Rookgasafvoer
EN DE TOEKOMST VAN DE ‘KETEL’
De rol van de gasgestookte cv-ketel is nog lang niet uitgespeeld. We stappen nu weliswaar van het aardgas af, maar voor waterstof en wellicht ook biogas zou zo maar eens een glorieuze toekomst in het verschiet kunnen liggen. Hoe zit het dan eigenlijk met de rookgasafvoer? Is die ook toekomstbestendig? IZ maakte een rondje langs ‘de grote drie’.
Voor dit artikel spraken wij met Peter Laros van Ubbink, Vincent Clausen van de M&G Group en Guido van Oijen van Cox Geelen, alle drie experts op het vakgebied van rookgasafvoersystemen.
Parallel en concentrisch
Ooit was parallel de norm, totdat concentrische rookgasafvoersystemen op de markt verschenen. “Het voornaamste verschil tussen parallelle en concentrische afvoeren is dat laatstgenoemde een pijp-in-pijp-constructie is, die een veiligheidsvangnet kan vormen. Bij lekkage van de binnenbuis komen de rookgassen niet in de open lucht, maar direct in de luchttoevoer van de ketel. Deze springt hierdoor op storing waardoor de kans op koolmonoxidevergiftiging wordt verkleind”, legt Van Oijen nog maar eens uit.
Installatiegemak
“Concentrische systemen zijn bovendien eenvoudiger te beugelen”, vertelt Clausen. “Een concentrisch systeem heb je in 1 keer gebeugeld, bij een parallel systeem moet je daarentegen dubbel beugelen.” Daarmee is het ook in één klap duidelijk waarom Rogafa, de vereniging van rookgasafvoerfabrikanten, sinds 2015 concentrische rookgasafvoeren adviseert voor nieuwbouw én renovatie.
Marktaandeel
Dat heeft grote gevolgen gehad. Installateurs zijn massaal overgestapt op concentrische systemen. Zeker in de nieuwbouw, vertellen de drie deskundigen. Toch blijven parallelle systemen marktaandeel behouden. Met name in de renovatiesector. Dat is goed verklaarbaar. Als er weinig ruimte beschikbaar is, kan de montage van concentrische systemen een uitdaging zijn. Laros: “Parallelle systemen worden daardoor ook nog toegepast en zijn veilig, mits goed geïnstalleerd.”
‘Nieuwe Beugelen’
Het is belangrijk dat rookgasafvoeren goed gebeugeld worden. Vandaar ook dat Rogafa sinds 2012 veel ruchtbaarheid geeft aan het, inmiddels niet meer zo, ‘nieuwe beugelen’.
“Het advies luidt om – op één uitzondering na – altijd te beugelen op de mof bij kunststof parallelle systemen en bij concentrisch op of nabij de bocht. De enig mogelijke uitzondering is de eerste mof vanaf het toestel. Een beugel is daar niet nodig als beide pijpen korter zijn dan 25 cm. Plaats de eerste beugel op maximaal 50 cm vanaf het toestel”, aldus Clausen.
Fouten
“Het ‘nieuwe beugelen’ leidde destijds tot de nodige commotie op de markt”, herinnert Van Oijen zich. “Door toolbox-meetings, trainingen en dergelijke heeft het inmiddels breed ingang gevonden.” Toch gaat nog niet alles van het leien dakje, weet Clausen. “Niet iedere installateur beugelt op de juiste plek, waardoor systemen kunnen gaan schuiven en losraken.”
CO-certificering
Met het nieuwe beugelen is ook een belangrijke stap gezet om rookgasafvoersystemen veiliger te installeren. De volgende belangrijke stap is natuurlijke de verplichte CO-certificering die eraan komt. Vanaf 2022 mogen alleen nog vakbekwame installatiemonteurs werkzaamheden aan (gas)verbrandingsinstallaties uitvoeren. De komende anderhalf jaar moeten daarom alle installatiemonteurs in Nederland hun Vakmanschap aantonen door middel van een theorietoets en een praktijkexamen, en moeten bedrijven een officieel geaccrediteerd BRL 6000-25 of KIWA certificaat behalen.
