Tag: artikel editie maart 2025

Een gemiste kans tegen een overbelast stroomnet

Warmtepompen worden al jaren gesubsidieerd via de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Dit is een goede regeling om de aankoop van warmtepompen en daarmee de energietransitie te stimuleren. De ISDE is echter alleen van toepassing in het geval van renovatie. Doordat nieuwbouwwoningen standaard niet voorzien worden van een gasaansluiting komen deze niet aanmerking voor de ISDE subsidie. Als er de afgelopen jaren in de nieuwbouw wel een vorm van subsidie was geweest dan had dit kunnen helpen tegen de overbelasting van het stroomnet. In de ISDE voor warmtepompen zit een verschil tussen het subsidiebedrag voor lucht- en bodemwarmtepompen. Hiermee worden bodemenergiesystemen, die duurder zijn dan lucht/water-systemen, iets aantrekkelijker gemaakt. In de nieuwbouwsituatie wordt vaak i.v.m. kosten gekozen voor een lucht/water-warmtepomp. Wat nu als het verschil in subsidiebedrag tussen deze lucht/water- en bodemsystemen ook voor nieuwbouwhuizen als subsidie beschikbaar was geweest? Dan had dit er wellicht voor gezorgd dat er vaker voor een bodemsysteem was gekozen. En hoe helpt dat nu de netcongestie te verminderen? Een lucht/water-warmtepomp zal bij koude buitentemperaturen een stuk minder efficiënt functioneren dan een bodemsysteem. Deze zal bijvoorbeeld met een COP van 2 functioneren tegenover een COP van 3,5 van het bodemsysteem. Hiermee is het gevraagde elektrische vermogen aanzienlijk hoger dan dat van een bodemsysteem. Tevens wordt er in bepaalde gevallen ook nog eens elektrisch bij verwarmd, wat de vraag nog hoger maakt. Als er door middel van een extra stimulans meer bodemsystemen in de afgelopen jaren waren geplaatst, was het netcongestie probleem nu minder groot

Veilig werken

Al ruim 100 jaar goed voor elkaar. Het is een motto van Totaalinstallateur Lomans, gevestigd in zowel Amersfoort als Capelle, dat op verschillende manieren kan worden gelezen, maar het geldt zeker voor het veilig en gezond werken binnen het bedrijf. En wie kan dat beter weten dan Albert Bouwman, coördinator KAM? Alle specialismen onder één dak: elektrotechniek, werktuigbouwkunde, smart buildings en safety & security, gericht op alle soorten gebouwen. De focus ligt op de lange en dus duurzame termijn, en het bedrijf is werkzaam in alle fasen van het installatieproces: van de ontwerptafel tot en met het beheer & onderhoud. Alles is gericht op het ontwikkelen en uitvoeren van duurzame, innovatieve en creatieve oplossingen. Een belangrijke voorwaarde daarbij is veilig werken. Albert Bouwman is daar dagelijks mee bezig. Altijd en voor iedereen Albert Bouwman (64 jaar) heeft een gevarieerde loopbaan achter de rug, op het moment dat hij enkele jaren geleden de overstap maakte naar de techniek. “Soms loopt het zo. Na onder andere een lange periode in de ICT trok de sector me, maar ook het werk. Ik heb altijd veel interesse gehad in veiligheid, en juist daarmee bezig zijn vind ik mooi werk! De jaren voordat het pensioen zich aandient, wil ik het afsluiten met iets dat echt mijn interesse heeft. En dat is me gelukt. Ik ben actief in het hele bedrijf, mag overal meekijken. Veiligheid geldt voor iedereen: op de werkplek, zowel op kantoor als op bouwlocaties, en op onze eigen Academy. En daarover mee mogen

Er valt wat te kiezen

Deze uitgave heeft een gecombineerd thema: Ventilatie en All-electric. Beide onderwerpen staan steeds meer in de belangstelling vanwege de energietransitie. Het thema All-electric spreekt voor zich: alle ballen op de elektriciteit en het gas op de (reserve)bank. Maar vooral in de bestaande bouw lukt gasloos nog niet (helemaal) en zijn hybride-oplossingen een welkom alternatief. Twee derde van de bestaande woningen waar vorig jaar een warmtepomp werd geïnstalleerd, kreeg een hybride versie. In het beste geval was dit een all-electric ready hybride versie, zodat de weg naar volledig all-electric straks eenvoudiger kan worden ingeslagen. De overeenkomst met Ventilatie? Ook hier valt er te kiezen tussen verschillende systemen. En ook hier is een hybride vorm mogelijk: een combinatie van natuurlijke toevoer (roosters) met mechanische afzuiging en lokale WTW-oplossingen. Dus ook hier is vakkennis absoluut een vereiste. Want, zoals gebruikelijk in installatieland, is bijna geen enkele situatie hetzelfde; en al zeker niet in de bestaande bouw.

