Het aansluiten van radiatoren doen we al jaren met kunststof leidingsystemen. Meestal met mantelbuis en weggewerkt in de afwerkvloer. Dit is efficiënt installeren, uitrollen en vastzetten. Wat kan er misgaan? Toch aandacht voor het volgende. Voorheen werden er volkunststof buizen gebruikt, maar deze vertonen sterke uitzet en krimp en zijn niet zuurstofdiffusiedicht. Daarom gebruiken we nu vooral de kunststofbuis met aluminium kern. Deze is 100% zuurstofdiffusiedicht en heeft nauwelijks uitzet en krimp. Zuurstof in het systeemwater geeft corrosie en uiteindelijk vervuiling van het systeem. Zo kunnen pompen vastlopen en de warmteafgifte aanzienlijk verminderen. Uitzet en krimp kan ongewenste trek- en duwspanningen geven, waardoor radiatoren uit beugels of van de muur komen. Omdat de buizen met een aluminiumkern vooral in wit worden geproduceerd, lijkt de samenstelling van de verschillende producten gelijk. Maar de dikte van de aluminium kern kan variëren en ook de toegepaste kunststof. Voor een optimaal opwekkingsrendement wordt de aanvoertemperatuur van verwarmingsinstallaties verlaagd, maar ook het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur (ΔT) wordt verkleind. Waar radiatoren vroeger werden geselecteerd op 90/70°C, is nu 55/45°C of lager de standaard. Bij een kleinere ΔT wordt het aantal liters (Flow) CV water verhoogd. Houd met een grotere Flow rekening met de diameter van de leidingen! Door het verhoogde aantal liters neemt het drukverlies toe bij een installatie met traditionele diameters. Met de juiste (vaak grotere) diameter, komt het drukverlies weer op acceptabele waarden. Probeer kunststofbuizen zo te verwerken dat ze eenvoudig uitneembaar zijn. Dit is beter voor de circulariteit. Met de juiste
Categorie: Column
In het afgelopen jaar zijn de gasprijzen steeds verder omhoog gegaan. Het begon met het afsluiten van de Groningse gasvelden, waardoor we meer afhankelijk werden van gas uit Rusland. Nu dit land sinds 24 februari in oorlog is met Oekraïne, is er als gevolg van sancties veel minder toevoer van gas naar Europa. Hierdoor betalen Nederlanders zomaar tientallen tot honderden euro’s per maand extra voor hun gasrekening. Met de herfst en winter in aantocht en de toegenomen inflatie worden steeds meer Nederlanders zich bewuster van hun energierekening. Deze ontwikkeling versnelt het draagvlak voor de energietransitie en daarmee de overstap naar duurzame alternatieven. Doordat de terugverdientijd van een warmtepomp aanzienlijk korter is dan voorheen, is het gunstig om nu tot aanschaf over te gaan. Wel moet je bij het overstappen naar een warmtepomp rekening houden met een aantal aspecten. Zo zijn er door de enorm toegenomen vraag naar warmtepompen en het wereldwijde gebrek aan grondstoffen en onderdelen leverings- en capaciteitsproblemen. Daarnaast is er een groot tekort aan vakmensen. Een deel moet worden omgeschoold van cv- naar warmtepompinstallateur, maar nieuwe aanwas is ook hard nodig. Als er dan kan worden overgestapt naar een warmtepomp, moet er goed gekeken worden naar het distributie- en afgiftesysteem van de verwarmingsinstallatie. Daarvan moet worden berekend of de diameters van leidingen en het verwarmend oppervlak van radiatoren passen bij het nieuwe laag temperatuur verwarmingssysteem. Bovendien moet kritisch naar de gebouwschil worden gekeken. NVKL-erkende installateurs hebben de kennis en ervaring in huis om te zorgen voor een goede