Bedenkingen
Laros, Clausen en Van Oijen zijn alle drie in hun nopjes met de nieuwe regeling. “We juichen het toe”, zegt Laros. “Het zal zeker leiden tot meer veilige installaties.” “Bovendien past deze certificering bij de nieuwe wet Kwaliteitsborging Bouw”, sluit Clausen aan. Toch hebben ze ook zo hun bedenkingen. Allereerst vanwege de voorbereidingstijd die nodig is. “Het gaat om een grote groep die gecertificeerd moet worden”, benadrukt Laros nog maar eens een keer. En hoe ga je controleren of alle installaties daadwerkelijk volgens de voorschriften zijn aangelegd? Ook van Oijen heeft zijn bedenkingen. “Een certificering biedt geen 100% zekerheid. Ook al hebben installateurs de juiste papieren op zak, ze beoordelen toch allemaal een situatie weer anders.” Van Oijen zou daarom graag zien “dat er een APK-keuring voor gasgestookte cv-ketels komt. Bij voorkeur uitgevoerd door een onafhankelijke instantie.” Zowel Laros als Clausen zien aansluitend ook een rol weggelegd voor fabrikanten. “Door verder te innoveren, kan je het installatiegemak naar een zodanig hoog niveau tillen, dat er vrijwel geen fouten meer kunnen worden gemaakt als een systeem wordt aangelegd.”
Toekomst
In het vorige decennium begon de massale overstap van aluminium naar kunststof rookgasafvoersystemen. Die ontwikkeling zet nog steeds door, vertellen de drie deskundigen. Laros: “Kunststof is makkelijker te verwerken en het is lichter.” “Dat levert ook veel vrijheid op bij de vormgeving”, vertelt Clausen. Zo kunnen er geïntegreerde trekvaste verbindingen worden gemaakt (push-fit), wat extra veiligheid oplevert. Clausen merkt daarnaast dat het milieuargument steeds zwaarder meeweegt. “Aluminium heeft een grotere Carbon-Footprint dan PP. Inmiddels zijn er ook al PP-kunststofsystemen op de markt die 100% recyclebaar zijn.” Verwachten de grote drie nog nieuwe ontwikkelingen op materiaalgebied? “Nee”, zeggen ze zowel bij Cox Geelen, Ubbink als de M&G Group. “PP is een uitstekend product en goed geprijsd, ik verwacht niet dat we andere exotische kunststoffen gaan gebruiken. Die zijn ook per definitie duurder”, licht Van Oijen toe.
Productie en verwerking
Waar zijn dan nog wel stappen te zetten? Laros: “Ik denk op het gebied van productie en dimensionering. Ik verwacht dat de rookgasafvoer vaker geïntegreerd zal worden in kant-en-klare prefab-elementen, die fabrikanten zelf in elkaar gaan zetten en aanleveren. Bovendien zou het me niet verbazen als er kleinere systemen op de markt komen, wat natuurlijk gunstig zal uitpakken voor het ruimtebeslag.”
De Cv-ketel
De gasgestookte cv-ketel zal niet van de ene op de andere dag verdwijnen. “Als maatschappij willen we miljoenen huizen gaan verduurzamen. Een collectieve overstap op warmtepompen is onmogelijk. De flankerende maatregelen brengen te hoge kosten met zich mee voor de consument, bovendien hebben we er simpelweg de monteurs niet voor”, licht Van Oijen toe. Hij verwacht dat de aardgasgestookte cv-ketel nog zeker 20 jaar mee kan. In de tussentijd komen er al hybride systemen op de markt: combinaties van warmtepompen en aardgasgestookte cv-ketels. “Bovendien wordt onderzocht om waterstof en biogas breder te gaan gebruiken. De situatie wordt dus steeds ingewikkelder”, constateert Laros terecht.
