Tag: artikel editie juni 2023

Gouden randjes

In een middelgrote stad als Leiden valt goed af te lezen hoe de installatietechniek zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld. Edwin Orsel, bouwhistoricus van de gemeente Leiden ging met IZ op pad en legde uit waarom oude installaties ook voor nieuwe generaties waarde hebben. Orsel houdt kantoor in het gebouw van Erfgoed Leiden en Omstreken. In het depot liggen restanten van oude installaties. Orsel laat ze zien en vertelt er enthousiast over. Grens De vraag is natuurlijk wat we als historische installaties omschrijven. Waar ligt de grens? “Ik zou zelf geneigd zijn om te zeggen tot circa 25 jaar geleden. Daarna is de omloopsnelheid van producten fors toegenomen. Er komen sindsdien aan de lopende band innovaties op de markt.” Ambachtelijke karakter Tot de industrialisatie in de 19e eeuw gebeurde alles op ambachtelijke wijze. Met de komst van massaproductie en ontwikkeling van nieuwe bouwmaterialen, zoals gietijzer en later kunststoffen kwam er een grote kentering op gang. De eersten die daarvan profiteerden waren de rijke burgers. Zij hadden de financiën en mogelijkheden om de eigen leefomgeving aan te pakken. Een arbeider daarentegen was volkomen afhankelijk van anderen. Hij moest werken voor een, veelal, karig loontje en had een huurwoning. Elektriciteit “Illustratief voor deze ontwikkeling is de komst van elektriciteit in huizen. De architect Hendrik Jesse verbouwde in 1907 een woning aan de Breestraat, bij uitstek een straat voor de gegoede burgerij. De dokter wilde elektrische verlichting en had als een van de eerste Leidenaren een aansluiting op de stedelijke elektriciteitsfabriek.

Ontharders

Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek gaat in dit artikel in op drie soorten ontharders die erg populair zijn. Het gaat om de magnetische ontharder en de ontharder die werkt op basis van kooldioxide toevoeging aan het drinkwater en het Greenguard onthardingsprocedé. Dit artikel is een vervolg op een eerder verschenen publicatie in IZ in de juli-editie van 2022. Het desbetreffende artikel ging over de aansluiting van ontharders via de juiste keerkleppen. Bosch kreeg vervolgens de nodige vragen binnen bij de vakcommissie op de Hogeschool over het gebruik van specifieke ontharders. Magnetische waterontharder Een magnetische waterontharder zou volgens fabrikanten de aanwezige calciumionen voorzien van een negatieve elektrische lading. Hierdoor wordt de binding met magnesiumionen voorkomen. Er is echter geen enkele wetenschappelijke onderbouwing dat het werkt. Ook zijn er, zover wij hebben kunnen nagaan, geen testattesten van keuringsinstanties voorhanden waaruit de werking blijkt. Te mooi Een magneet-waterontharder is niet meer dan een klein doosje, die met tie-wraps om de hoofdwaterleidingbuis gemonteerd wordt. Je ziet ze veel in reclamespotjes op tv. Er zitten een paar permanente magneten in of elektromagneten die op stroom werken. Ze variëren in prijs van enkele tientjes tot honderden euro’s. Dat zo’n doosje met magneten je kalkprobleem oplost, lijkt bijna te mooi om waar te zijn. En dat is het waarschijnlijk ook. Recent gaf een rechtbank nog te kennen dat “het gebruik van de term ‘waterontharder’ in het geval van de Amfa magnetische waterontharder feitelijk onjuist is”. Kooldioxide ontharder Het tweede type waterontharder dat opgang maakt, is de

Klimaatneutraal

Systeemleverancier Viega heeft op zijn locatie Attendorn-Ennest een energiezuinig opleidingsgebouw gerealiseerd. Het ongeveer 12.000 vierkante meter grote interactieve gebouw is klimaatneutraal. Dankzij fotovoltaïsche panelen en het warmtenet met een nabij gelegen productiehal wekt het meer energie op dan het nodig heeft. Viega World, zoals het gebouw heet, is volgens de BIM-werkmethode gepland en gebouwd. Als opdrachtgever, investeerder en toekomstige gebruiker legde Viega vooraf gedetailleerd het gebruik van het gebouw vast. Duurzaamheid speelde een centrale rol bij de exploitatie van het centrum. Uitgangspunt was een zo gering mogelijke energiebehoefte en het gebruik van regeneratieve energiebronnen. Projectleider Dipl.-Ing. Sebastian Herkel van het Fraunhofer-instituut voor zonne-energiesystemen ISE legt uit dat het daarbij niet alleen ging om een zo laag mogelijk energiegebruik of een zo hoog mogelijk regeneratief rendement. “Onze insteek was veel meer om een modelproject te realiseren dat probleem­loos voor andere gebouwen kan worden toegepast en de weg wijst naar klimaatneutrale gebouwen.” Open aanpak In eerste instantie werden de meest uiteenlopende technologische benaderingen overwogen met een open aanpak, waarbij vooral één hindernis moest worden overwonnen: de sterk wisselende belastingsprofielen van het trainingscentrum. Daarnaast was er de vraag naar leveringszekerheid en economische efficiëntie, vooral met het oog op de toepasbaarheid van het concept voor andere nieuwe gebouwen. Dit eisenpakket werd opgelost door een gezamenlijk ontwikkeld energieconcept. Dit omvat een moderne geïsoleerde gebouwschil (KfW Efficiency House 55), een fotovoltaïsch systeem van enkele duizenden vierkante meters en het gebruik van lokale warmte van een nabij gelegen productie-installatie. De output ervan dekt al ongeveer 375 kWh

Rendementsverlies

Tegenvallende rendementen van warmtepompen kunnen het gevolg zijn van verkeerde uitgangspunten, afwijkende temperaturen of ontwerpcondities. Vergelijkbaar met de traditionele cv-installatie kunnen ook lucht en vuil in het systeem na verloop van tijd het risico op storing en onderhoud verhogen. Lucht en vuil zijn twee onopvallende maar in de praktijk wel vaak voorkomende veroorzakers van rendementsverliezen, storing en onderhoud in verwarming- en koelinstallaties. Hun invloed is groter bij installaties die op basis van een lagere temperatuur werken om energie te besparen, zoals warmtepompen. Verder zijn vloerverwarmingsystemen gevoeliger voor lucht- en vuilophoping dan radiatoren. Lucht kan in de vorm van microbellen, opgelost in het leidingwater en in een vrije vorm aanwezig zijn in installaties. Dit vermindert zowel de doorstroming als warmte-afgifte. Ophoping van vuil wordt veroorzaakt door corrosie van leidingen en installatiecomponenten, bacteriegroei of kalkaanslag. Lucht en vuil hebben beide een reducerende invloed op de efficiëncy en levensduur van warmtepompen, wisselaars en andere componenten. Adviezen uit de praktijk De negatieve invloed van lucht en vuil op het rendement van installaties is zo groot dat Alklima automatische lucht- en vuilafscheiders standaard voorschrijft bij de verkoop van warmtepompen. “Wij zien bij onze servicecontacten een direct verband tussen alle meldingen en de aanwezigheid van lucht en vuil in het systeemwater”, vertelt Rudy Grevers, manager woningbouw bij het bedrijf. “In lagetemperatuur-installaties komt lucht in de vorm van microbellen meer voor en hopen vuildeeltjes zich sneller op dan in hogetemperatuur-installaties, waardoor de energetische prestatie afneemt. Als klanten contact opnemen over een code 9 melding wordt die vaak