Duurzaam slopen

INSTALLATIESECTOR HEEFT NOG LANGE WEG TE GAAN

Het is inmiddels alweer 6 jaar geleden dat IZ een sloper sprak over duurzaam hergebruik van installatiemateriaal. Volgens de, overigens grote speler, in de bouwwereld was het animo laag. Bovendien zaten er technisch gezien allerlei haken en ogen aan vast. Inmiddels lijkt het tij te zijn gekeerd. Circulair slopen en hergebruik van installatiemateriaal en sanitair begint langzaam maar zeker ingeburgerd te raken.

A. van Liempd sloopbedrijven heeft zich zelfs toegelegd op circulair slopen. Via het dochterbedrijf Gebruiktebouwmaterialen.com vinden de refurbished products weer hun weg in de bouw- en installatiewereld. IZ sprak erover met Barthel van Dinther, de Commercieel Manager en Circulair Specialist van A. van Liempd sloopbedrijven.

Hergebruik vs recycling
Er bestaat een groot verschil tussen hergebruik en recycling. Van Dinther: “Circulariteit in optima forma is het hoogwaardig hergebruik van bouw- en installatiematerialen. Oftewel: materialen worden hergebruikt waarvoor ze in eerste instantie zijn gemaakt. Een cv-ketel als cv-ketel en een MV-box als een MV-box. Bij recyclen win je grondstoffen uit eerder gemaakte producten. Die grondstoffen gebruik je vervolgens om nieuwe producten te maken. Zoals je wel zult begrijpen vergt dat een scala aan handelingen, die een CO2-uitstoot met zich meebrengen. Vandaar dat we recyclen omschrijven als laagwaardig hergebruik.”

Voortrekkersrol
“Vanwege de klimaatverandering bestaat er een toenemende belangstelling voor circulair hergebruik. Op die manier kun je namelijk bijdragen aan de verlaging van de CO2-uitstoot. Wij zien in de praktijk dat vooral overheden en woningcorporaties een voortrekkersrol vervullen. Zij zetten een duurzaamheidsstrategie uit die reikt tot 2050, het jaar waarin we een volledig circulaire economie moeten hebben.”

Vertrekpunt
Circulair slopen, bouwen en installeren vereist een ander vertrekpunt, legt Van Dinther uit: “Wij zien een gebouw als een materialen- en grondstoffenbank. Wij demonteren, scheiden en sorteren, zodat producten kunnen worden hergebruikt en van de overige grondstoffen weer nieuwe producten gemaakt kunnen worden. Dat doen wij aan de hand van ‘De Ladder van Lansink – De Afvalhiërarchie’. Deze rangorde van afvalverwerking onderscheidt drie categorieën van omgaan met afval. Preventie en hoogwaardig hergebruik hebben de hoogste prioriteit. Vervolgens recycling en hoogwaardige energiewinning. De minste voorkeur heeft het verbranden of storten van afval, maar dit komt bij ons nog maar zelden voor.”

Refurbishen
A. van Liempd sloopbedrijven oogst dus als het ware allerlei bouwmaterialen en installaties uit gesloopte gebouwen. Denk aan toiletten, cv-ketels, MV-boxen, kranen, radiatoren, wastafels en boilers. Hierbij wordt gekeken of het sanitair en installatiemateriaal nog ‘voldoet in functie’. “Wat dat betreft hanteren we een heldere scheidslijn. ’Niet in functie’ kan bijvoorbeeld betekenen dat de wastafel lek is, de kraan niet meer kan worden dichtgedraaid, de MV-box zijn capaciteit niet meer behaalt en de cv-ketel geen warmte meer levert.” Uiteraard mag er wel sprake zijn van een kleine aantasting, zoals een krasje op een MV-box of een putje in het sanitair, maar voor de rest moet het product nog goed functioneren. A van Liempd sloopbedrijven doet zelf de “optische refurbishing”, dus bijvoorbeeld het schoonmaken van sanitair. Moet er worden gesleuteld aan het apparaat, dan klopt de sloper aan bij derden. Bijvoorbeeld Kemkers Installatiebedrijven.

