In mijn vorige column stelde ik dat er mogelijk 500 legionellaslachtoffers (doden) per jaar vallen in Nederland en dat er daarom meer en beter onderzoek noodzakelijk is. Kort daarna las ik dat er iemand is gepromoveerd op onderzoek naar legionellabesmettingen die o.a. worden veroorzaakt door potgrond. Prima dat er onderzoek plaatsvindt, maar dit feit was in Australië al veel eerder bekend. Laten we onderzoek toch vooral gericht doen. We stellen dan een kenniscentrum in dat het onderzoek coördineert en mondiaal afstemt. Dat schept bovendien meer duidelijkheid. Wat te denken bijvoorbeeld van de constatering dat vrachtwagenchauffeurs vaker besmet zijn dan andere mensen. Truckstations met douches vallen nu in de categorie ‘hoog risico’. Maar zijn deze douches wel de oorzaak? En: zoekt men ook nog naar besmetting door opspattend regenwater of ligt de oorzaak bij het gebruik van ruitensproeiers door een voorganger waardoor nevel via een open raam in de auto terecht kan komen. Eerder schreef ik ook al over jachthavens die in veel gevallen hun zaakjes niet op orde hebben. Er wordt op boten wat aangerommeld: allerlei soorten kunststofslangen die worden gebruikt; tanks die naast een warme motor zijn geplaatst en weinig of onvoldoende worden ververst; eigenaren die boten afspuiten met eigen tankwater omdat het gebruik van slangen op de steigers verboden is. Als ik ernaast lig, in de volle nevel, vraag ik mij verontrust af wat de waterkwaliteit in zo’n tank is. Kent u ook dit soort verontrustende voorbeelden, mail ze mij vooral: redactie@merlijnplus.nl. Dan beginnen we alvast met ons
Tag: artikel editie februari 2018
Op de valreep van 2017 kregen we nog ontluisterend nieuws te horen. De certificeringsregeling voor installateurs die met gasgestookte cv-ketels werken, komt een half jaar later dan gepland. Het is ronduit verbazingwekkend hoe ver we achterlopen op onze zuiderburen. Waar Uneto-VNI en andere stakeholders nog een stevige lobby moeten voeren om er sowieso een certificeringsregeling doorheen te krijgen, hebben de Belgen al sinds 2007 hun zaakjes op orde. Voor welke aanpak hebben zij precies gekozen en werpt die ook vruchten af? Het meisje kon ternauwernood gered worden, de moeder niet. Toen Stephane Tolebecq (38) op Kerstavond 2010 thuiskwam, hoorde hij zijn dochter Iris huilen. Hij trok gelijk een sprintje naar de voordeur van zijn woning in het Belgische Asse en zag haar liggen. Ze maakte vreemde bewegingen. Zijn vrouw Patricia (36) reageerde niet meer toen hij haar riep. Ze was overleden. Moeder en dochter bleken een koolmonoxidevergiftiging te hebben opgelopen. Slechte montage? In eerste instantie achtte de rechter het bewezen dat de verwarmingsinstallateur fouten had gemaakt bij de montage van het rookgaskanaal, waardoor de CO-gassen de woning konden binnendringen. Volgens de rechter had de installateur de regels en de handleiding niet gerespecteerd, en was er geen logische opbouw. Daarom werd de man veroordeeld tot een celstraf van zes maanden met uitstel. De 60-jarige installateur tekende beroep aan en kreeg nu wel het Openbaar Ministerie aan zijn zijde. Een tweede deskundige die was ingeschakeld kon niet met zekerheid vaststellen dat de beklaagde fouten had gemaakt. Het Hof van Beroep heeft
