrije tijd.” Werkverdeling Henstra is circa 75% van