Nu de NEN 1087 wordt herzien, gaan er ook stemmen op om het begrip leefzone anders te definiëren. Dat zou verregaande consequenties hebben voor bepaalde ventilatiesystemen. “Vooral systeem C zou worden benadeeld”, meent Jan Verdonck van Jaga. Het interview met hem in de vorige editie bracht een storm aan reacties teweeg. De leefzone is het gedeelte van een verblijfsgebied waarbij de ruimte gelegen binnen 1 m van een uitwendige scheidingsconstructie, binnen 0,2 m van een inwendige scheidingsconstructie en hoger gelegen dan 1,8 m boven de vloer buiten beschouwing blijft. Binnen Europa geldt er een eis voor de vergelijking van onderlinge producten die meet op 0,5 meter vanaf de gevel. Een aantal deskundigen zou dit als systeemeis willen laten opnemen in de nieuwe NEN 1087. Een zinvolle wijziging? Volgens Jan Verdonck, Specialist New Business bij Jaga niet. In het februari-nummer van IZ legde hij uit waarom. Koude lucht Een veelgehoorde klacht over systeem C heeft betrekking op de koude maanden. Dikwijls wordt er geklaagd over tochtverschijnselen, omdat in de wintermaanden rechtstreeks koude lucht naar binnen wordt gevoerd. Verdonck: “Zo simpel ligt het niet. Uit ervaring en onderzoek weten we dat er meestal andere problemen spelen. Zo kunnen de bouwkundige randvoorwaarden onvoldoende in acht zijn genomen. Denk aan de impact van grote raampartijen, slechte regelingen en het niet goed luchtdicht zijn van de gebouwen, waardoor het lijkt te tochten via de roosters. En een nog groter probleem; met al die goed geïsoleerde woningen van tegenwoordig schiet de centrale kamer thermostaat bijna niet
Auteur: Ruud
De Belgische Stephan Swertvaegher heeft al jaren een eigen installatiebedrijf. Sinds kort is hij daarnaast ook schrijver. Recentelijk verscheen zijn debuut ‘Ik weet waar je zit’. Met in de hoofdrol: een installateur. De Belgische installateur – “noem me maar Stephan”- hield van jongs af aan al van schrijven. “Op school was ik de primus in het verzinnen van fictieve verhaaltjes. Ik kon het allemaal ook goed verwoorden en een opstel werd steevast door de leraar voorgelezen in de klas.” Eigen baas Stephan koos echter voor een technische carrière. Hij werkte eerst bij GTI. Later zette hij met een vennoot ESSEF bvba op, dat een breed pakket aan diensten aanbiedt op het gebied van “elektriciteit, sanitair, centrale verwarming, ventilatie en hernieuwbare energie, maar ook bijvoorbeeld de betegeling van badkamers voor zijn rekening kan nemen”. Geweldig vak De 60-jarige heeft nog altijd schik in zijn werk. “Je begint bij 0 en levert dan een eindproduct af. Ik vind dat geweldig.” Natuurlijk zijn er ook minder plezierige kanten aan het vak. “Bij ons in België krijg je geen vergoeding voor de kosten die je maakt tijdens het voorontwerp. Dat is extra vervelend als het voorstel dan afketst en een concurrent er met de opdracht vandoor gaat. Daarnaast draag ik betweterige architecten geen warm hart toe. Interieurdesigners die een loopje nemen met de huidige normering kunnen mij ook mateloos irriteren.” Schrijver pur sang Ondanks zijn drukke agenda en het plezier dat hij in werk had, liet het schrijven hem niet helemaal los. Tijdens zijn
Op dit moment worden de eerste woorden geschreven voor de verkiezingsprogramma’s waarmee de politieke partijen de strijd aangaan voor uw stem in 2021. Ik kan mij indenken dat u daar niet mee bezig bent. De politiek staat toch al vaak ver weg van de dagelijkse werkelijkheid van vakmensen in de techniek. Maar de doelstellingen die in Den Haag op tafel liggen (ook straks bij de verkiezingen) raken onze branche en onze uitdagingen. Met de inzet op de energietransitie en een proactief klimaatbeleid, staan we als techniek midden in het politieke debat. Een belangrijk onderwerp dat essentieel is voor het realiseren van duurzaamheidsdoelstelling is de krapte op de arbeidsmarkt. En dat begint in het onderwijs. Steeds minder leerlingen van groep 8 krijgen een vmbo-advies. Ging voorheen ongeveer 60% van de jongeren naar het vmbo, tegenwoordig gaat 60% naar havo/vwo. Ik ben ervan overtuigd