Alle hens-aan-dek

Binnen de warmtepompenfamilie zijn all-electric en hybrides verschillende bloedgroepen. Hybride warmtepompen mogen zich in Nederland verheugen op warme belangstelling. En terecht… in gasland Nederland is een hybride een voor velen werkbare tussenoplossing van gas-cv-ketels naar… ja waarheen dan? Hybrides zijn écht een Nederlands ding. Ruim 30% overall marktaandeel in woningen in2023. Italië 8%, Frankrijk bijna 1% en dan niks meer, zo rapporteerde het Warmtepomp Trendrapport 2024-25. In 2024 was het overall aandeel zelfs bijna 40%. Elektrificatie als verduurzaming komt in Nederland van ver met een uitstekende gasinfrastructuur en (daardoor) een dun uitgelegd elektriciteitsnet, met risico’s op netcongestie tijdens dagelijkse en/of jaarlijkse piekmomenten. Ex-ministers Jetten en De Jonge verbonden een heus Nationaal Actieplan 2022-2024 aan hybrides. De sectorcapaciteit werd fors vergroot. De warmtepompenbranche deed haar best om haakjes te zetten om hybride, teneinde het een bewuste keuze tussen all-electric en hybride te maken. Opvolgers Hermans en Keijzer hadden er schijnbaar minder mee op, haakjes of niet. De ‘normering bij vervanging van gasketels’ werd van de beleidsagenda gehaald, evenals de in combinatie met warmtepompen aantrekkelijke salderingsregeling van PV-panelen. Klimaatdoelstellingen 2030 staan echter nog en daarvoor moeten toch echt één miljoen al-dan-niet-hybride warmtepompen in bestaande woningen worden geïnstalleerd. Alle hens-aan-dek dus naar gemiddeld ruim 130 duizend nieuwe warmtepompen per jaar! De doorstart van het actieplan richt zich in 2025-’30 op opschaling van álle warmtepompen in residentiële toepassingen, groot en klein en zowel hybride als all-electric. Niks bloedgroepenstrijd… vol aan de bak allemaal! Dr. Frank Agterberg MBA Voorzitter Vereniging Warmtepompen

Thermische batterij

Er is veel te doen rondom de terugleverkosten die energiemaatschappijen vragen voor zelf opgewekte energie. Er moet verduurzaamd worden, maar de consument wordt ‘gestraft’ met verlaagde subsidies op duurzame producten en terugleverkosten bij pv-opbrengst. Fabrikant Masterwatt brengt een oplossing voor dit probleem op de markt. De Charge is een slimme besturingsunit i.c.m. een boiler die niet alleen regelt op dynamische energietarieven maar ook op de energieproductie van pv-panelen. Wanneer de spanning in het stroomnetwerk stijgt, heeft de Charge de mogelijkheid om aan te schakelen en de zelf opgewekte pv-energie te gebruiken voor het opwarmen van de boiler. Bij een dip in de spanning, kan het apparaat wachten met opladen tot een gunstiger tijdstip. Zo wordt het water in de boiler nog duurzamer verwarmd door gebruik van zelf opgewekte zonne-energie. Doordat de ‘extra’ energie verkregen van de zonnepanelen direct gebruikt kan worden voor het verwarmen van het tapwater, worden terugleverkosten geminimaliseerd of in veel gevallen zelfs voorkomen. Er kan meer Naast de optie om te regelen op overschot van pv-panelen, kan het apparaat ook regelen op de Nord Pool day-ahead prijzen. Dit houdt in dat de boiler gaat opwarmen op het moment dat de energieprijzen het gunstigst zijn. Dit is handig wanneer er géén pv-panelen aanwezig zijn. Om dit te kunnen regelen, dient er wel een dynamisch energiecontract te zijn afgesloten. Het voordeel is dat de boiler gaat voorverwarmen op het gunstigste moment. Dit is nooit in een piekmoment wanneer iedereen water nodig heeft. Hiermee wordt de spanning op het energienet