Met name in de zomermaanden heb je dat nog wel eens. ‘Bangmakertjes’ noemde mijn moeder ze. Van die regenbuitjes op een mooie dag waardoor je – zeker als kind – dacht dat het zou gaan plenzen en die leuke vakantiedag in het water zou vallen. Daar schaar ik ook maar het verhaal onder dat ik laatst hoorde over een installateur die zijn hele business in duigen zag vallen, doordat iemand van buiten de sector zelf een certificaat had gehaald om warmtepompen te mogen installeren. Vanwege gebrek aan vakkundig personeel, tekort aan materialen en apparatuur, met als gevolg extreem hoog oplopende tarieven. Want schaarste stuwt de prijzen omhoog. Of verpest een te hoge prijs juist je markt? Ik hoor verhalen over uitzonderlijk hoge tarieven en ultra lange wachttijden voor het installeren van een warmtepomp. En de sector; die reageert alsof bij afnemers financieel gezien de bomen tot ver voorbij het zojuist ontdekte zwarte gat groeien. Extreem hoge tarieven worden gevraagd als je nu wel die warmtepomp wilt hebben. En als je die prijs niet wilt betalen? Dan kun je de hoogste boom in en wachten tot je een ons weegt. Overigens is de installatiebranche niet de enige sector waar een slaatje uit schaarste wordt geslagen. En ja, in economieboeken staat dat vraag en aanbod invloed hebben op elkaar. Maar ook, dat – als alle dingen gelijk zijn – bij een hogere prijs steeds minder afnemers naar het product of de dienst zullen vragen. Dus een hoge prijs lijkt aantrekkelijk. Maar dat
Ik begrijp het allemaal niet meer. We komen om in de regeltjes en wetten waaraan we ons moeten houden. We doen (hoop ik) allemaal ons best om te voldoen aan de vele verplichtingen en doelstellingen. Maar in mijn beleving is het nog nooit zo’n rotzooi geweest als nu. Ik zinspeel dan nog niet eens op de landelijke perikelen: blokkades en brandstapels waar we de nodige hinder van ondervinden, het overschot aan woningzoekenden, de enorme personeelstekorten en noem maar op. Daar houden zich genoeg anderen mee bezig. Nee, de installatiebranche zelf kent al problemen genoeg, waarvan er vele al enkele decennia onopgelost blijven. Ik noem het personeelstekort en de aanwas van jeugdige techneuten. Er is allemaal nog geen oplossing voor. De techniek wordt steeds complexer en de eisen aan de installaties worden, terecht, steeds strenger (want een goede installatie is het kloppend hart van een woning of ander gebouw). Als installateur willen we hieraan graag voldoen. Maar de middelen en mogelijkheden ontbreken op dit moment, met alle gevolgen van dien. Aanvragen te over, tijd te kort. Adviezen voor aanpassingen aan installaties blijven liggen; woningen verduurzamen en zo mogelijk gasloos maken, ik kan er op dit moment niets mee. Offertes maken, een prijs samenstellen, dat lukt op zich nog wel. Maar deze langer dan één maand gestand doen?! Er wachten op dit moment nog tientallen opdrachten op hun uitvoering. De levertijden van de materialen zijn onbekend. Zelf een globale indicatie is er niet. En dan zijn er natuurlijk ook nog de nodige
Als koeltechnische branche willen en moeten we vol inzetten op het verduurzamen van onze sector. Dit doen wij door het aanbieden en toepassen van energiezuinige installaties, het gebruik van koudemiddelen met een lage milieu-impact en de inzet van materialen met een lage CO2-footprint die kunnen worden hergebruikt of gerecycled. Daarnaast is een voor de hand liggende optie het benutten van restwarmte. Door de warmte die van koelinstallaties vrijkomt nuttig in te zetten voor verwarming van gebouwen, woningen en industriële processen kan een grote stap worden gezet in de verduurzamingsopgave en bovendien aanzienlijk bespaard worden op de energiekosten. Door de hogere investering in installatietechniek die dergelijke oplossingen met zich meebrengen vraagt dit wel een andere benadering bij onze klanten en de financiers van onze klanten. Men moet bij de aanbesteding van projecten niet beoordelen op de initiële investering, maar op de totale kosten tijdens de levensduur (ook wel Total Cost of Ownership) van installaties. De hogere