Categorie: Column

Energiebesparing met behoud van comfort

Het demissionaire kabinet heeft plannen om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Er is €800 miljoen beschikbaar voor de warmtetransitie, waarvan €288 miljoen voor het plaatsen van (hybride) warmtepompen. De stapsgewijze verduurzamingsroute via isolatie, energiebesparende maatregelen en de (hybride) warmtepomp, wordt ook op politiek beleidsniveau omarmd. In de nabije toekomst wanneer alle woningen goed geïsoleerd en duurzaam verwarmd worden, verschuift de focus van duurzaam verwarmen naar het duurzaam bereiden van tapwater. In moderne, goed geïsoleerde woningen wordt het aandeel tapwater (300 m3 gas) steeds dominanter binnen het energiegebruik van de woning. Hoe kan dat gereduceerd worden, zonder in te leveren op comfort? Het installeren van een zonneboiler zorgt voor het duurzaam opwekken en benutten van zonne-energie door het tapwater voor te verwarmen. Op die manier is minder energie nodig om de gevraagde 55 ̊C te bereiken. De hybride warmtepomp draagt ook bij aan een efficiënte en energiezuinige tapwater bereiding. Door de combinatie van technieken is er geen groot voorradvat nodig. Bovendien is het tapwaterrendement van de nieuwste generatie hr-ketels gestegen naar meer dan 90%. Maatregelen die naast energiebesparing, óók inzetten op waterbesparing mét behoud van comfort, zijn o.a. douchewater-WTW en recirculatiesystemen. De diversiteit in duurzame verwarmingsoplossingen is enorm, waardoor de installateur tal van opties tot de beschikking heeft om de energie- en warmtetransitie vorm te geven. Woningeigenaren (corporaties én consumenten) hebben behoefte aan een allround vakman met product- én installatiekennis. Pak die kan en ga aan de slag met duurzaam installeren. Walid Atmar, Manager Kennisontwikkeling de Nederlandse Verwarmingsindustrie

Past meer en beter ventileren in het klimaatakkoord?

De normen en regelgeving voor het bouwen van huizen worden steeds verder aangescherpt. Zo is onlangs de BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) van kracht geworden. Met als gevolg dat we gebouwen, en dan met name woningen, steeds beter isoleren. Inmiddels zelfs zo goed dat de woning zomers wordt opgewarmd. Hiervoor is dan weer de TOJuli in het leven geroepen. De temperatuur in een referentieruimte in de woning mag niet meer dan een x-aantal uur in de maand juli boven de 25 graden uitkomen. Hiervoor hebben we dan weer passieve of actieve koeling nodig. Binnen het klimaatakkoord en de energietransitie hebben we afspraken gemaakt over het reduceren van de CO2-uitstoot. Echter, de geleerden slaan helaas te vaak door. Stel dat we in het hiervoor genoemde geval actief gaan koelen, dan hebben we niet alleen extra energiegebruik en dus ook CO2-uitstoot, maar ook een risico op lekkage van F-gassen met weer heel andere gevolgen voor de ‘Global Warming’. Hetzelfde gaat op voor het isoleren en ventileren van woningen. Algemeen is bekend dat hoe beter je de woning gaat isoleren, de behoeft aan verse lucht en dus ventileren stijgt. Alleen als je mechanisch gaat ventileren verbruik je weer extra energie t.o.v. natuurlijke ventilatie. Nu hebben we allerlei hybride vormen bedacht, denk hierbij aan warmtepompen met warmteterugwinning uit ventilatielucht, maar levert dit nu daadwerkelijk die gewenste energiebesparing en de CO2-uitstoot reductie op? Voor mij persoonlijk geldt één ding, onze gezondheid staat voorop. En dat houdt in dat er steeds meer en beter geventileerd zal