(Her)certificering in 2025

In het klimaatakkoord van Parijs dat inmiddels is ondertekend door 195 landen, hebben deze zichzelf ten doel gesteld om de CO2-uitstoot in 2030 te verminderen met 49% ten opzichte van 1990. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend dat Nederland nog steeds de hogere doelstelling van 55% kan halen. Daar zal echter veel voor moeten gebeuren in de komende jaren. Naast het verlagen van de uitstoot van de zware industrie, verkeer, luchtvaart en veestapel, zal ook de gebouwde omgeving een flinke bijdrage moeten leveren om deze doelstelling binnen bereik te houden. Vanuit het perspectief van de gebouwde omgeving gezien zijn er drie knoppen waaraan we kunnen draaien: 1. Energie besparen door optimale isolatie, efficiënte installaties en goed ingeregelde en functionerende installaties. Er geldt immers dat je de energie die je niet gebruikt ook niet hoeft op te wekken. 2. Transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarmen van gebouwen en woningen. 3. Hergebruik van de in de gebouwde omgeving toegepaste materialen. Dit voorkomt de CO2-uitstoot van winning van basismaterialen tot en met de productie van componenten die wij toepassen in de bouw. Het mag duidelijk zijn dat gezien de te verwachten technische levensduur van installaties ten opzichte van de bouwkundige elementen, de focus ligt op onze sector. In dit artikel zullen we ons toespitsen op knop 2, al heeft dit uiteraard grote raakvlakken met knop 3. Het toevoegen van meer installatietechniek in gebouwen zorgt namelijk voor meer uitstoot bij de productie hiervan. Dit gegeven moet

Parameters

Welke randvoorwaarden gelden er voor een goed binnenklimaat? Ron M R Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek dook voor IZ de materie in en schreef een blauwdruk. Over PPM’s, RV, thermisch comfort en nog vele andere zaken… Thermisch comfort is het gevoel van warmte- of koudecomfort dat mensen ervaren in een ruimte. Het wordt beïnvloed door temperatuur, luchtvochtigheid, luchtsnelheid, stralingswarmte en persoonlijke voorkeuren. Een goed binnenklimaat verbetert gezondheid, productiviteit en welzijn. Installateurs spelen een cruciale rol door installaties te ontwerpen en in te stellen die zowel fysieke als psychologische behoeften ondersteunen. PMV en PPD De Fanger-theorie biedt een wetenschappelijke methode om thermisch comfort te meten: • Predicted Mean Vote (PMV): Een schaal van -3 (te koud) tot +3 (te warm), waarbij 0 ‘neutraal’ is. De comfortzone ligt tussen -0,5 en +0,5. • Percentage of People Dissatisfied (PPD): Voorspelt hoeveel mensen ontevreden zijn met het binnenklimaat. Een PPD < 10% wordt als optimaal beschouwd. Welke factoren spelen hierin een rol? • Luchtvochtigheid: Zorgt voor een goede balans in de verdamping van zweet. • Luchtsnelheid: Te hoge snelheden veroorzaken tocht, te lage snelheden voelen benauwd. • Stralingstemperatuur: Invloed van warmtebronnen of koude oppervlakken. • Kleding en activiteit: Bepalen hoeveel warmte het lichaam afgeeft. • Door de PMV binnen de comfortzone te houden, kunnen installateurs het aantal tevreden gebruikers maximaliseren. Praktijk Hieronder worden de basisvoorwaarden beschreven waaraan installateurs moeten voldoen om een PMV binnen de comfortzone en een acceptabele PPD te realiseren: A. Temperatuurrange - Aanbevolen: 20-22°C voor woon- en werkruimten, 16-18°C voor slaapvertrekken. - De ruimtetemperatuur dient afgestemd te zijn op de functie

Noordertogt

Inside Out levert prefabmodules voor duurzame hoogbouw. Hierin worden bouwtechniek, installatietechniek en energietechniek gecombineerd. De modules lopen als een trein. Enige tijd geleden was Inside Out betrokken bij een interessant project, waarbij de ambities hoog lagen. Het doel was om de Alkmaarse Noordertogtflat uit de jaren 60-70 om te toveren in een energieleverend gebouw. Een pittige klus, omdat het 36 meter hoge gebouw een fors energiegebruik had en in windgebied I stond. Populaire modules Inside Out voor alle duidelijkheid levert verschillende soorten prefabmodules. De markt toont op dit moment met name veel belangstelling voor de Solarmodule, klimaatmodule en datamodule. In het laatste geval gaat het om een meet- en regelsysteem dat aan de andere modules wordt gekoppeld en bijvoorbeeld in kan spelen op de fluctuerende energieprijzen. Voordelen Zoals bekend hebben prefabmodules vele voordelen. Joris van den Heiligenberg, technisch directeur van Inside Out soms ze nog maar eens op. “Ze worden onder fabrieksmatige omstandigheden vervaardigd, dus efficiënt en met een hoge kwaliteit. En er is relatief weinig tijd nodig om ze te installeren, wat zowel prettig is voor bewoners als installatiebedrijven die veelal kampen met een personeelsgebrek.” Toekomst Van den Heiligenberg verwacht dat er de komende jaren steeds meer prefabmodules op de markt zullen verschijnen. Zowel voor de woningbouw als utiliteit. Bij Inside Out kloppen tegenwoordig vooral woningcorporaties aan en eigenaren van kantoorpanden, die hun bestaande vastgoed willen verduurzamen. Meet- en regeltechniek Wat betreft de prefabmodules zelf, zal het accent in de toekomst vooral komen te liggen bij de meet- en