Bij de Amsterdamse vestiging van Makro zijn de kantoorruimtes en de kantine onlangs flink verbouwd. Ook de technische installaties werden bij die gelegenheid vernieuwd. Soler & Palau leverde twee warmteterugwinningsunits (WTW) om het kantoorgedeelte van de zelfbedieningsgroothandel van de juiste ventilatie te voorzien. WKZ Installatietechniek – ervaren in onder andere koeltechniek, klimaatbeheersing, luchtbehandeling en gebouwbeheersystemen – bracht in opdracht van de aannemer diverse nieuwe installaties aan bij de Makro-vestiging. Waaronder een hoogwaardig ventilatiesysteem in de bedrijfskantine. Hendrik Welleweerd is calculator en tekenaar bij WKZ, dat gevestigd is in Apeldoorn maar daarnaast over een Amsterdamse vestiging beschikt. “Wij hebben voor dit project in Amsterdam de installatie van de ventilatiesystemen op ons genomen,” vertelt Hendrik. “Ik heb zelf het technisch ontwerp uitgevoerd en de calculatie gedaan. Uiteraard op basis van de wensen van de opdrachtgever. De vestiging in Amsterdam beschikt naast de winkel over een kantoorruimte én een ruime kantine. Voor deze ruimtes moest een ventilatie-oplossing op maat komen, zodat medewerkers van de Makro in een prettig binnenklimaat verblijven.” Altijd de juiste keuze “Onze tak van sport is totaalinstallatie inclusief advies. Klanten die voor ons kiezen, hoeven dus geen adviesbureau in te huren”, vervolgt Hendrik. “We ontzorgen de klant van A tot Z. Van ontwerp, engineering, plaatsing tot service en onderhoud. Als totaalinstallateur hebben we vanzelfsprekend de keuze uit verschillende leveranciers. Ons uitgangspunt bij die keuze is dat we een oplossing voor de klant willen bieden, niet zozeer een merk verkopen. De producten en diensten van leveranciers moeten passen in die oplossing,
Renovatie is een complex geheel, zeker als het een monumentaal pand betreft. Zo loop je als installateur tegen hele praktische zaken aan: net te weinig ruimte, leidingen die niet door de muren en plafonds getrokken mogen worden, balken die in de weg zitten en roosters die niet passen. De weg naar een oplossing is lang. Of toch niet? Het project De Binnengasthuizen in Zwolle laat zien dat het ook anders kan. Door de energiebesparingsdoelen uit het Convenant Energiebesparing Huursector hebben woningbouwcorporaties de doelstelling hun woningvoorraad de komende jaren te verduurzamen van het huidige gemiddelde D-label naar een gemiddeld B-label. Woningcorporatie Openbaar Belang in Zwolle heeft met een uiteenlopend pakket aan duurzaamheidsmaatregelen de Binnengasthuizen weten op te waarderen van energielabel F naar A+. Het is het eerste monumentale sociale woningbouwproject in Nederland, ontworpen en gebouwd volgens het Passief Bouwen principe. In dit project is naast het verduurzamen speciale aandacht uitgegaan naar het behoud van de authentieke elementen van de woningen en het terugbrengen van elementen van vroeger. De oorspronkelijke ramen en luiken zijn bijvoorbeeld terug en de nieuwe passief uitgevoerde voordeuren verwijzen subtiel naar hun authentieke vorm. Rigoureuze ingrepen Manager vastgoed Ronald van Lith van woningcorporatie Openbaar Belang was verantwoordelijk voor het project. “De Gasthuizen werden in 1923 door de gelijknamige stichting gebouwd voor ouderen en armen in Zwolle. Openbaar Belang nam de woningen in 2008 over van de stichting met de afspraak ze ook in de toekomst geschikt te houden voor deze doelgroep en de technische staat waarin ze verkeerden
Stel uw klant wil zijn woning energieneutraal laten maken. De aannemer pakt de schil aan, u installeert duurzame installatiesystemen, maar toch blijft de rekening in de papieren lopen en zitten de bewoners in de kou. Hoe kan dat? Het is mogelijk dat de woningscheidende wanden luchtlekken vertonen. Volgens adviseur Willem Koppen een veelvoorkomend probleem, waar de installateur op velerlei manieren last van kan krijgen. Tot een rechtszaak aan toe.Koppen is het gezicht van Koppen Bouwexperts, een adviesbureau met meer dan 15 jaar ervaring. De gedreven directeur maakt zich ernstig zorgen over de kwaliteit van het binnenklimaat in woningen die energiezuinig worden gemaakt. “Ik schat dat zo’n 50% van de woningen die duurzaam worden gerenoveerd ‘behoorlijk luchtopen’ zijn. In de helft van die gevallen denk ik zelfs dat er sprake is van storende