initiële investering laat zich, zeker met de huidige hoge gasprijzen, in de meeste gevallen ruim binnen de levensduur van de installaties terugverdienen, waardoor een positieve business case ontstaat. Vanuit NVKL zijn wij ervan overtuigd dat wij een essentiële sector vertegenwoordigen die echt het verschil kan maken bij het terugdringen van de CO2-uitstoot. Wij geven hier invulling aan door een gids te zijn voor onze leden en ze te inspireren met voorbeeldprojecten van koplopers in de verschillende marktsegmenten, het ontwikkelen en actueel houden van ondersteunende producten en diensten en het fungeren als vraagbaak. Zo leveren we
De energietransitie staat op de agenda, de noodzaak is meer dan overtuigend. Maar ook de tekorten op de arbeidsmarktzijn bekend met de impact op de snelheid van de energietransitie. Hoe uit deze spagaat te komen? Er zijn geen makkelijke antwoorden; dat is inmiddels wel duidelijk. Maar sociale innovatie is er wel één. Ik hoor menig ondernemer al een beetje zuchten. De werkdruk is groot. Er is juist nu geen tijd voor experimenteren en gepraat. De marktvraag is groot; de uitdaging groot. Dus het is gewoon aan het werk. Eens. Maar waarom willen en blijven mensen bij jou werken? Een hoog salaris is niet alles. In welke omgeving komt iemand te werken? Is het alleen maar opdrachten uitvoeren of deel van een winnend team zijn met eigen regie en verantwoordelijkheden? Is er ruimte om je werk te combineren met je gezin? Hoe wordt er geïnvesteerd in opleidingen en talentontwikkeling? Het zijn maar enkele voorbeelden van nadenken over sociale innovatie. En het loont omdat te doen. Volgens de jaarlijkse Concurrentie- en Innovatiemonitor van de Universiteit van Amsterdam hebben bedrijven die aandacht besteden aan de sociale vorm van innovatie meer tevreden medewerkers, een hogere productiviteit en hogere winstgroei. Deze bedrijven zijn dus aantrekkelijker om voor te werken. Ze halen daardoor meer talent binnen en houden medewerkers beter in huis. Daarnaast weten deze bedrijven met minder mensen, meer werk te doen. Doordat deze bedrijven anders zijn gaan denken over leiderschap en cultuur, maakt hen dat gezonder: ze kunnen effectiever werken en er is minder
Ik heb wel eens een hersenspinsel en soms maak ik hiervan een column. Recent dacht ik aan de energievraag van een bestaande woning en hoe dit makkelijker is te bepalen. Meestal hangt er een ketel met een dermate vermogen om het tapwater te kunnen bereiden; verwarming is bijzaak voor deze toestellen. Dit geeft totaal geen informatie over de mogelijke piek energievraag van de woning. Nu kennen de meesten waarschijnlijk wel de standaard vuistregels voor bepaling van de energievraag en natuurlijk kan er altijd ook een warmteverliesberekening gemaakt worden. Maar de informatie hiervoor is soms beperkt; diverse eerdere verbouwingen kunnen het lastig maken om te bepalen wat de actuele isolatiewaarde is en wat voor effect dit heeft op de luchtdichtheid van de woning. Nu hebben veel woningen een slimme meter waar de energieleverancier met toestemming het verbruik kan uitlezen. Ook is er een P1-poort aanwezig voor uitlezen van de data, maar hiervoor is meestal een extern product nodig. Op het moment dat het gasverbruik in een korte periode geregistreerd wordt, kan dit vergeleken worden met de lokale weerdata en er zo een vrij accurate bepaling gemaakt worden van de warmtevraag van de woning, daarbij in de gaten houdend wanneer er mogelijk tapwater gebruikt wordt. Helemaal mooi zou het zijn als er een optie is voor een consument om de data van een energieleverancier te delen met de installateur om de energietransitie makkelijker te maken. Anderzijds is het aan de consument, of aan de installateur, om een dergelijk proces in te zetten.