dat álle opleidingen – van praktijkonderwijs tot universiteit – nodig zijn, maar de beeldvorming rond het vmbo houdt ouders, leerkrachten en leerlingen tegen te kiezen voor een opleiding waarin het doen centraal staat. Het betekent dat vmbo’ers in de toekomst niet alleen de special editions, maar ook de limited editions zullen zijn. Een rampzalige ontwikkeling. Daar zijn we nog onvoldoende van doordrongen. Dus aan de schrijvers van de verkiezingsprogramma’s die nu bezig zijn hun goede voornemens op papier te zetten, doe ik een oproep het techniekonderwijs te blijven promoten, ondersteunen en stimuleren. We hebben doeners nodig voor de verduurzaming van Nederland. Mensen die met hart, handen en hoofd
De verduurzaming van de bouwkolom leidt niet tot minder problemen met installaties, zegt Sjang den Ouden. De bouwpatholoog onderzoekt al 20 jaar onder meer de kwaliteit van technische gebouwgebonden oplossingen. Vaak in geschilsituaties. Sjang den Ouden is in het dagelijks leven werkzaam bij het Bureau voor Bouwpathologie. Bouwpathologen onderzoeken klachten en gebreken in en aan gebouwen, zoals lekkages, schimmeloverlast, scheurvorming, tochtklachten, insectenoverlast, degeneratie van materialen en dergelijke. Het onderzoeksterrein omvat naast bestaande bouw, nieuwbouw, ontwerp, oplevering, garantieklachten en eventuele verborgen gebreken ook vaak sloop en aanhoudende onderhoudsgebreken. Bijna altijd betreft het een geschil tussen een aantal partijen. En regelmatig heeft het conflict direct of indirect te maken met de installatietechniek in het pand. Hardnekkig De verduurzaming van de bouw leidt helaas niet tot een afname van het aantal problemen, constateert Den Ouden. Ja, de luchtdichtheid en isolatie van woningen en utiliteitsgebouwen zijn aanmerkelijk verbeterd, maar sommige problemen zijn hardnekkig en er komen ook nieuwe bij. Gewenning “Zo hebben bewoners vaak moeite om te wennen aan de nieuwe situatie. Een warmtepomp reageert traag, in tegenstelling tot een cv-ketel. En de comfortbeleving bij een lt-verwarming is, evenals de bediening, heel anders.” Bij een slecht installatieconcept lopen bewoners bovendien het risico met een torenhoge energierekening te worden opgezadeld. “Bijvoorbeeld als de installateur geen convectoren langs hoge glazen puien heeft aangebracht en de bewoners met hun lt-installatie tegen de koudeval moeten opboksen. Of als het afgifte- en regelsysteem en de warmtepomp van verschillende merken zijn en gebrekkig met elkaar samenwerken.” Wollig taalgebruik Maar ook
Veilig en gezond werken loont. Maar vaak vereist het de beschikbaarheid van zowel actuele kennis als praktische handvatten. Daarom geven de adviseurs van ArboTechniek kosteloos advies aan bedrijven zodat zij veilig en gezond werken binnen hun bedrijf nóg beter kunnen stimuleren. Masja Van Loy, één van de adviseurs, vertelt hoe zij in haar eerste maanden bedrijven op weg heeft geholpen naar een veiligere en gezondere werkomgeving. Sinds 1 oktober is Masja Van Loy (51) adviseur voor ArboTechniek. “Ik ben al ruim 20 jaar actief op gebied van veiligheid in de techniek. Een prachtige en dynamische branche. En nu geef ik dus al enkele maanden namens ArboTechniek advies aan bedrijven op gebied van veilig en gezond werken.” Hoe vergaat het haar en haar collega’s tot nu toe? “We krijgen veel vragen van bedrijven, maar kunnen het vooralsnog prima bolwerken.” Het feit dat Masja geniet van haar werk helpt daarbij, vertelt ze enthousiast. “Mijn werk is heel divers; de bedrijven waar ik mee in contact kom zijn erg verschillend. Maar dat maakt het ook zo ontzettend leuk.” Eigen visies Masja heeft de afgelopen maanden ervaren dat er in de branche op verschillende manieren wordt omgegaan met veiligheid en gezondheid. “Bedrijven hebben een eigen visie, die niet per se goed of slecht is. Mijn taak is hen erbij te helpen om op hun eigen manier veiliger en gezonder te kunnen werken, zodat iedereen elke dag gewoon weer naar huis gaat.” Het gesprek aangaan is daarbij een eerste stap. “Het zijn heel verschillende gesprekken.
