Duurzame restwarmte

LT-warmtenetten winnen onmerkbaar aan populariteit

Er vindt een stille revolutie plaats. Waar de warmtepomp met veel bombarie haar entree maakt in de gebouwde omgeving, groeit bijna onmerkbaar ook het aantal LT-netten. Waarom zijn deze warmtesystemen zo duurzaam en wat moet de installateur erover weten?

Warmtenetten zijn niet van gisteren. Ze worden al sinds de 19e eeuw commercieel toegepast in de Verenigde Staten. In Europa bestaan ze sinds de twintigste eeuw. Een warmtenet is een energieconcept om restwarmte, bijvoorbeeld van een fabriek of verbrandingsoven, of aardwarmte van diep onder de grond, te gebruiken voor de centrale opwarming van water. Een netwerk van goed geïsoleerde ondergrondse leidingen brengt dat warme water tot in woningen en bedrijven in de buurt, voor verwarming en sanitair warm water. Energie die anders verloren gaat, wordt zo op een duurzame manier hergebruikt.

HT-warmtenetten

In het leeuwendeel van de gevallen gaat het om HT-warmtenetten. De aanvoertemperatuur van het water in zo’n HT-warmtenet zit meestal tussen de 70 en 90 °C. Via een warmtewisselaar wordt vervolgens de warmte afgedragen en in de woning benut voor ruimteverwarming en de productie van warm tapwater. Dit is een eenvoudige en robuuste oplossing. “In Nederland zijn ongeveer 1000 van deze HT-warmtenetten”, vertelt Gijs van Heijster. Hij is werkzaam als Asset Manager bij Ennatuurlijk, een onafhankelijk, duurzaam energiebedrijf. Bij Ennatuurlijk zijn verkoop- en operationele activiteiten voor de opwek, distributie en levering van warmte en koude samengebracht.

Belangstelling

Het energiebedrijf verbindt lokale warmtebronnen met eindgebruikers en beheert deze warmtenetten zelf. “In het geval van de HT-variant gaat het om 70 tot 80 netten, bij de LT-variant om pakweg 10”, zegt Van Heijster zo uit het hoofd. Waar de HT-netten al aardig zijn ingeburgerd, geniet zijn broertje nog nauwelijks bekendheid. Adviseur Merosch organiseerde er enige tijd geleden een middag over met verschillende kennissessies. De opkomst was fors. Hoewel de belangstelling niet zulke overweldigende vormen aanneemt als bij warmtepompen het geval is, groeit de interesse vanuit de vakwereld en het aantal toepassingen wel gestadig door.

LT-netten

“Ik schat dat er honderden LT-warmtenetten zijn in Nederland”, zegt Van Heijster. “In de meeste gevallen gaat het om een WKO-installatie die met behulp van een warmtepomp warmte levert aan woningen en utiliteitsgebouwen.” Een LT-warmtenet werkt met aanvoertemperaturen rond de 50 °C en heeft een aantal voordelen vergeleken met de HT-variant. “Zo bedraagt het gemiddelde warmteverlies van een HT-warmtenet tijdens het transport 25 – 30%, bij een LT-warmtenet zit je op de helft daarvan.” Daarnaast is het systeem eenvoudiger te combineren met een hernieuwbare thermische energieopwekker, zoals zonnecollectoren of een geothermie-installatie. “Een zonnecollector zal sneller de gewenste temperatuur bereiken die nodig is om een LT-warmtenet te voeden dan bij een HT-warmtenet het geval is”, vertelt Van Heijster ter verduidelijking. Hij wijst nog op twee andere voordelen. “Zo wordt een LT-net vaak aangesloten op een vloerverwarmingssysteem. Menig consument ervaart de warmteafgifte van dat systeem als zeer comfortabel.” Tot slot valt de exploitatie van een LT-net goedkoper uit dan bij zijn HT-evenknie het geval is, omdat er minder slijtage door uitzetting is. Dus er wordt ook geld bespaard.