“Hoe zit het dan met korting? Daar zijn marketeers toch zo stellig over dat je die nooit moet geven?” Zo stellig over korting zijn marketeers niet. Kijk maar eens om je heen wat er allemaal aan korting gegeven wordt: drie halen/twee betalen. NU van/voor, SALE, uitverkoop, zomeractie en noem maar op. Dat zijn acties die echt wel uit de koker van marketeers komen. Korting zit dus zeker wel in de ‘gereedschapskist’ van marketeers. Maar korting is wel een gevaarlijk instrument als je ervanuit gaat dat klanten die altijd willen hebben. En je daarom maar gelijk naar dat instrument grijpt. Het gevaar van standaard korting geven, is dat je de klant het idee geeft dat de waarde eigenlijk minder hoog is dan de prijs die je rekent. Dat komt vaak doordat de klant dan onvoldoende ziet wat die waarde is. En ik zie nogal wat leveranciers die moeite hebben om die waarde goed over het voetlicht te brengen. Voordat je het weet, worden jouw werkzaamheden alleen nog vergeleken op prijs. En lijkt het erop dat de klant alleen maar op prijs koopt en altijd korting wil hebben. Zo ontstaat een situatie waarin je als leverancier geneigd bent om dan altijd maar korting te geven. Een permanente prijsverlaging dus. Verlaag jezelf daar niet toe. Laat klanten goed weten wat de waarde van jouw product of dienst is. En geef alleen korting als daar iets tegenover staat, omdat: - je de klus nu wel heel goed kunt gebruiken; - je voorraad kwijt moet; - je deze
Schiphol was de afgelopen maanden veel in het nieuws. Eén ding werd duidelijk: vakmensen in een bedrijf zijn het kapitaal. Zonder de juiste vakmensen op de juiste plek loopt alles vast. In geval van Schiphol staan mensen letterlijk in de rij, zijn we als luchthaven onbereikbaar en is binnen een paar weken de goede reputatie van Schiphol in heel Europa verdwenen. De arbeidsmarkt staat onder druk. Vele sectoren komen aan de grens van wat mogelijk is met alle gevolgen van dien. Ook in de techniek. Met de energietransitie bovenaan het lijstje van belangrijke onderwerpen staat de sector op scherp. Er zijn te weinig vakmensen beschikbaar en daarom concurreren de bedrijven met elkaar om nieuwe vakmensen te verleiden naar hun bedrijf. Logisch. En we zien dat steeds meer jongeren hun rol willen pakken. Maar het naar binnenhalen van vakmensen lijkt niet de oplossing zo lang we ook nog veel vakmensen na een korte periode zien vertrekken. De kwestie Schiphol bewijst dat het niet echt zien van je medewerkers grote gevolgen kan hebben. Natuurlijk zie ik de verschillen met de techniek. Maar de ogen sluiten voor wat nodig is voor ervaren vakmensen, wat er leeft op de werkvloer, hoe waardering eruitziet en wat boeien en binden inhoudt, zorgt voor vertrek van mensen. Niet alleen uit het bedrijf maar ook uit de branche. Instroom is een belangrijk onderwerp maar uitstroom misschien nog wel meer. Hoe eerder we dit onderkennen, hoe beter. Want we hebben de vakmensen nodig voor verduurzaming. We moeten de kennis
Je kunt de krant niet openen of je ziet wel een bericht over (hybride) warmtepompen. Mensen wordt een beeld geschetst dat enorme besparingen haalbaar zijn. Maar klopt dit ook? Is deze apparatuur inderdaad zo energiezuinig? Dit kan alleen als alle delen van de installatie goed op elkaar zijn afgestemd. Warmtepomp, buffer, distributie (cv-leidingen, ontgassing en vuilafscheiding) en afgifte moeten optimaal worden gedimensioneerd. Alleen een goed gedimensioneerde installatie kan zorgen voor een optimaal energieverbruik. Kijken we naar het afgiftesysteem dan is een juiste dimensionering van radiatoren, convectoren en vloerverwarming van groot belang. Begin altijd met een warmteverliesberekening, bepaal daarna de gewenste energetische prestatie. Op basis hiervan bepaal je het temperatuurtraject en de te gebruiken leidingdiameters en regeling. Bij vloerverwarming moet je ook de legafstand en vloerafwerking in ogenschouw nemen. Hetzelfde geldt natuurlijk als installaties hybride gemaakt worden. Welk afgiftesysteem is er aanwezig? Kiest de bewoner voor radiatoren, convectoren en/of vloerverwarming? Welke verdeler kies je dan? Moet de verdeler mengen, verdelen of beide? En van welk materiaal moet deze zijn? Allemaal keuzes waar de fabrikant van het afgifte- en distributiesysteem je mee kan helpen. Laat hen het ontwerp volledig uitwerken, zo kan er hulp worden geboden bij het vastleggen van de uitgangspunten, garanties en bij het kiezen van de verplichte naregeling per zone of per ruimte. Heel veel keuzes die moeten worden gemaakt om uiteindelijk het optimale energieverbruik te halen bij een fantastisch comfort. Dan maken we pas stappen in het terugdringen van CO2-uitstoot. Als je dan ook nog eens kiest voor