Toppers
Na een finale test om de werkzaamheid te kunnen garanderen, komt het circulaire installatiemateriaal en sanitair meestal terecht bij dochterbedrijf Gebruiktebouwmaterialen.com. “We hebben een grote vraag naar onder andere cv-ketels, wastafels en kranen. Het overgrote deel van de klanten bestaat uit particulieren, maar de zakelijk markt is snelgroeiende. Zo hebben wij een circulair assortiment voor DO en mutatie onderhoud waarin installatieproducten zijn opgenomen die normaliter niet zo snel door een particulier worden afgenomen, maar die de installatiebranche in grote hoeveelheden gebruikt. Om de installateur de overtuigen van de kwaliteit krijgt de afnemer zelfs een jaar omruilgarantie en hoeven ze niet te vrezen voor de kwaliteit. Afhankelijk van het product kan het zo weer tot enkele tientallen jaren mee.”

Achterlopen
“We merken dat de installatiesector nog achterloopt op de bouwsector. Dat is ook makkelijk te verklaren. Veel installaties hebben een gebouwspecifiek karakter, waardoor je ze niet zomaar een tweede leven kan geven in een nieuw pand. Daarnaast hebben installaties over het algemeen een kortere levensduur dan de bouwkundige elementen, waardoor ze minder lang (her)bruikbaar zijn.” Dat kan ook opzettelijk zijn, heeft Van Dinther gemerkt. “Sommige producten zijn zodanig ontworpen dat ze eerder sneuvelen. Fabrikanten willen natuurlijk ook graag hun verdienmodel in stand houden,” zegt hij lachend. Tot slot ligt het innovatietempo veel hoger in de installatiebranche. Oude installaties of onderdelen zijn na verloop van tijd achterhaald en voldoen dan niet meer aan de huidige (energie)normen.

Prognose
Hoe dan ook, de markt groeit door. Daar bestaat geen twijfel over. Niet alleen vanwege morele en financiële motieven, maar ook door een scala aan nieuwe regelgeving die het gebruik van circulaire producten aanmoedigt, legt Van Dinther uit. De vraag is echter hoe groot de markt in potentie is. “Circulaire
producten zullen nooit echt een bedrei­-
ging vormen voor fabrikanten. De uit-
stroom uit de bouw- en installatiebranche kan naar schatting oplopen tot maximaal 10%. Dat is natuurlijk nog steeds een fors percentage. Vandaar dat we ook samenwerken met groothandels, zoals Technische Unie en Mastermate, waarbij wij circulaire producten aanleveren voor hun assortiment.”

Stappen
Toch zal die verdere doorgroei niet zonder slag of stoot plaatsvinden. In de praktijk lopen A. van Liempd en andere specialisten op het gebied van circulariteit tegen de nodige hobbels aan. Al eerder noemden we het innovatietempo en de beperkte gebruiksduur van sommige producten. Daar bovenop komt onder andere de prijs. “Als de nieuwprijs lager ligt dan de aankoopprijs van refurbished products, wordt het moeilijk concurreren.” In een aantal gevallen heeft die ongunstige prijsstelling te maken met de tijd en moeite die nodig is om terugwinning en hergebruik mogelijk te maken. “Ook beschikt niet iedere partij over de juiste kennis om te beoordelen of het zinvol is producten en materialen terug te winnen en op welke wijze dat het meest efficiënt kan gebeuren”, vertelt Van Dinther. En dan zijn er nog de gevestigde zakelijke belangen. “Niet iedere installateur staat te springen om circulariteit te omarmen, sommige zien het nog als een bedreiging omdat ze hun marge niet kunnen pakken op de producten die ze leveren. Maar naar ons idee is het juist een kans voor de installateur om dichter bij de klant te komen door meer toegevoegde waarde te leveren.”

Gevolgen voor installateur
Het zijn grotendeels bekende hobbels, die al vaker zijn genomen tijdens grote transities in de bouw- en installatiesector. Daarom: “Over een jaar of 5 is circulariteit al ingeburgerd in de sector, hoewel de markt nog zeker niet tot volle bloei zal zijn gekomen. Wat de consequenties zijn voor installateurs? Je hebt ouderwets vakmanschap nodig, bijvoorbeeld om te beoordelen of het haalbaar is bepaalde producten terug te winnen en de wijze waarop je ze gaat demonteren. En je wordt flink uitgedaagd als vakman, want hoe en waar ga je circulaire producten installeren en integreren in oplossingen?” 