Er is inventiviteit nodig om aan de vraag naar specifieke gebouwgebonden installaties tegemoet te komen. Van het ‘oppimpen’ en verhogen van het rendement van oude radiatoren tot het op de markt brengen van liggende boilervaten om ruimte te besparen. Tegelijkertijd vraagt deze situatie om een grote mate van nauwkeurigheid. Denk aan maatvoering en Total Cost of Ownership. Ook worden nieuwe skills belangrijker. Zo is het meten van veel indicatoren vereist om precieze prestaties in beeld te krijgen, waarvoor de installateur over steeds meer digitale vaardigheden moet kunnen beschikken. Plaats dit alles tegen een achtergrond van een beperkt reservoir aan arbeidskrachten en het zal duidelijk zijn dat snelle montageoplossingen meer dan welkom zijn. Dan speelt verder nog mee dat de installatiebranche bij de overstap op circulaire materialen en duurzaam hergebruik van systemen nog mijlenver achter loopt op aanpalende sectoren in de bouwkolom. Kortom, de ontwikkelingen gaan hard in installatieland en dat heeft al heel wat noviteiten opgeleverd. Maar het zal tevens duidelijk zijn dat tevreden achterom kijken geen optie is. In beweging blijven dus.
Categorie: Vooraf
Deze uitgave heeft een gecombineerd thema: Ventilatie en All-electric. Beide onderwerpen staan steeds meer in de belangstelling vanwege de energietransitie. Het thema All-electric spreekt voor zich: alle ballen op de elektriciteit en het gas op de (reserve)bank. Maar vooral in de bestaande bouw lukt gasloos nog niet (helemaal) en zijn hybride-oplossingen een welkom alternatief. Twee derde van de bestaande woningen waar vorig jaar een warmtepomp werd geïnstalleerd, kreeg een hybride versie. In het beste geval was dit een all-electric ready hybride versie, zodat de weg naar volledig all-electric straks eenvoudiger kan worden ingeslagen. De overeenkomst met Ventilatie? Ook hier valt er te kiezen tussen verschillende systemen. En ook hier is een hybride vorm mogelijk: een combinatie van natuurlijke toevoer (roosters) met mechanische afzuiging en lokale WTW-oplossingen. Dus ook hier is vakkennis absoluut een vereiste. Want, zoals gebruikelijk in installatieland, is bijna geen enkele situatie hetzelfde; en al zeker niet in de bestaande bouw.
Fabrikanten zijn steeds meer gaan inspringen op het Plug & Play fenomeen. Met name vanwege het tekort aan geschoold personeel is er veel vraag naar. Toch kent deze trend ook zijn keerzijden. Uitholling van de vakkennis, lijkt er daarvan één te zijn. Straks kan jan-en-alleman nog een warmtepomp aansluiten. Bovendien: hoe leuk blijft het vak op deze manier voor beginnende installateurs? Maakt Plug & Play installatietechniek niet juist minder aantrekkelijk voor instromers? Het gaat immers steeds minder om de techniek zelf maar steeds meer om het ‘regelen aan de voorkant’; niet alleen vanwege de toenemende aandacht voor design en prefabricage, maar ook omdat de regelgeving belangrijker wordt. Denk daarbij aan BENG en MPG (i.v.m. circulariteit). Plug & Play klinkt leuk op papier, maar we moeten oppassen dat het geen Plug & Pray wordt: bidden dat het na aansluiten echt allemaal werkt zoals bedoeld. Gaat de traditionele installateur van het toneel verdwijnen of verhuist hij/zij naar de fabrieksvloer, als het in werking stellen van een installatie niet veel meer is dan simpelweg de stekker in het stopcontact steken?