Is jouw bedrijf al voorbereid op de koudemiddelentransitie?

Nederland ligt volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nog steeds op koers om een vermindering van de CO2-uitstoot van 55% te behalen in 2030 ten opzichte van 1990. Daar zal echter wel veel voor moeten gebeuren in de komende jaren. Vanuit het perspectief van de gebouwde omgeving zal er onder andere flink ingezet moeten worden op de transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarmen van gebouwen en woningen. Deze transitie kwam mede in een stroomversnelling door de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande boycot van Rusland als grootste leverancier van aardgas. De groei wordt echter weer geremd door het ontbreken van normering in de Nederlandse wetgeving. Toch is er ook een positieve trend, want het aantal verkochte airco’s is ook in 2024 weer toegenomen naar 350.000 stuks. Door de verwarmingsfunctie kunnen deze apparaten ook uitstekend als verwarmingsbron functioneren en leveren ze zo zichtbaar een bijdrage aan de transitie. Deze duurzame installaties moeten wel geïnstalleerd en onderhouden worden. Hiervoor zijn in toenemende mate goed opgeleide en gekwalificeerde technici nodig. Zij zullen door de invoering van de nieuwe F-gassenverordening (koudemiddelentransitie) vanaf september 2025 allemaal opnieuw gecertificeerd moeten worden om veilig met alternatieve koudemiddelen te kunnen werken. Het is dan ook zaak voor installatiebedrijven om zich tijdig voor te bereiden op deze transitie en zo spoedig mogelijk plannen te maken voor het opleiden en certificeren van deze technici, maar ook klanten te informeren over de aanstaande veranderingen. NVKL speelt in Nederland een belangrijke rol bij

Duidelijkheid over werkelijke besparing hybride warmtepompen

Onlangs zijn de resultaten gepresenteerd van het Demonstratieproject Hybride warmtepompen, waarin het energiegebruik van zo’n 200 huishoudens werd geanalyseerd. Het onderzoek toonde aan dat het installeren van een hybride warmtepomp samen met een cv-ketel gemiddeld zorgt voor een gasbesparing van 75% en een verlaging van de energiekosten met 1018 euro per jaar. Het project werd uitgevoerd door vijf samenwerkende partijen, waaronder het Ministerie van VROM en KGG, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Techniek Nederland. Gedurende twee stookseizoenen werden de prestaties nauwkeurig onderzocht en vergeleken met het gebruik van alleen de cv-ketel. De Universiteit Twente verifieerde de wetenschappelijke resultaten. Hoewel de resultaten positief waren, bleek dat bijna 20% van de systemen beter kon presteren door aanpassingen aan de installatie te doen. Een belangrijke les van het project was dat de correcte installatie van een hybride warmtepomp en het goed functioneren van het afgiftesysteem (zoals radiatoren of vloerverwarming) belangrijker is dan bij een cv-ketel om een optimaal rendement te kunnen realiseren. Naast de gasbesparing en lagere energiekosten, bracht het onderzoek waardevolle inzichten over installatiegemak, wooncomfort en netbelasting. Gezien de hoge gemiddelde gasbesparing hebben de leden van de Vereniging voor Duurzame Warmte besloten een vervolg te geven aan het concept van een besparingsgarantie voor hybride warmtepompen te introduceren. Het uitgangspunt is dat de woningbezitter de garantie kan worden gegeven dat de hybride warmtepomp optimaal presteert, zowel qua gasbesparing als elektriciteitsverbruik. De eindrapportage van het demonstratieproject is terug te vinden op onze website: verenigingduurzamewarmte.nl Susanne de Ruwe, namens Vereniging voor Duurzame Warmte