Hernieuwde aandacht voor installatiegeluid in kleine utiliteit en scholen

ISSO-PUBLICATIE 24 GEREVISEERD

ISSO heeft de afgelopen maanden hard gewerkt aan de revisie van ISSO-publicatie 24. Door de strengere hantering van nieuwe wet- en regelgeving was er behoefte aan een herziening van dit document over installatiegeluid. Aanleiding waren ook de verschillende meldingen van praktijkproblemen met installatiegeluid. Bovendien blijkt de markt behoefte te hebben aan eenvoudige rekenregels. Reden genoeg om de publicatie een update te geven.

De herziening van ISSO-publicatie 24 was ook geen overbodige luxe; de originele publicatie stamt uit 1990. De nieuwe versie gaat onder meer dieper in op installatietechnische onderdelen en de theoretische aspecten rondom installatiegeluiden.

Meer installaties

Dennis van der Kooij, projectcoördinator bij ISSO, geeft aan dat de revisie - naast de verdieping op het vlak van installatietechnische onderdelen en de theorie - op nog een aantal punten afwijkt van de eerste publicatie. “De meest recente versie behandelt meer installaties uitgebreider en we gaan ook dieper in op elke installatie. Zo komen in de nieuwe versie van de ISSO-publicatie 24 onder andere de geluidstechnische aspecten van verwarmingsinstallaties, sanitaire installaties en liftinstallaties aan bod. Daarnaast is er extra aandacht voor de bouw-akoestische aspecten, zoals de geluidsisolatie van constructies en de absorptie van geluid bij afwerkmaterialen. Zowel de bouw-akoestische facetten als de geluidsabsorptie bij afwerkmaterialen zijn namelijk belangrijk bij het beoordelen van de toelaatbare mate van geluidsuitstraling. Compleet nieuw in de herziening zijn decentrale installaties in onder anderen scholen, omdat hier vanuit het werkveld veel vraag naar is. Voorbeelden hiervan zijn fancoil-units, vloer- en gevelunits en decentrale schoolventilatiesystemen. De publicatie gaat daarnaast in op trillingstechnische aspecten en geeft praktische voorbeelden van trillingsdempende maatregelen voor opstellingen met trillingsproducerende installatiecomponenten.”

Invloed op comfortniveau

Arjan Schrauwen werkte vanuit zijn functie als projectcoördinator bij ISSO met Van der Kooij samen aan de totstandkoming van de herziening van ISSO-publicatie 24. “In het Bouwbesluit stelt de overheid wettelijke eisen aan het installatiegeluidsniveau dat installatiesystemen binnen woningen en onderwijsgebouwen produceren. Het gaat daarbij om installatiesystemen die invloed hebben op het comfortniveau van het gebouw, zoals verwarming, ventilatie, koeling en hygiëne”, vertelt Schrauwen. Omdat dergelijke installaties vaak langdurig in bedrijf zijn, is eventuele geluidshinder die afkomstig is van deze installaties ook lang aanwezig. Schrauwen: “Op het moment dat geluidshinder van gebouwinstallaties niet eenvoudig weg te nemen is, dan is het lager zetten of uitzetten van de installatie de enige optie om van de geluidsoverlast af te komen. Omdat dit direct invloed heeft op het comfort in het gebouw is de beperking van constructiegeluid door installateurs een belangrijk aspect bij het ontwerp en de montage van dergelijke installaties.”

Verschillende oorzaken

Installatiegeluid kan direct afkomstig zijn van de gebouwinstallaties, maar toch hoeft dit niet per se de aanleiding van het geluid te zijn. Geluidsoverlast kan ook ontstaan door trillingen die de gebouwinstallaties produceren. Vaak is er trillingsoverdracht via bouwkundige constructies die, door de wijze van montage of bevestiging, de trillingen kunnen opwekken. Fabrikanten en leveranciers van technische installaties beschikken meestal niet over de kennis en benodigde informatie om de productie van deze trillingen te herkennen en te voorkomen. Omdat trillingsproductie in combinatie met trillingsoverdracht naar bouwkundige constructies in veel situaties de aanleiding vormt voor geluidshinder, beschrijft ISSO-publicatie 24 - op basis van (meet)ervaringen - de maatregelen waarmee men constructiegeluiden kan voorkomen.

Gerichte doelgroep

Concreet richt de kennis in de nieuwe ISSO-24 publicatie zich op de kleine utiliteit en op onderwijsgebouwen. Onder het begrip ‘kleine utiliteit’ verstaat ISSO alle gebouwen die overwegend een kantoor- en/of onderwijsfunctie bekleden. De informatie in de geüpdatete publicatie geldt dan ook alleen voor installaties die zich in of op deze gebouwen bevinden. Volgens Van der Kooij had de originele ISSO-publicatie over installatiegeluid in de utiliteitsbouw geen specifieke doelgroep. “Dat verandert in de revisie, waarin we ons dus duidelijk richten op de kleine utiliteit”, geeft Van der Kooij aan. “Daarmee focust de nieuwe versie van de ISSO-publicatie 24 zich op het deel van de utiliteitsbouw dat vaak met installatiegeluid te maken heeft. Het gaat daarbij om partijen die in of voor de praktijk werkzaam zijn, zoals installateurs, installatie-adviseurs, medewerkers in het technisch beroepsonderwijs, montage- en onderhoudsbedrijven, architecten en bouwkundigen.”

De uitgave verschijnt begin 2019 in de ISSO-KennisBank, kennisbank.isso.nl 

breed gedragen initiatief

Aan de ontwikkeling van publicatie 24 hebben de volgende personen
bijgedragen:

De heer ing. J.H.N. Buijs Peutz BV
De heer G.J. Conijn Schouten Techniek B.V.
De heer ir. K. Kalkman Nelissen Ingenieursburo B.V.
De heer D.R. van der Kooij ISSO
De heer N. van Leeuwen ROVC Technische Opleidingen
De heer H. Huub Neuteboom DGMR Bouw B.V.
De heer ing. O.W.W. Nuijten Edu4Install
De heer drs. ing. A.P.W.M. Schrauwen ISSO
De heer T. van der Velde Vabi Software B.V.
De heer F.A. Vos Uneto-VNI

De herziening is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van: