De uitdaging is duidelijk: er moeten meer mensen de techniek in. Vakmensen – jong en oud – geven de energietransitie, verduurzaming en digitalisering van ons land vorm. Het techniekonderwijs speelt een sleutelrol bij het opleiden van deze vakmensen. En hierbij zijn goede techniekopleiders met de juiste kennis onmisbaar. Daarom initieert en ondersteunt Wij Techniek het onderwijstraject voor hybride techniekopleiders. En het werkt! Projectmanager Hans Haring vertelt hoe dit voor meer gekwalificeerde docenten in de techniek zorgt. De maatschappelijke opgave is enorm: de energietransitie moet worden gerealiseerd, verduurzaming moet worden gefaciliteerd en nieuwe digitale technologieën moeten verantwoord landen in de samenleving. Deze belangrijke taak ligt voor een groot deel in handen van de techniek. Tegelijkertijd is er een tekort aan goed opgeleide vakmensen. Om de maatschappelijke uitdagingen écht aan te kunnen gaan is onderwijs dus cruciaal. En daar liggen kansen voor méér goede opleiders voor de klas. Wie die kansen als geen ander kunnen pakken? De vakmensen in de techniek! Tweeledige doelstelling Hans Haring ziet als projectmanager onderwijs als geen andere de kracht van het samenbrengen van bedrijfsleven, onderwijs en vakmensen in de technische installatiebranche. Met het scholingstraject voor hybride techniekopleiders is Wij Techniek al langere tijd actief op dit unieke snijvlak. Doelstelling van het traject? Die is tweeledig, volgens Hans. “Enerzijds bijdragen aan het oplossen van het tekort aan techniekopleiders, en anderzijds de samenwerking tussen beroepsonderwijs en het bedrijfsleven versterken.” Goud waard Hoe zou Hans een hybride techniekopleider omschrijven? “Een hybride techniekopleider is iemand die in de techniek werkt en
Tag: artikel editie oktober 2020
We kunnen op verschillende manieren een coronabesmetting oplopen. Uit onderzoek blijkt dat ook het rioleringsstelsel hierin een rol kan spelen. Eric van der Blom, vakspecialist Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland geeft tips hoe het beste met dit risico kan worden omgegaan. Ons rioleringsstelsel zorgt voor de afvoer van afvalwater en hemelwater. “Als mensen toiletteren komen er allerlei pathogene micro-organismen terecht in het afvalwater. Dat stroomt via de wand van de afvoerleidingen naar beneden. Tegelijkertijd stijgt er van onderaf een luchtkolom door het centrum van de buizen naar boven. In een aantal gevallen kan dit risico’s opleveren voor de verspreiding van aerosolen met mogelijke virusdeeltjes”, vertelt Van der Blom. Sifons “Stel je woont in een appartementencomplex en hebt een zieke onderbuurman. Als die naar het toilet gaat en jouw sifon staat droog, dan is dat een potentieel gevaarlijke situatie. Via die stijgende luchtkolom in de afvoerleiding kunnen namelijk aerosolen met virusdeeltjes door jouw sifon naar binnenkomen.” Lekkages en uitmonding “Ook lekkages in het rioleringsstelsel zijn risicovol, omdat dan eveneens aerosolen met virusdeeltjes verspreid kunnen worden”, vervolgt Van der Blom. Hetzelfde geldt voor de uitmonding van de ontspanningsleiding in het dak of de gevel. Als deze te dicht bij de toevoeropeningen van het ventilatiesysteem zit (open ramen, roosters en dergelijke), loop je wederom het risico op de ongewenste verspreiding van aerosolen.” Leegstand en hoogbouw “Veel gebouwen zijn of worden niet of nauwelijks gebruikt door de coronacrisis. Mede vanwege de hittegolf deze zomer, verdampt het water dan veel sneller uit de sifons. Daarnaast
Zoneregeling, het afzonderlijk regelen van de temperatuur per ruimte, is een steeds populairdere manier om de verwarming in woonhuizen te regelen. Door ruimtes afzonderlijk te regelen kan energie bespaard worden, al is dit naar mijn mening voor een groot deel afhankelijk van de gebruiker. Zoneregelingen kunnen echter ook problemen met zich meenemen als er geen rekening mee wordt gehouden in de rest van het systeem. Stel er wordt een nieuwbouwwoning verwarmd met een warmtepomp, waar ook een zoneregeling is geïnstalleerd. Over het algemeen beschikken alle warmtepompen over inverter-technologie om het compressorvermogen te kunnen regelen voor deellast. Echter, deze warmtepompen hebben nog steeds een minimum vermogen wat ze leveren en dit is waar problemen kunnen ontstaan. Een voorbeeld is een 6 kW warmtepomp met een minimum vermogen van 1,5 kW. Wanneer er alleen een slaapkamer verwarmd wordt met bijvoorbeeld maar 1 kW verwarmingsvraag, komt de warmtepomp in de problemen; de flow over de warmtepomp is te laag om zijn energie kwijt te kunnen en de aanvoertemperatuur loopt op. Wat uiteindelijk resulteert in het uitschakelen van de warmtepomp, om later weer aan te gaan om dezelfde ruimte te verwarmen, ofwel, veel starts en stops en een langere tijd om de ruimte te verwarmen. Oplossingen die ontstaan of soms zelfs door fabrikanten geadviseerd worden bevatten onder andere het plaatsen van een buffertank in de retourleiding en het altijd openzetten van een aantal groepen voor meer flow. Een halve oplossing, de betere oplossing is het hydraulisch ontkoppelen van het cv-systeem t.o.v. de warmtepomp voor