luchtlekken.” NOM-woningen De zogenaamde NOM-woningen zijn hiervan niet gevrijwaard, benadrukt de adviseur. Ook daar komen frequent luchtlekken voor, volgens Koppen. De gevolgen zijn gemakkelijk te raden. “Als de buitenschil goed geïsoleerd is, maar de woningscheidende wand niet, dan zijn het comfort, energiegebruik maar ook de gezondheid en veiligheid al snel het kind van de rekening.” Verwarmen voor de buren Koppen geeft voorbeelden uit de praktijk. Zo was er een echtpaar dat dagelijks het menu van de buren kon raden. De kooklucht kwam door de luchtlekken hun huiskamer binnen. Het ventilatiesysteem trok de ‘verse’ lucht niet van buiten aan, maar via de ‘luchtopen’ bouwmuur bij de buren vandaan. In andere gevallen krijgen bewoners hun huis niet meer op temperatuur
De installatiebranche heeft de sleutel in handen als het gaat om de duurzame energietransitie. Dit geeft energie; dat voel je. Er lijkt een beweging gaande van optimisme die verder gaat dan de portemonnee van het individu of het bedrijf. Het gaat om maatschappelijke meerwaarde. Het gaat om het verschil maken. Op verschillende plekken in de branche heb ik gezien en ervaren wat de innovatiekracht van bedrijven is. Om nu bij te dragen aan de ontwikkeling van vakmensen is een verrijking. Want we staan op een nieuw kruispunt. Na de crisis zien we dat de workload toeneemt. Maar economische voorspoed is niet zaligmakend. We hebben mensen nodig om het werk op te kunnen pakken. Het feit dat onze bedrijven bijdragen aan een leefbare en duurzame wereld geeft een extra dimensie aan het optimisme in de branche. Die moeten we inleven en uitdragen. Het is ons grootste uithangbord om enthousiaste mensen aan te trekken. Mensen, en juist jonge mensen, kiezen niet meer alleen voor economische groei; een bedrijf moet méér betekenen. In de boeken heet dit de betekeniseconomie: een economie waarin bedrijven streven naar betekenismaximalisatie in combinatie met een gezond bedrijf. Het streven naar maatschappelijke betekenis is winstgevend. Ik hoor menig ondernemer nu denken: “Dit soort uitgangspunten vullen mijn orderportefeuille niet of lossen mij personeelstekort niet op.” Ik denk het tegenovergestelde. Werken bij een bedrijf dat Nederland duurzamer en innovatief sterker maakt, is aanlokkelijk. En het maakt de branche niet alleen aantrekkelijk als werkgever maar ook als partner voor bedrijven, organisaties en
Er is een groeiende aandacht voor het realiseren van een gezond binnenklimaat. Ventilatie kan daarbij een belangrijke rol spelen. Maar met het simpelweg plaatsen van een ventilatiebox ben je er niet. In stedelijke omgevingen bijvoorbeeld, zit veel fijnstof in de lucht. Hiervoor is binnen de woningbouw nog maar nauwelijks aandacht. De meeste lucht komt ongefilterd of slecht gefilterd via de gevel naar binnen. Bovendien worden filters zelden vervangen en ontbreekt het aan wetgeving op dit gebied. “De filters die nu toegepast worden bij individuele ventilatiesystemen in de woningbouw vangen geen fijnstof af en zullen dit ook niet kunnen vanwege ruimtegebrek”, vertelt adviseur Kees Koot in deze uitgave. Hij is werkzaam bij adviesbureau Hiensch Engineering, dat samen met fabrikant Barcol-Air een nieuw ventilatieconcept ontwikkelde voor de gestapelde woningbouw. De filtering vindt in dit systeem op centraal niveau plaats. Bovendien biedt het systeem de mogelijkheid om filters toe te passen van een betere kwaliteit. Maar minstens zo belangrijk is een ander aspect dat bij ventileren komt kijken: het moet op een duurzame manier gebeuren. En dat is gelukt. Het systeem maakt het mogelijk om in appartementencomplexen een EPC van 0.15 of lager te behalen. Een mooi voorbeeld dus van een innovatie die tegemoet komt aan en ontstaan is in de dagelijkse praktijk. U kunt er de vruchten van plukken.