Gereedschap is een wat onderbelicht maar zeker niet onbelangrijk onderwerp voor installateurs. Hoewel steeds meer producten plug&play zijn, valt er zonder goed gereedschap niets te installeren of onderhouden. En met goed gereedschap bedoelen we echt professioneel gereedschap. Niet het gereedschap dat bij een willekeurige bouwmarkt voor een prikkie te koop is. Wat betreft Hans van der Vlugt, general manager van een gerenommeerd gereedschapsleverancier, behoort daar ook niet de aan populariteit winnende multitool toe. “Een onzinnig stuk gereedschap dat niet thuis hoort in de gereedschapskoffer van de vakman”, laat hij in onze rubriek Raar weten. Nee, professioneel gereedschap is serious business: compact & licht, snoerloos, met een steeds langere accuduur en steeds specialistischer door de toename van het aantal plug&play-oplossingen. Daarnaast is goed onderhoud hieraan een verplichte kost. Gebeurt dit niet dan gaat dit ten koste van zowel de levensduur als de veiligheid. Dat laatste is niet te onderschatten. Al jarenlang staat de bouwkolom in de top 3 met het meest aantal dodelijke ongevallen. Werk veilig, ook als het op werken met gereedschap aankomt.
Mijn vorige blog eindigde met een tip om een het Business Model Canvas te gebruiken voor het ontwikkelen van waardeproposities. Dit model laat eigenlijk in één oogopslag zien dat het begrip waarde centraal samenhang heeft met allerlei andere facetten van uw bedrijf. Het woord propositie kent meerdere verklaringen. In de marketing vaak geduid als aanbod. Toch is het meer dan dat. Het geheel van product-/diensttechnische, psychologische, communicatieve en service-aspecten dat u voor uw klant ontwikkeld. Ik duid waardepropositie dan ook als ultieme klantbelofte. Het lijkt eenvoudig, maar ‘t is lastig zat. Menig installateur beantwoordt de vraag wat hem of haar nu onderscheidt van de concurrent met: “Ik maak mooie installaties in x, y of z en lever kwaliteit, service, kennis, advies etc.” Dit zijn antwoorden die het ‘wat’ je doet beschrijven. En: dat doet een ander ook. Sommige installateurs gaan een stapje verder. Een professionele look & feel, een informatieve website, gekwalificeerd en deskundig personeel, lid van een branchevereniging etc. Dit is druk zijn met te vertellen ‘hoe’ ze het werk doen. Het wat en hoe: vangt dat de waarde? In essentie is het eigenlijk bühne-werk. Overigens, wel belangrijk, want het draagt bij aan waarde wanneer dit goed gefundeerd is. Aan welke diepere klantbelofte werkt u dagelijks? Wat maakt het dat uw klanten met u zaken doet? Waarom zouden andere dat ook moeten doen? Waarom bent u installateur geworden? Een goede, toekomstvaste (duurzame) waardepropositie vangt zich in een klantbelofte die de (latente) behoefte van die klant beantwoordt. De Brit Simon