De markt vraagt al enige tijd om totaalconcepten en die gaan – aangezwengeld door o.a. het streven naar duurzaamheid en gebruikersgemak – steeds een stukje verder. In het recente verleden ging het vooral nog om een beetje W op elkaar afstemmen, maar gaandeweg zijn volwaardige meet- en regeltechniek en domotica daar bijgekomen. Tegelijkertijd moet de huidige W-installateur eigenlijk ook wel iets afweten van isolatie, omdat het bijvoorbeeld geen zin heeft om een warmtepomp in een lek huis te installeren. En ga zo maar door. De W-installateur van vandaag is dus eigenlijk steeds meer de bekende duizendpoot, die weliswaar niet tot in detail overal van af moet weten maar toch op zijn minst op de hoogte moet zijn van de verschillende technieken die met de ‘traditionele’ W-technieken samengaan. Voor de grote installatiebedrijven is dit allemaal wat makkelijker te behappen. Die lijven E-gerelateerde bedrijven in en beschikken daarmee in één klap over de nodige kennis en ervaring. Voor kleine bedrijven en de vele zzp’ers in de branche daarentegen, is er werk aan de winkel.
Installateurs kunnen slimmer en efficiënter hun werk voorbereiden door te prefabben. We zien dan ook een toenemende ontwikkeling van de toepassing van prefab-bouw. Door bouwkundige elementen zoals gevels onder ideale omstandigheden in een fabriek te bouwen, kan veel tijd op de bouwplaats worden bespaard. Bovendien kan dit werk deels door robots worden uitgevoerd (robotisering). Hierdoor neemt de werkdruk van monteurs af en kunnen bouwplanningen worden verkort. Het vraagt echter wel een gedegen ontwerp en werkvoorbereiding om te voorkomen dat zaken alsnog moeten worden aangepast of hersteld op de bouwplaats. Specialistische kennis verschuift daarmee van bouwplaats naar werkplaats, wat uiteindelijk resulteert in een toename van uitvoerende specialisten en een afname van vakmensen met kennis van de complete installatie. De toekomst zal leren wat het gevolg hiervan zal zijn voor de branche. Vakmensen met een brede kennis zullen altijd wel nodig zijn, mag je verwachten. Maar gezien de grote tekorten aan vakmensen kan robotisering zich wel eens heel snel gaan ontwikkelen.
Lange tijd leek erop dat installatieconcepten met luchtgebonden warmtepompen in combinatie met vloerverwarming de komende jaren de toon zouden aangeven. Inmiddels zijn er alternatieven in opkomst die ook een deel van de markt bedienen, zoals verwarmen met airco, concepten met klimaatplafonds en bodemgebonden warmtepompen. Maar bijvoorbeeld ook infraroodpanelen zijn in opkomst als niche-oplossing voor gerichte verwarming in specifieke ruimtes. Kortom, er is sprake van behoorlijk wat diversificatie. Diversificatie is sowieso een goede zaak. Meer wegen leiden immers naar Rome, en dat geldt zeker in installatieland waar niet iedere situatie vergelijkbaar is maar eerder uniek. Het maakt wel dat er steeds meer verwacht wordt van de installateur. Zijn kennisbagage moet breder en specifieker zijn dan in het recente verleden en bovendien zal die kennis continu op peil moeten worden gehouden, want de ontwikkelingen in de markt gaan snel. Meer dan ooit is de installateur een echte vakman (of vrouw natuurlijk).
De installatiebranche is een innovatieve sector, die voor een belangrijk deel de zo noodzakelijke energietransitie in gang houdt. Vooral de ontwikkeling van warmtepompen draagt daar aan bij. De vraag hiernaar nam de afgelopen jaren een grote vlucht. Maar daar zit nu een beetje de klad in. Er is al drie kwartalen op rij sprake van een terugval in de verkoop van warmtepompen. De aankondiging van de nieuwe regering om de renovatienorm niet door te zetten en elektriciteit niet te bevorderen boven aardgas heeft daar zeker niet bij geholpen. Toch is de verwachting dat de vraag naar warmtepompen de komende jaren behoorlijk zal zijn. We moeten met z’n allen immers naar een duurzamere samenleving toe. Gaan alleen warmtepompen daarvoor zorgen? Als het aan Peter Hajiioannou van stralingsverwarmingsspecialist Enco ligt, zeker niet. “Elektrische stralingspanelen zijn in veel gevallen een uitstekend, en regelmatig, zelfs beter alternatief”, betoogt hij enthousiast. Lees verderop in deze uitgave waarom er dan een tegenvallend aantal van deze innovatieve installatieproducten worden geïnstalleerd.
