Corona en ventilatie

DE LAATSTE STAND VAN ZAKEN

Een jaar geleden werden we opgeschrikt door de grootste lockdown ooit. In China ging een gebied met 36 miljoen mensen in quarantaine. Dit werd gedaan om de uitbraak van het coronavirus tegen te gaan. Nu zitten we zelf in een lockdown. Hoe kunnen we het virus onder bedwang krijgen en welke rol is daarbij weggelegd voor de ventilatiebranche? Een update.

De hele wereld zoekt naar manieren om in een sneltreinvaart vaccins te ontwikkelen en de impact van het coronavirus te minimaliseren, zodat we ons normale leven weer terugkrijgen. Het virus is besmettelijk en overdraagbaar van mens tot mens. Men blijft maar herhalen dat je je handen moet wassen en afstand moet houden. Bovendien is het nu ook verplicht om mondkapjes te dragen in openbare ruimtes. Erkent men daarmee volmondig dat er een tweede besmettingsroute is via de lucht? Nou… ja en nee. Daar is de politiek het nog niet helemaal over eens.

Luchtoverdracht
Het virus is wel overdraagbaar op korte afstand maar niet over een lange afstand, wordt er gezegd. Maar is dit wel zo? Er zijn meerdere Spreading Events geweest waarbij besmetting door de lucht als redelijk aannemelijk kan worden beschouwd. Een grote groep van 239 wetenschapers heeft een half jaar geleden al een brandbrief gestuurd aan het WHO over de aerosolen-verspreiding. Ook een groep van 363 Canadese wetenschappers heeft in een open brief politici in eigen land opgeroepen om de aerosolen-route serieus te nemen. Het WHO en het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention adviseren nu dan ook om de ventilatievoud te verhogen en de lucht goed te reinigen.

Nederland
In Nederland wordt inmiddels ook door het RIVM aangegeven dat goed ventileren noodzakelijk is voor een gezond en prettig binnenklimaat. Het helpt bovendien om de overdracht van luchtweginfecties, zoals COVID-19, te beperken. Ventileren is het 24 uur per dag verversen van de binnenlucht met verse buitenlucht. De verse buitenlucht vervangt steeds een deel van de lucht in huis die vervuild is geraakt door bijvoorbeeld fijnstof en vocht.

Masterplan Ventilatie
Het voortschrijdende inzicht en de erkenning van de mogelijke transmissieroute door de lucht heeft afgelopen zomer al geresulteerd in het Masterplan Ventilatie dat is opgesteld door TVVL, Binnenklimaat Nederland, ISSO en VCCN. Het Masterplan Ventilatie wordt ondersteund door een groep deskundigen op het gebied van ventilatie en installatietechniek in gebouwen. Het Masterplan Ventilatie richt zich op kennisdeling, daarnaast worden er per doelgroep tools ontwikkeld om een goede ventilatie van gebruikersruimtes, zoals kantoren, scholen en verpleeghuizen te borgen. Bovendien is er een rekenmodel ontwikkeld, waarmee men een indicatie krijgt van de kans op besmetting in de binnenruimtes van gebouwen. Deze kennis en tools kunnen door installatieprofessionals worden gebruikt om tot een goed en onderbouwd advies te komen voor hun opdrachtgevers. Meer informatie is te vinden op www.masterplanventilatie.nl.

Voldoende ventilatielucht
Goede en voldoende ventilatie is dus van groot belang om een gezonde leef-, werk- en leeromgeving te creëren. Maar wanneer wordt er precies voldoende geventileerd? Een goede indicatie hiervoor is het CO2-percentage. Dit percentage geeft een goed beeld van mogelijke luchtverontreiniging. In richtlijnen opgesteld door de GGD, ARBO en het Programma van Frisse Scholen worden de volgende waardes aangehouden: De buitenlucht heeft een gemiddelde CO2-waarde van ongeveer 400 PPM. Als de binnenlucht een waarde heeft tussen de 400 en 800 PPM, is dat voldoende. Tussen de 800 en 1200 PPM is het matig en boven de 1200 PPM is er sprake van een slechte luchtkwaliteit. De CO2-waarde kan vrij simpel gemeten worden met in de markt verkrijgbare meters. Op basis hiervan is een goede indicatie te verkrijgen of de ventilatie in orde is of dat er meer geventileerd moet worden. Let hierbij ook op de toe- en afvoer van de lucht in de ruimtes.