Beperkingen

Maar er is een keerzijde. LT-warmtenetten brengen ook beperkingen met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan het ruimtebeslag. Om de warmtapwatertemperatuur op te krikken naar de 60 -70 °C moet een doorstroomtoestel, warmtepomp of cv-ketel worden ingezet en/of een boiler/buffervat. Daarnaast zijn de verschillen tussen de aanvoer- en retourtemperatuur veel kleiner dan bij een HT-warmtenet het geval is. Het luistert allemaal veel nauwer, waardoor het systeem gevoeliger wordt voor verstoringen.

Bekendheid

Kunnen de kleine en middelgrote installateur al uit de voeten met LT-netten? “Voor velen is het een nieuw concept”, heeft Van Heijster ervaren. “Het realiseren van een goed werkend warmtesysteem vereist een integrale aanpak waarbij ook de bouwkundige randvoorwaarden van belang zijn. Uit financiële overwegingen wordt wel eens gekozen voor een inferieure bouwkundige of installatietechnische oplossing. Installateurs hebben niet altijd door welke gevolgen deze beslissingen gaan hebben voor de werking van een LT-systeem. Ook de juiste aan- en retourtemperatuur zijn een continu punt van aandacht, dus ook nog na realisatie.”

Toekomst

Op dit moment zijn warmtepompen bezig met een stormachtige opmars. Van Heijster onderschrijft dat deze verwarmingsoplossing in veel situaties een goede oplossing kan bieden. “Maar dat geldt ook voor warmtenetten. Warmtenetten worden met name voor de stedelijke omgeving gezien als dé oplossing. Zo kan, onder andere een LT-warmtenet uitkomst bieden in dichtbebouwde gebieden met veel woningen. Bijvoorbeeld in situaties met hoogbouw of rijtjeswoningen, waar de ruimte in en om de woning over het algemeen schaars is en waar de impact van bijvoorbeeld een ventilator aan de wand groot is. Een warmtepomp is in het buitengebied of in ruim opgezette wijken daarentegen vaak een betere keuze: een warmtenet heeft daar relatief te hoge verliezen. Al met al ziet Van Heijster een gouden toekomst weggelegd voor LT-warmtenetten. “In de nieuwbouw raken ze al rap ingeburgerd. In de bestaande bouw zijn nog extra pilotprojecten nodig om iedereen over de streep te trekken. Maar ook daar winnen ze aan populariteit.” 

Tips voor de installateur

Mocht je als installateur te maken krijgen met een LT-warmtenet, let dan op de volgende zaken bij de aanleg van een afgiftesysteem en de bereiding van warmtapwater. Kijk eerst of de bouwkundige schil wel voldoende geïsoleerd is om een LT-afgiftesysteem toe te passen. Van Heijster: “Ik zou adviseren om een RC-waarde aan te houden van minimaal 4.” Realiseer je dat er verschillende warmte-afgifteoplossingen zijn. De consument vraagt al snel om vloerverwarming, maar afhankelijk van de omstandigheden kan een andere oplossing financieel, bouwkundig of comfort-technisch misschien wel veel beter uitpakken. “Neem nu de renovatiemarkt”, zegt Heijster. “In bepaalde gevallen is het problematisch om een vloerverwarming aan te leggen in een bestaande woning. Je zou dan kunnen kiezen voor (passieve) convectoren of LT-radiatoren.” Ook het inregelen vraagt om maatwerk, legt Van Heijster uit. “De afgiftetemperatuur ligt lager, dus de warme moet extra goed verdeeld zijn over de woning om het gewenste comfortniveau te behalen.” Resteert nog de warmtapwaterproductie. Van Heijster: “Let op de lengte van de leidingen vanwege het warmteverlies en houd rekening met het ruimtebeslag voor het boilervat. Wees je ervan bewust dat de watertemperatuur opgekrikt moet kunnen worden in het kader van legionellapreventie.” Na de aanleg volgt het beheer. Van Heijster adviseert om een “periodieke APK” uit te voeren. “Controleer of de aan- en retourtemperatuur kloppen, check op lekkages en vraag of het gewenste comfortniveau nog wordt behaald.”