Wie de marketing-lexion openslaat op het begrip ‘waarde’, treft daar een uitgebreide omschrijving aan. In de marketingleer wordt waarde geduid vanuit de economie en de psychologie. Dat is niet voor niets, want er ligt ook een nadrukkelijke verbinding. Al is de praktijk wel zo dat, zodra er in organisaties over waarde wordt gesproken, de economische waarde de boventoon voert. Logisch, want economische waarde is verweven met uw organisatie. Vaak gehoord in de hoofddoelstelling ‘het borgen van de continuïteit’. Business drivers worden vertaald naar euro’s. Begrippen zoals marge, winst, kosten, omzet en afzet zijn de signaalwoorden die hierbij horen. Natuurlijk is het belangrijk (in)zicht te hebben in de bijbehorende getallen. Maar het is niet de waarde die u levert. Goede cijfers zijn niet de primaire reden waarom klanten bij u kopen. Hier komt het begrip niet-economische waarde om de hoek kijken. Uw organisatie – en dat is het geheel van mensen, middelen en activiteiten – is gericht op het nastreven van doelstellingen. Daarvoor brengt u diensten aan de man en bent u zelf of met een team dagelijks actief. Via allerlei activiteiten en bijbehorende processen zorgt u er uiteindelijk voor dat er meer geld het laatje inkomt, dan dat er uitgaat. Elke activiteit en proces voegen waarde toe aan de diepere achterliggende reden waarom klanten bij u kopen. Klanten kopen omdat uw aanbod (waardepropositie) het beste past bij wat zij (latent) nodig hebben. Er zijn twee handige modellen te gebruiken wanneer u meer inzicht wilt krijgen in uw eigen bedrijf en
We zien tegenwoordig de meest ingewikkelde installaties ontwikkeld worden om de duurzaamheidsvraag te beantwoorden. Een perfecte ventilatie in de woning wordt hierdoor dan ook steeds belangrijker. Maar is de installatie altijd correct toegepast?
Evelien Koekkoek werkt al 10 jaar als interieurarchitect.. Sinds 2012 heeft zij zich geheel toegelegd op het ontwerpen van gezonde gebouwen. Daarbij werkt ze geregeld samen met installateurs. “Op het gebied van ventilatie zijn nog grote stappen te zetten.” De belangstelling voor gezond leven dateert al uit haar jeugd. Koekkoek was een fanatieke sporter, die op hoog niveau turnde. Gaandeweg begon ze zich af te vragen hoe het interieur van gebouwen de gezondheid van mensen beïnvloedt. Na haar studie Interieurarchitectuur besloot ze zich verder te gaan verdiepen in dit onderwerp. Zo volgde ze onder andere een opleiding tot WELL-Accredited Professional. Waar duurzaamheidskeurmerken als Breeam en LEED zich sterk focussen op de verduurzaming van de energievoorziening en het materiaalgebruik, richt WELL zich voornamelijk op het creëren van gezonde leefomgevingen. In Amerika is de WELL-standard al ingeburgerd, in Nederland nog niet, maar is de belangstelling wel groeiende. Vooral in de utiliteit. Arbeidsproductiviteit De reden ligt voor de hand: een gezonde werkomgeving heeft een positief effect op de arbeidsproductiviteit. Koekkoek is dan ook voornamelijk actief in kantorenland. Ruim 90% van haar klanten komen uit die hoek. Daarnaast ontwerpt ze gezonde interieurs voor winkels en yogaruimtes. “Niet te maken” In haar werk krijgt de interieurarchitecte regelmatig te maken met installateurs. “Soms klagen ze dat wij dingen verzinnen die zij niet kunnen realiseren”, zegt ze lachend, “maar over het algemeen verloopt de samenwerking harmonieus. De installateurs die ik tref, doen echt hun best om mee te denken, komen hun afspraken na, stellen slimme vragen en