Fijnstof
Fijnstof kan ontstaan in binnenruimtes, onder andere door menselijke activiteiten. Ook buiten is fijnstof, bijvoorbeeld in stedelijke en industriële omgevingen of langs doorgaande wegen. Aerosolen zijn deeltjes in de lucht die een verschillende grootte, samenstelling en ook herkomst hebben. Het coronavirus zelf is minuscuul klein en zit vooral opgesloten in druppels. De druppels worden verspreid door ademen, praten, schreeuwen, zingen, hoesten of niezen. Eenmaal vrijgekomen in de lucht kan het coronavirus zich hechten aan fijnstof dat al in de ruimte aanwezig is. Dus alleen ventileren wil nog niet zeggen dat de lucht altijd schoon is.

Meting
Om inzichtelijk te maken of er een hoge concentratie van fijnstof in de ruimte aanwezig is, kan deze gemeten worden met een fijnstofmeter. Hiermee kan de PM-waarde (Particulate Matter) worden gemeten. Een goede indicatie geeft de PM 2.5 waarde; fijnstof kleiner dan 2,5 μg/m3. De WHO-advieswaarde voor het jaargemiddelde is 10 μg/m3. Let hierbij op dat hoe lager de waarde is, des te minder fijnstof er zich in de lucht bevindt. Afhankelijk van de situatie en toepassing kan het dus wenselijk zijn om aanvullend de lucht te reinigen tot een zo’n laag mogelijke waarde.

Filters en reiniging
Filtratie- en luchtreinigingstechnieken zijn in het afgelopen jaar aanzienlijk doorontwikkeld en kunnen een alternatief bieden voor ruimtes met beperkte ventilatiecapaciteit of in omgevingen waar de luchtkwaliteit onvoldoende schoon is. Hiervoor zijn er verschillende gecombineerde technieken geïntegreerd in systemen, die ingezet kunnen worden om de lucht centraal of per ruimte te ontdoen van schadelijke aerosolen. Uiteraard is het van belang om eerst deze systemen goed te doorgronden, alvorens ze toe te passen.

Systeemopbouw
Meestal is er sprake van een combinatie van verschillende filtertechnieken, zoals HEPA-filtering aangevuld met UV-C lampen, ionisatoren en plasma in combinatie met koolstoffilters. Hierbij wordt er gefilterd en gedeactiveerd. Ook ‘Open Ionisatie en Plasma’ is een bekende toepassing. Daarbij worden deeltjes negatief geladen, gedeactiveerd, waarna ze worden aangetrokken door de oppervlaktes in de ruimte. Een vrij nieuwe techniek is ‘Gesloten Elektrostatische Filtratie’. Hierbij worden deeltjes gedeactiveerd en afgevangen

Aandachtspunten
Bij de toepassing van de beschreven technieken is het van belang om extra te letten op onderstaande punten:
• De effectiviteit van de gebruikte filters, ten aanzien van deeltjesgrootte en filterklasse. Op alle geleverde filters staat de klasse en %PM deeltjesgrootte aangegeven. Let hierbij ook op de kwaliteit van de leverancier.
• De hoeveelheid en snelheid van de lucht in relatie tot de gebruikte techniek. Het is belangrijk de snelheid en het volumedebiet zodanig in te stellen, dat er een optimaal effect wordt bereikt qua reiniging en deactivering.
• De gecombineerde technieken hebben een gezamenlijke weerstand en een gezamenlijk opgenomen vermogen van de componenten. Let op het totale energiegebruik.
• Bij gebruik van UV-C, ionisatie, plasma en elektrostatische componenten bestaat een risico op bijproducten en ongewenste waardes, zoals licht emissie, vrije ionen, radicalen en ozongehalte. Wees hier alert op.