Kind en badwater
Alle drie de deskundigen maken zich wel zorgen over het negatieve etiket dat ‘gasgestookte’ oplossingen nu krijgen opgeplakt. “Je moet niet het kind met het badwater weggooien”, zegt Clausen. “Van het gas af, betekent primair van het aardgas af. Dat betekent niet dat er geen kansen liggen voor duurzame alternatieven als waterstof en biogas. We hebben een hele infrastructuur aangelegd voor aardgas. Die kan ook anders worden benut.” Hetzelfde geldt voor de rookgasafvoersystemen zelf. Tijdens de laatste VSK lieten de ketelfabrikanten verschillende waterstofketels zien. Ook die hebben rookgasafvoersystemen nodig. Het goede nieuws is dat er al rookgasafvoersystemen op de markt zijn die zowel voor aardgas als waterstof geschikt zijn. We hebben hier dus kortom te maken met een blijvertje, waar nog een fraaie toekomst voor lijkt te zijn weggelegd
Hoe beugelt Nederland nu?
“’De bouw innoveert te weinig’, wordt weleens geroepen. De bouwketen zou te complex en te versnipperd zijn geworden om effectief te kunnen innoveren”, zegt Henk Bruining van de M&G Group. “Regelgeving is nodig om sturend op te treden. Het is toch wel jammer dat de overheid ‘ons’ moet vertellen aan welke eisen een toekomstig bouwwerk dient te voldoen. Denk aan de eisen ten aanzien van energiegebruik en specifieke eisen aan bouwmaterialen in verband met de gezondheid. Wat opvalt is dat innovatie in de bouw vaak zit in de bouwproducten zelf. Zo heeft de M&G Group in nauwe samenwerking met partners Easy-Safe ontwikkeld; een concentrisch rookgasafvoer systeem met een degelijke trekvaste verbinding. Deze wordt gerealiseerd door 35 haakjes op een stalen tandring die zich met een push-fit systeem vastklemmen op de kunststof luchttoevoerbuis van het volgende element. Is beugelen dan niet meer nodig? Jazeker wel. Ook voor trekvaste systemen geldt, nog steeds, dat de onderdelen vast moeten zitten aan het gebouw. De dakdoorvoer bijvoorbeeld is niet gemaakt om het gewicht te dragen van het afvoersysteem, ook kan en mag het systeem niet steunen op de aansluitstompen van de ketel. De bijgeleverde montage-instructie laat op eenvoudige wijze, in zogenaamde ‘IKEA style’, zien hoe de beugels geplaats moeten worden.”
Stijlvolle kappen
Als rookgasfabrikant heeft Cox Geelen geïnvesteerd om mee te gaan met de duurzame ontwikkelingen binnen de verwarmingsmarkt en dan specifiek op het gebied van warmtepompen.Inmiddels heeft de fabrikant al enige jaren ervaring met het produceren van stijlvolle kappen voor warmtepomp split-units of monoblocks, die op het dak worden geplaatst. Voor diverse merken Cox Geelen kappen of behuizingen op maat gemaakt, waarbij de dakhelling op 1° nauwkeurig is en de kap in de gewenste kleur is gespoten. De fabrikant gaat naar eigen zeggen zelfs al enige tijd een stap verder door het aanbieden van de ‘ontzorgformule’ waarbij Cox Geelen de split-unit of monoblock in de kap voormonteert in de eigen productiehal. Vervolgens zorgt de fabrikant ervoor dat het als één geheel op het gewenste moment bij de woning wordt aangeleverd. De hoogwerker plaatst de kap met unit op het dak en vervolgens kan de warmtepomp verder worden aangesloten. Op deze wijze wil de fabrikant voor iedere pomp een oplossing kunnen bieden.