De warmtepomp is in opmars. Consumenten, installateurs en fabrikanten tonen een groeiende belangstelling voor deze duurzame verwarmingstechniek en dat werkt ook door in opleidingsland, blijkt uit interviews van IZ. Zo vertelde Opleider ROVC dat het aantal cursisten voor een warmtepompopleiding afgelopen jaar was verviervoudigd. Het aantal aanmeldingen om een leertraject bij specialist Warmtepomp Academy te volgen is daarentegen vooralsnog stabiel. “Maar we verwachten wel op korte termijn een omslag.” Bij ROVC Technische opleidingen hebben zich in 2017 vier keer zoveel cursisten aangemeld voor een warmtepomptraining. Volgens Nico van Leeuwen volgde de afgelopen vijf jaar gemiddeld honderd professionals per jaar een cursus op dit vakgebied. “Dit jaar is dat explosief gestegen inclusief de bijbehorende F-gassen trainingen”, vertelt de projectleider binnen ROVC. “En in tegenstelling tot voorafgaande jaren gaan alle geplande groepen ook door.” Trendbreuk De trendbreuk sluit aan op cijfers die kort geleden openbaar werden. Zo bleek uit een rapport dat tijdens de European Heat Summit werd gepresenteerd dat er in 2016 twee maal zoveel warmtepompen zijn verkocht als in het voorafgaande jaar in ons land. Daarmee kwam het totale aantal warmtepompen in Nederland uit op 160.000, volgens cijfers van het CBS. Naar verwachting is dat aantal in 2017 doorgegroeid naar 200.000, aldus het CBS. Naast de beschikbaarheid van subsidies wijst van Leeuwen op twee andere redenen om de groeiende populariteit van warmtepompen te verklaren. “Verduurzaming is hot en er komen nieuwe hybride warmtepompen op de markt. Daarmee worden warmtepompen ook bereikbaar voor de bestaande bouw.” Nieuwe modulaire basistraining Het ROVC
De mededeling dat de consumentenbond cv-ketels gaat verkopen, heeft onder de installateurs het nodige stof doen opwaaien. Onder soms krachtige bewoordingen uitten tegenstanders het gevaar hiervan. Voorstanders zijn op één hand te tellen. Wie even verder kijkt, ontdekt dat het een herhaling van zetten is. Dezelfde effecten waren ook te constateren toen bijvoorbeeld Vereniging Eigen Huis voor haar leden om de hoek kwam met de collectieve inkoop van zonnepanelen. Opvallend is dat beide verenigingen ook collectieve energie-inkoop voor consumenten organiseren, nagenoeg zonder enig gemor uit de branche. Wordt er in de branche met twee maten gemeten? Het lijkt van wel. In de situatie van de cv-inkoop raakt het de installateurs direct in de handel en is de wereld te klein. In het tweede voorbeeld is de energieleverancier de pineut en dat is minder erg. We zien dit vaker. Denk aan discussies over kwaliteitsborging, serviceverlening of certificatieregelingen. Het bundelen van de (markt)vraag om daarop een scherpe inkoop te baseren, is niet nieuw. Veel installateurs maken er zelf ook gebruik van via de zogeheten inkoopcombinaties. Het ontvangen voordeel vervolgens collectief vertalen naar een goed en eensgezinds marktaanbod ligt lastiger. Ligt hier een rol voor een branchevereniging? Een belangenbehartiger zou vanuit haar achterban proactief aanbod kunnen bundelen richting clubs als de Consumentenbond of Vereniging Eigen Huis. Samengesteld aanbod waar naast prijs ook de deskundigheid, kwaliteit en servicegerichtheid van de deelnemende partijen een belangrijke plaats hebben. Om dat te kunnen bewerkstelligen, is er eensgezindheid onder de installateurs nodig. De bewustwording dat je samen sterker