Bij toepassing van een recirculatie luchtreiniger in de ruimte zijn uiteraard de CADR en de plaatsing van de systemen van cruciaal belang om de juiste zuiveringscapaciteit te bepalen.

Clean Air Delivery Rate
Hoeveel lucht moet er precies gereinigd worden? Hiervoor is een internationale standaard opgesteld om de prestaties van luchtreinigers te kunnen bepalen. De Clean Air Delivery Rate of CADR drukt uit hoe goed de lucht wordt gereinigd en gefilterd. Dit bepaalt hoe effectief het systeem tabaksrook, fijnstof en pollen verwijdert. Op basis van deze standaard en de CADR-rekenmethodiek wordt er een methode aangereikt om de reinheid van de lucht in een ruimte te bepalen. Hiermee wordt berekend wat de capaciteit van de reiniger moet zijn om de hoeveelheid deeltjes in de lucht met 80% te reduceren. Dit op basis van enkelvoudige ventilatie. De CADR-waarde van een luchtreinigingssysteem geeft dus een goede indicatie van de capaciteit in relatie tot de grootte van de ruimte.

Aanpassing normeringen
Op basis van voortschrijdend inzicht en versnelde ontwikkelingen is de verwachting dat de geldende normen de komende jaren worden bijgesteld. Dat zal hopelijk ook leiden tot een aanpassing van het Bouwbesluit voor de sectie over ventilatie en luchtkwaliteit, zodat een gezonde leef-, leer- en werkomgeving weer centraal komt te staan 

Auteur: Marius Klerk is werkzaam voor Air@Work, leverancier van duurzame klimatiseringssystemen. Daarnaast zit hij onder andere in de NEN-normcommissie EN 50600 voor datacenters en de ISSO werkgroep Indirecte Adiabatische Koeling.

Advies aan installateur

Er kan dus met vrij grote zekerheid worden gezegd dat de transmissie van het coronavirus ook via de lucht plaatsvindt. Maatregelen om een betere binnenluchtkwaliteit te borgen, zijn dus van groot belang. Zorg ervoor dat je eerst een goed beeld krijgt van de locatie en de ruimte-indeling, voordat je advies geeft. Let daarbij ook op de bezetting en de activiteiten die ter plekke plaatsvinden. Stem vervolgens de ventilatievoud af op 60 m3/uur per persoon of als dat niet mogelijk is, laat dan het systeem meervoudig ventileren per ruimte. Maakt men gebruik van recirculatielucht, achterhaal dan de reden. Als het recirculatiedebiet niet kan worden aangepast, vanwege de verwarmings- en/koelingsvraag, onderzoek dan hoe je aanvullend de lucht kan reinigen. Zorg er verder voor dat het ventilatiesysteem 24/7 blijft draaien voor een optimale luchtkwaliteit. Een goed onderbouwd advies kan zorgen voor een gezonde leefomgeving

Luchtvochtigheid

Er wordt vaak gesuggereerd dat de luchtvochtigheid ook een rol speelt bij de verspreiding van het coronavirus. Het probleem is alleen dat de analyses voornamelijk betrekking hebben op het influenzavirus en niet op het huidige coronavirus dat COVID-19 veroorzaakt. Luchtvochtigheid is een redelijk belangrijke omgevingsfactor bij de verspreiding van luchtwegvirussen, omdat die invloed heeft op de mate waarop microdruppels zich kunnen verspreiden. Nader onderzoek is hiervoor nodig. Algemeen kan gesteld worden, dat een te hoge of een te lage luchtvochtigheid niet wenselijk is in een gezonde leefomgeving. De relatieve luchtvochtigheid wordt uitgedrukt in procenten en ligt in een ideale situatie tussen de 40 en 60 procent.