Jaarlijks moeten er 100.000 woningen bijkomen. Maar voor al die woningen zal straks onvoldoende drinkwater beschikbaar zijn. Drinkwaterbedrijven zitten nu al aan hun maximale capaciteit. In navolging van de energietransitie is een watertransitie dus essentieel. We moeten watervriendelijk gaan bouwen! Installatiebedrijven doen er daarom verstandig aan om nu al actief met water aan de slag te gaan om zo later de boot niet te missen. Want waterpositief bouwen wordt uiteindelijk de regel, zo is de verwachting. Welke maatregelen en technieken daarbij komen kijken, valt te lezen verderop in deze uitgave. Gaat dat weer een ingewikkeld traject worden? Nee, dat hoeft allemaal niet zo moeilijk te zijn. Het aanleggen van een regenwatersysteem is een goed en simpel voorbeeld. De technieken hiervoor bestaan al lang. We hoeven alleen nog maar door te pakken, zoals onze zuiderburen al gedaan hebben. In Vlaanderen zijn ze namelijk al 10 jaar verplicht om regenwater op te vangen en te gebruiken. Dat heeft ertoe geleid dat al de helft van alle Vlaamse woningen en gebouwen is voorzien van een regenwaterput. Jawel, een regenput. Want zo eenvoudig kan het zijn.
In deze uitgave laat architect Geert van der Aa weten hybride warmtepompen maar een halfbakken oplossing te vinden. Hij onderzocht tien jaar geleden klantwensen voor de ideale woning. “Als je gaat verduurzamen moet je eerst goed isoleren. Pas daarna ga je kijken naar een zo duurzaam mogelijke invulling van de resterende warmtebehoefte. Nu wordt vaak direct overgestapt op een hybride warmtepomp. Juist in de zwaarste periode, de koude maanden, moet de cv-ketel dan continu bijspringen.” Tegen dit bezwaar wordt meestal ingebracht dat een hybride oplossing een prima oplossing is voor degenen die de hoge kosten van onder andere isoleren niet zo maar kunnen ophoesten. Met een hybride in huis doe je alvast wat aan duurzaamheid en kun je kosten voor andere maatregelen ondertussen uitsmeren over een langere periode, waarna je eenvoudig van je hybride een all-electric opstelling maakt. En daar komt het ‘all-electric ready’ fenomeen in beeld, waaraan we in deze uitgave ook een artikel wijden. Deze systemen zijn ontworpen om uiteindelijk zonder een cv-ketel te kunnen werken. Een kwestie van loskoppelen dat ‘ding’. Of is dit minder simpel dan gedacht?
De grootste installatievakbeurs van eigen bodem, VSK, werd in februari van dit jaar weer volop bezocht, na enkele achtereenvolgende edities teruglopende bezoekerscijfers te hebben laten zien. Goed nieuws dus, ook al omdat tijdens deze editie het accent weer lag bij de vakinstallateur. Dit jaar waren er, naar tevredenheid van menig exposant, een stuk minder consumenten die nieuwsgierig op zoek gingen naar duurzame mogelijkheden voor hun woning. Natuurlijk is het goed dat woningeigenaren zich oriënteren op warmtepompen en allerlei andere producten die de energietransitie kunnen versnellen. Maar het zijn uiteindelijk de installateurs die met hun vakkundigheid die energietransitie in goede banen moeten leiden. Fabrikanten brengen weliswaar steeds meer zogenaamde stekkerklare producten op de markt, maar dat wil nog niet zeggen dat iedere handige consument die producten zelf kan installeren op zodanige wijze dat die producten ook doen wat ze beloven. Ze zijn er inmiddels overigens wel: bedrijven die ‘doe-het-zelf installaties’ aanbieden met hulp op afstand om deze installaties in bedrijf te nemen. Maar het installeren van warmtepompen is toch echt technisch vakwerk.