Een goed product

Tijdens een trainingsavond stelde ik de vraag: “Wat is een goed product of een goede dienst?” De cursisten hadden even de tijd nodig om deze vraag te beantwoorden. Goede producteigenschappen, kwaliteit, duurzaamheid; al deze begrippen kwamen over tafel. Er ontstond een levendige discussie. En om u eens te prikkelen: wat is volgens u een goed product? Of in onze sector: een goede installatie? Het antwoord is eigenlijk dodelijk simpel. Een goed product is een product wat voldoet aan een behoefte. Wat functionele waarde brengt in het voldoen van die behoefte. Hoe eenvoudig dit antwoord dan ook is, het is lang niet zo eenvoudig om dit in de praktijk te brengen. Installaties zijn een combinatie van producten. Producten waar u als installateur kwaliteitseisen stelt. Producten die u installeert volgens de juiste normen en regels. Er ontstaan oplossingen die uw kwaliteitstoetsing kunnen doorstaan. So far, so good. Maar tegelijkertijd: dat wat u doet, dat doet uw concurrent ook. Wat maakt dan een goede installatie? Het antwoord wat dan gegeven wordt is meermaals: de prijs. Een discutabel antwoord. Als ‘de laagste prijs’ het doorslaggevende argument in de koop is, dan is in de verkoop de behoefte verkeerd ingeschat. Dat wat u ‘maakt’ (een mooie installatie) is als een chocoladereep in de supermarkt: de keuze is reuze in het aanbod. Uw klanten hebben behoefte aan licht en warmte. Of aan comfort, veiligheid, continuïteit. Of willen gemak, winst en zekerheid. Levert u hierin het goede product? Wordt u de “Tony Chocolonely” onder de installateurs? NB:

Sarah is er weer klaar voor

De samenleving gaat weer open! En dat betekent dat Sarah weer het land in kan. En hoe mooi is dat! Even ter herinnering: Sarah reist met haar huis door Nederland. Ze is zwanger; ze brengt een kind op de wereld dat in 2040 net volwassen is. En ze maakt zich zorgen over welke wereld we achter laten voor haar kind. Sarah werkt zelf in de techniek en gelooft in jouw vakmanschap. Sarah wil je daarom ontmoeten omdat vakmensen de sleutelpersonen zijn die een duurzame toekomst mogelijk maken. Het Huis van Sarah start weer op in een periode dat klimaat en energie nadrukkelijk op de agenda staat. Denk aan het IPCC-rapport dat aan de noodrem trekt en oproept nu aan de slag te gaan met het klimaat om verdere opwarming te voorkomen. In de plannen rond het vormen van een nieuw kabinet wordt gesproken over de noodzaak van een groene industriepolitiek. En dan zijn er natuurlijk de plannen van Tata Steel om te vergroenen. Mooie woorden. Maar ik denk dan ook in mijn achterhoofd aan één van de vele gezegdes die aan Einstein is toebedeeld als het gaat om de definitie van het woord waanzin: ‘Hetzelfde blijven doen en andere resultaten verwachten’. De vraag is op wie wachten we? Wie is aan zet? ‘Iedereen’ is het meest logische antwoord, maar dat verzandt in op elkaar wachten en naar elkaar kijken. Daarom stel ik voor dat we met Sarah het voortouw nemen! Onze vakmensen zijn de sleutelpersonen die het verschil maken. Twijfel

Optimale afstemming distributie én afgifte is essentieel

Ontwerpers van werktuigkundige installaties in en rondom gebouwen kunnen in deze tijd de mouwen opstropen (of deden dat al). Immers niet alleen het installatietechnisch ontwerp op zich wordt steeds belangrijker, maar ook de groeiende context. Deze wordt voor een belangrijk deel bepaald door een optimale energieprestatie in combinatie met duurzaamheidsambities. Tegelijkertijd neemt de roep om circulaire oplossingen toe. We moeten daarom niet alleen goed nadenken over aanvangsinvesteringen, maar ook de gehele lifecycle, Life Cycle Costs en Total Cost of Ownership (LCC/TCO) meenemen in het plaatje. Duidelijk is dat elk deel van de installatie optimaal moet worden gedimensioneerd, geïnstalleerd en ingeregeld. Dan praat je niet alleen over de opwekking, maar zeker ook over zaken als distributie en afgiftesysteem. Die laatste twee verdienen zeker meer aandacht. Niet alleen de afgifte van een vloerverwarmingssysteem is afhankelijk van de watertemperaturen en de verlegafstand, maar ook de dikte van de cementdekvloer, de diameter van de buis en de vloerafwerking zijn belangrijke factoren. Met elkaar zijn ze bepalend voor de uiteindelijke afgifte en… het comfort. Ook hebben we te maken met de moderne consument. Die is kritisch en stelt hoge eisen inzake informatieverstrekking en bedienbaarheid via mobiel of internet. ‘Internet of things’ komt langzamerhand overal in de HVAC-sector terug via implementatie. RVO heeft de ISDE-subsidieregeling beschikbaar voor particulieren die een warmtepomp laten installeren. De prestaties van deze warmtepomp worden mede bepaald door de afgifte en distributie van warmte en/of koude. Tip: maak de juiste berekeningen en laat een verlegplan door de fabrikant van de vloerverwarming verzorgen.

