Geluid in gebouwen
“OVERLAST IS VAAK AL IN HET VOORTRAJECT TE VOORKOMEN”
Met de groeiende populariteit van warmtepompen staat het fenomeen ‘geluid’ weer volop in de belangstelling. Menig consument vraagt zich af of een buitenunit geen lawaai zal produceren. Maar eigenlijk zou geluidsbeleving continu op het netvlies van de installateur moeten staan, betoogt Akoestisch Adviseur Pascal van Dort. Hij geeft praktische adviezen om geluidsoverlast binnen te voorkomen.
In 1883 voorspelde de Duitse arts Robert Koch al: ‘Er komt een dag waarop de mens lawaai even intensief zal moeten bestrijden als hij vroeger tegen cholera en pest heeft gestreden’. Bijna anderhalve eeuw later lijkt de beroemde ontdekker van cholera gelijk te hebben gekregen. Uit onderzoek van de World Health Organisation blijkt dat geluid één van de belangrijkste omgevingsfactoren is die de gezondheid van mensen kan beïnvloeden. Zo kan te veel lawaai stress veroorzaken, waardoor de bloeddruk kan stijgen. Dit kan weer leiden tot hart- en vaatziekten en uiteindelijk dodelijke infarcten.
Achtergrond
Verschillende marktpartijen zetten zich daarom actief in voor een beter akoestisch binnenklimaat. Onder hen is ook Rockfon, dochteronderneming van Rockwool International uit Denemarken en leverancier van akoestische plafond- en wandoplossingen. Pascal van Dort, Acoustics Specialist bij Rockfon Rockwool werkt al 20 jaar bij Rockfon waarvan de laatste 7 jaar als akoestisch adviseur. “Ik help partijen in de bouwkolom met akoestische vraagstukken en adviseer ze bij materiaalkeuzes. De laatste jaren word ik, helaas, ook steeds vaker ingeschakeld als probleemoplosser. Helaas omdat deze fouten vaak in het voortraject of bij de juiste uitvoering al voorkomen hadden kunnen worden.”
Oorzaken
Als men klaagt over lawaai of een slechte akoestiek is het van belang om eerst de oorzaak van de klacht te achterhalen. Zeker bij gebouweigenaren en huurders die vaak niet eens weten wat het verschil is tussen geluidabsorptie en geluidisolatie kan dit nogal eens een uitdaging zijn, zegt Van Dort. “Zo krijg ik bijvoorbeeld bij projecten in de utiliteitsbouw vaak te horen dat men letterlijk kan verstaan wat er in de ruimte ernaast gezegd wordt, terwijl er toch een geluidsisolerende scheidingswand is geplaatst. Het systeemplafond of het geplaatste schot boven de wand wordt dan regelmatig aangewezen als boosdoener, terwijl de oorzaak vaak te vinden is in de detailaansluitingen.”
Doorvoeren luchtdicht afsluiten
“Zo kunnen bijvoorbeeld de kabelgoten of leidingendoorvoeren voor een geluidlek zorgen”, legt Van Dort uit. “Het is in dergelijke gevallen belangrijk om alle doorvoeren door de scheidingswanden luchtdicht af te sluiten. Hetzelfde geldt voor alle luchtkanalen, kabelgoten en leidingen die door het barrièreschot boven wand gaan”, zegt hij. “Indien de scheidingswanden niet doorlopen tot het bouwkundig plafond of er worden geen barrièreschotten geplaatst dan kan het zijn dat de installaties zelf de geluidlekken veroorzaken. De plafondpanelen hebben in zulke gevallen een hogere geluidisolatie dan de armaturen en/of luchtroosters. Het is van belang om dan bijvoorbeeld de armaturen te voorzien van zogenaamde suskappen.”
Voorspelbaarheid
Bij nieuwbouwprojecten kan je vooraf al goed inschatten waar de uitdagingen zitten. Bij renovatie- en of transformatieprojecten heb je rekening te houden met de bestaande situatie. “Een goed voorbeeld van transformatie is een voormalig gemeentelijk stadskantoor in Gouda waarin appartementen zijn gerealiseerd boven de bestaande winkels. Netwerkbeheerder Stedin heeft in de voorbereiding aangegeven geen gasleidingen aan te leggen, wat resulteerde in de keuze voor individuele combi-warmtepompen om mee te verwarmen en warm tapwater te produceren. Alle installatietechnische aansluitingen voor de bovenliggende appartementen zijn boven de systeemplafonds van de winkels aangebracht”, vertelt Van Dort. “In een dergelijke situatie kan het zijn dat de geluidproductie van de installaties en leidingen zelf de oorzaak is van de geluidoverlast. Uiteraard kan je de leidingen geluidsisolerend bekleden, maar een andere optie is om het systeemplafond te voorzien van plafondpanelen met een verhoogde directe geluidsisolatie.”
Interieur
Daarnaast is het al jaren een trend om interieurs, zowel in de woning- als utiliteitsbouw, een industrieel tintje te geven. Vaak wordt er dan voor gekozen om het traditionele standaard systeemplafond weg te laten en alle techniek zoveel mogelijk in het zicht te laten. “Vanuit esthetisch oogpunt begrijp ik dat wel. Het heeft echter wel nadelige gevolgen voor de ruimteakoestiek en het geluidniveau van de installaties. Voorheen werd het geproduceerde geluid van de leidingen en luchtkanalen in het plenum nog enigszins geïsoleerd en geabsorbeerd door het plafond. Nu zullen alle leidingen en kanalen afzonderlijk geïsoleerd moeten worden. En voor het verbeteren van de ruimteakoestiek ontkom je er niet aan om geluidsabsorberende baffles of eilanden op te hangen.” Een duidelijk aandachtspunt dus, ook voor de installateur.
Richtlijnen en eisen
Het is zomaar een greep uit de situaties waar Van Dort dagelijks mee te maken krijgt. Hij wijst afsluitend nog eens op het belang van alle wettelijke eisen en richtlijnen die gelden en de noodzaak om daar als installateur kennis van te nemen. “Zoals bijvoorbeeld van het maximale geluidniveau in de ruimte ten gevolge van installaties conform NEN 5077. Het PvE Frisse Scholen 2015 vermeldt hierover bij Klasse A (zeer goed): ‘Het geluidniveau in de groepsruimten ten gevolge van installaties is maximaal 30 dB’. Terwijl in het Handboek Bouwfysische Kwaliteit Gebouwen, Juni 2018 over het geluidniveau staat geschreven: ‘In kleinere kantoren is een achtergrondgeluidniveau (bijvoorbeeld ruis van installaties) van 35-40 dB(A) gewenst, maar zeker niet hoger dan 40 dB(A), omdat dit door de gebruikers over het algemeen als hinderlijk wordt ervaren. Een lager niveau dan 35 dB(A) is echter evenmin wenselijk, omdat dan eisen aan de geluidsisolatie van de scheidingsconstructie zodanig hoog worden dat hier met normale verplaatsbare scheidingswanden niet aan kan worden voldaan’.
Geluid en akoestiek zijn dus van grote invloed op het welbevinden van de mens. Het belang moet zeker niet onderschat worden, ook niet door de installateur. “Het is een ingewikkelde materie maar soms is het ook gewoon een kwestie van je gezond verstand gebruiken”, besluit Van Dort