Dág onderhoudscontract
‘Servitization – dienstverlening is de toekomst van de industrie’ (2016) is een rapport van ABN-AMRO dat u niet mág missen. Het legt uit hoe binnen de technische sector de kanteling plaatsvindt van productverkoop naar dienstverlening. Een uitdagende kanteling voor veel van onze sectorbedrijven.
Je zou servitization – oké, het blijft een tongbreker – versimpeld mogen vertalen naar servicedienstverlening. Het staat voor ‘het aanbieden van klantgerichte combinaties van goederen, diensten, ondersteuning, selfservice en kennis, met als doel waarde toe te voegen aan het kernproduct’. Deze volle definitie van de tongbeker werd al in 1988 gebruikt door Vandermerwe & Rada. Toch lijkt nu pas de tijd rijp voor een echte doorbraak.
Servitization biedt de installateur nieuwe kansen. Hoe ga je geld verdienen aan servicediensten in plaats van dat het een kostenpost is? We kennen al enige tijd het onderhoudscontract, eigenlijk een soort voorloper. Toch blijkt deze contractvorm steeds meer onder druk te staan. Installaties en onderliggende producten worden steeds slimmer. Gecombineerd met andere data ontstaan er nieuwe vormen van informatiestromen, waarmee geautomatiseerd inzicht en kennis afgegeven wordt aan iedereen die hierop is afgestemd.
Opdrachtgevers gaan anders naar installaties en producten kijken. Ze zoeken naar en vragen om andere financieringsmodellen. Eén daarvan is ‘x-As-A-Service’, waarbij x voor het product of de dienst staat. Ook te denken valt aan een pay-per-use. Je leest steeds vaker dat er een sociale maatschappelijke kanteling plaatsvindt van bezit naar gebruik. We kennen het in de (mobiele) telefoniewereld en ook op het gebied van muziek en film. Zou een dergelijke dienst ook opgezet kunnen worden voor installaties? Bijvoorbeeld: verlichting-als-een-service of cameratoezicht-als-een-serivice? Ik denk van wel. Het is dan ook niet een kwestie van òf het er komt, maar wanneer.
Servitization vang ik niet in 300 woorden. Deze column krijgt daarom een vervolg. Dàt weet u dan vast!