Macht van data

Levert het data op? Ja? Verzamelen. Steeds vaker hoor en lees ik deze woorden. Data zijn de heilige graal in het informatietijdperk, waarin wij nu leven. Terabytes aan data, verzameld in de datacentra all over the world. Steeds meer producten zijn connected en spuwen data naar… ja naar wie eigenlijk? In gelijke tred met de data-ontwikkeling lopen ook de discussies op. Wie is eigenaar? Wat kan, mag en wil je toelaten? Oké, data op zichzelf zijn niet bijzonder. Eigenlijk is dat iets wat door de eeuwen heen er altijd al is geweest. De manier van invoer, opslag en hergebruik is nogal veranderd. Van stenen tafel naar hightech tablet. Aan een bulk nullen en enen op zichzelf hebben we niets. Het wordt pas interessant wanneer er via slimme algoritmes, analyses op uitgevoerd worden. Dat geeft informatie. En informatie betekent kennis. Ook in onze branche gaat data van cruciale betekenis zijn. Grote fabrikanten en aanbieders hebben dit licht al gezien. Alleen al uitgaande van de tsunami aan monitorsystemen die geïntroduceerd worden op bijvoorbeeld energiegebruik. Met als aardig extraatje: een gratis app. Het geeft te denken. Steeds vaker wordt er een mooie app ingezet bij producten of diensten. Gratis aangeboden. Als tegenprestatie wordt wel gevraagd een account aan te maken. Vervolgens staan jouw (gebruikers)data in de cloud, in zekere zin ter beschikking van de aanbieder. Zo ben jezelf het product geworden in de ‘gratis’ dienst die je ontvangt. Wanneer de aanbieder vervolgens de juiste verbindingen weet te maken tussen de verschillende datastromen, doet

Sneller van salderen af? Misschien wel.

Steeds vaker komt het voor: omvormers die tijdelijk in storing springen omdat de netspanning te hoog is. Hoe meer zonnepanelen er in de wijk bijkomen, hoe vaker het gaat gebeuren. Zonnepanelen zijn terecht een erg populaire investering en het salderen van opbrengst heeft hier sterke invloed op. De huidige concept wetgeving voor afschaffing van saldering zal in 2023 starten en jaarlijks afbouwen tot 2031. Het komend kabinet moet nog een besluit nemen voor de definitieve regeling. Met het afschaffen van saldering is het spanningsprobleem dat nu al is ontstaan echter niet opgelost. Bijna alle vingers wijzen naar de netbeheerders die het net moeten verbeteren om deze te voorzien van middelen om goed terug te kunnen leveren. Netbeheerders geven als reactie tips om overdag meer stroom te verbruiken door bijvoorbeeld wasjes te draaien. Het probleem zal alleen maar erger worden naarmate er meer PV-installaties geplaatst worden. Er moet wellicht anders gedacht worden. Zolang salderen van toepassing is zullen thuisaccu’s slechte investeringen blijven; je slaat immers stroom op die voor net zoveel terug verkocht kan worden, terugverdientijd is oneindig. Naarmate de saldering afbouwt, wordt het langzaam gunstiger. Dan zijn we echter inmiddels alweer 8 tot 10 jaar verder. Daarom moet de overheid wellicht besluiten het vanuit een andere hoek te bekijken: schaf de saldering sneller af en breidt de ISDE voorlopig uit met thuis(zon)accu’s. De thuisaccu kan op woningniveau de spanningsverschillen gaan opvangen. Op deze manier kan de consument een alternatief geboden worden, terwijl problemen op het net de komende jaren beperkt

Mijn dilemma

April 2022 komt naderbij. We moeten straks allemaal onze CO-vakbekwaamheidspapieren in orde hebben. Als bedrijf hebben wij inmiddels alles geregeld, op één persoon na: ik. Ruim 40 jaar ervaring; mijn ACI-diploma en Gawalo-diploma hangen nog aan de muur. Na het behalen van deze papieren heb ik bovendien diverse servicecursussen gevolgd. Jarenlang werkte ik in de montage en service. Nadat het personeelsbestand groeide belandde ik op het kantoor. Verschillende werkgevers zullen een dergelijke carrière ongetwijfeld herkennen. Zelf monteren is er (helaas) niet meer bij. Af en toe een handje helpen mag nog wel. Service lukt helemaal niet meer. De laatste jaren zijn de eisen en de bijbehorende metingen zonder de juiste apparatuur niet meer te doen. Ik heb een paar keer zo’n CO-test gemaakt. Geen enkel probleem. Ik struikel alleen over de vragen over CO-melders. Persoonlijk vind ik de techniek van een toestel, en alle leidingen eraan belangrijker als een apparaat iets signaleert of als iets niet goed zit of gaat. In de vakantieperiode of het weekeind komt het voor dat ik nog even mag bijspringen als er een urgente storing is. Dat is iets wat ik niet laten kan. We willen de mensen niet in de koud laten zitten. Want een wijs man vertelde mij ooit: warmte is een eerste levensbehoefte (en hij heeft gelijk, liever arm op een tropisch eiland dan rijk op de Noordpool) En dan komt mijn dilemma: ervaring genoeg – en ik ben ervan overtuigd dat ik de mensen nog blij kan maken door een toestel

Het nieuwe icoontje van Rutte

Tijdens de coronapersconferentie van premier Rutte op 20 juli jl. was er plots een nieuw icoontje te zien. Naast handen wassen, afstand houden en testen bij klachten benadrukten Rutte en minister De Jonge het belang van goede ventilatie. Mijn aandacht was getrokken. Niet door de aankondiging zelf, die nogal logisch was – goede ventilatie speelt een cruciale rol bij de bestrijding van het coronavirus. Ik moest vooral direct denken aan de belangrijke rol van onze sector bij het schoon en fris houden van de binnenruimte. En aan de verantwoordelijkheid die hierbij komt kijken. Een mooi voorbeeld is het onderwijs, waar het thema schone lucht al jaren op de agenda staat. Licht, lucht, temperatuur of akoestiek zijn op veel scholen onder de maat. Als ouder, maar ook als schooldirecteur, architect of installateur wil je dat scholen een gezond binnenmilieu hebben. De kinderen die er les krijgen zijn tenslotte die van ons allemaal. Niet zo gek dus dat een coalitie van onderwijskoepels en de bouw- en technieksector onlangs het nieuwe kabinet opriep te investeren in betere schoolgebouwen. Maar de uitdaging is breder. Elke omgeving waar mensen bij elkaar komen moet gezond zijn, zeker in verpleeghuizen, buurthuizen, dagopvang, ziekenhuizen en andere plekken waar kwetsbare mensen elkaar ontmoeten. Maar het geldt evengoed voor bedrijven, verenigingsgebouwen en eigenlijk alle andere binnenruimten. De sleutel hiervoor? Die ligt in handen van de techniek. Een belangrijke taak met veel verantwoordelijkheid. Maar als ik kijk naar de dadendrang en creativiteit van de vakmensen in de technische installatiebranche, dan ben

Wie zijn jouw échte klanten?

In de vorige editie van InstallateursZaken schetste ik een beeld over klantbetrokkenheid en het zicht daarop. In dit tweede deel over ‘klanten’ Geef ik met de ‘klantpiramide’ een hulplijn om inzicht te krijgen. Een klantpiramide – analoog aan de piramides uit het oude Egypte – zit vol verborgen schatten. Op grond van basisinformatie over klanten (bestaande, verloren en nieuwkomers), analyseer je het totale klantenbestand. De meest gebruikelijke indeling van de piramide is op basis van omzet. Heb je ook informatie over de afzet per productgroep, de brutomarge per afnemer of zelfs van de marge over productgroepen per afnemer? Des te meer financiële waarde kun je aan de klantpiramide ontlenen. En ook hier weer analoog aan de piramides: graaf dieper en verwijder het zand en stof om andere pronkstukken te vinden. Verrijk het model met informatie over het marktdomein, de klant van de klant, de kernwaarden van uw klant etc. Met regelmaat sta ik versteld dat bedrijven die informatie niet goed op het netvlies hebben. Onderschatten hoe dominant enkele klanten zijn voor hun afzet, omzet maar vooral winstmarge. Want, de klant is koning toch? De praktijk wijst uit dat veel bedrijven de meeste aandacht geven aan klanten die het hardst schreeuwen. Klanten die veel energie kosten en vaak tegen een lage prijs. Die ook nog eens een koninklijke behandeling wensen. Klanten die feitelijk niet bij jouw organisatie passen. Terwijl die trouwe, stille, perfect passende klant in al dat rumoer ‘vergeten’ wordt. Een onderzoek naar kenmerken van klanten leert dan dat er