Tag: artikel editie februari 2022

Minister van vakmensen

‘Terwijl mijn zoon op zijn telefoon zit te kijken, plak ik de band van zijn fiets. Want daar heeft hij geen idee van.’ Een prachtige quote van een werkgever in de techniek die typerend is. Mensen beschouwen technologie als iets vanzelfsprekends. Maar achter elke technologische vernieuwing zitten jaren van denkwerk en doorzettingsvermogen. Maar ook een veelheid aan handen. Technische vernieuwingen kunnen alleen maar ontstaan en voortleven met vakmensen. Natuurlijk is het geen nieuws dat we als techniek vakmensen nodig hebben. Maar het is meer dan een arbeidsmarktprobleem. Het gaat om mensen die opstaan om het verschil te maken. En de bewustwording dat de techniek de maatschappij draaiende houdt. Bill Gates zei het mooi: ‘Niet het eindeloze geklaag over hoe erg het allemaal is gaat ons uit de crisis helpen, maar nuchtere en slimme technologische innovatie en vakmanschap.’ En nu niet denken in problemen maar in kansen. Mijn advies aan minister Dijkgraaf is om de technische vakmensen in de spotlight te zetten. Juist zijn boodschap dat vakmanschap nodig is, kan impact maken. Want naast alle wetenschap waar Dijkgraaf op erkend wordt, zijn er vakmensen nodig die innovaties mogelijk kunnen maken. Dat signaal is nodig. Om jongeren en zij-instromers te laten zien waar zij het verschil kunnen maken, maar vooral ook dat zij nodig zijn om de grote uitdagingen aan te gaan. Mensen die met hoofd, hart en handen mogelijk maken dat toekomstige generaties het goed hebben in Nederland. We hebben met elkaar een klus te klaren! Sven Asijee Directeur Wij Techniek

Een tree hoger

De Veiligheidsladder is veelbesproken in de technische installatiebranche. Over het nut ervan lijkt iedereen het wel eens, maar de praktische uitvoering zorgt voor nogal wat hoofdbrekens. Wat is verplicht en wat niet? Hoeveel geld gaat het de bedrijven kosten? En wat levert het concreet op? Vanaf 1 januari van dit jaar hanteren opdrachtgevers die hun opdracht aanbesteden volgens de afspraak Veiligheid in Aanbestedingen (ViA) de zogenoemde Veiligheidsladder (NEN Safety Culture Ladder). De Veiligheidsladder is een methode om veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen in bedrijven te meten en beoordelen. De nadruk ligt hierbij op de veiligheidscultuur. De Veiligheidsladder verdeelt veiligheidsbewustzijn en -gedrag over vijf treden. Hoe meer verantwoordelijkheid, visie op en investeringen in veiligheid, hoe hoger de score. Maar wat betekent het in de praktijk? We peilden de meningen. Positief en kritisch Henk Boltendal werkt al 11 jaar bij Telecom Service Groep, een all-round bedrijf voor o.a. technische beveiligingsoplossingen met de hoofdvestiging in het Groningse Leek. In de ongeveer 125 mensen tellende organisatie heeft Henk twee functies; hij is Hoofd Bedrijfsbureau, dus leidinggevende over ongeveer 25 mensen. Anderzijds is hij als KAM-coördinator voor alle collega’s het aanspreekpunt voor veilig en gezond werken. “Twee uitdagende rollen waarin altijd wat te doen is!” Hij is ‘positief-kritisch’ over de Veiligheidsladder. “Ik vind veiligheid heel belangrijk en de Veiligheidsladder zorgt ervoor dat veiligheid een gespreksonderwerp wordt in alle geledingen van een bedrijf. De verantwoordelijkheid ligt daardoor niet alleen bij bijvoorbeeld de KAM-coördinator, maar ook bij de uitvoerenden én het management. De Veiligheidsladder leidt tot een

Parametrisch ontwerpen

In de installatiebranche is het nog zelden een onderwerp van gesprek. Maar volgens Marjet Rutten gaat parametrisch ontwerpen minstens net zo’n impact hebben als BIM. IZ sprak met de auteur, marketeer en innovator in de bouwsector. Rutten onderzocht voor BNA hoe parametrisch ontwerpen de bouw zal veranderen. De eerste vraag is natuurlijk wat deze ontwerpmethodiek precies behelst. Omschrijving “Parametrisch ontwerpen is een ontwerpproces waarbij op basis van data en relaties tussen onderdelen een ontwerp wordt gegenereerd. Het gaat om het leggen van relaties. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als ik de beukmaat van mijn pand verander? Bij een parametrisch model rekent het systeem de gevolgen voor je door. Wat verandert er dan nog meer? Alle kennis die we hebben is intelligent verwerkt in een datamodel. Het is dus een dynamisch systeem”, legt ze uit. Tool “Het is feite een ‘tool’, waarbij je aan de knoppen kan draaien. Mensen voeren de parameters in. Verander je de parameter, zoals bijvoorbeeld de grondoppervlakte voor een vloerverwarmingssysteem, dan rekent het model door wat dat bijvoorbeeld betekent voor de benodigde capaciteit van het verwarmingssysteem.” Handig Dat is reuze handig. “Stel je hebt een plot waarop woningen komen te staan en randvoorwaarden gelden voor de maximale hoogte en oppervlakte, dan berekent het systeem alle mogelijkheden.” Deze ontwerpmethodiek is ook uitstekend toe te passen voor installatietechniek, vertelt Rutten. “Zo heeft de TU/E software ontwikkeld om door te rekenen wat in een gegeven situatie de meest duurzame woning is, rekening houdend met isolatie, soort installaties, kosten en dergelijke.” BIM

Circulatieleidingen voor tapwater en warmtepompen

In nieuwe, hogere smalle woonhuizen, die populair zijn in de stedelijke omgeving, komt het relatief vaak voor dat er een circulatieleiding nodig is om te voldoen aan de wachttijd voor warmwatertappunten. Dit komt doordat de opwekking zich meestal op de begane grond bevindt en er bijvoorbeeld een badkamer aanwezig is op de derde of zelfs vierde verdieping. In deze nieuwbouwwoningen wordt het tapwater met warmtepompen bereidt als er geen warmtenet aanwezig is. De circulatieleiding moet natuurlijk goed geïsoleerd worden, maar deze leiding leidt vaak alsnog tot snellere afkoeling van de tapwaterbuffer. Er is immers meer oppervlakte om energie over te verliezen. Door deze snellere afkoeling zal een warmtepomp vaker naar tapwater over moeten schakelen en dit komt het totale energiegebruik niet ten goede. De meeste warmtepompen functioneren immers met het minste rendement op tapwaterproductie. Hierdoor adviseren veel fabrikanten om de circulatieleiding los te koppelen van de opwekking en te verwarmen met een eigen elektrische doorstroomverwarming of kleine boiler. Een mooiere en ruimtebesparendere oplossing zou zijn het beschikbaar komen van meer binnenunits met een eigen extra verwarmer voor een circulatieleiding. Ik snap echter waarom dit niet gewenst is. Het zal namelijk het label van de warmtepomp niet ten goede komen en wellicht is de markt er te klein voor. Een ander alternatief is een gemakkelijk te combineren eigen product! Niet alleen biedt dit helderheid over eventueel extra verbruik. Ook kan het beter als geheel gecombineerd worden. Tim Visser Installatiebedrijf Visser in Twisk [Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser,

Luchtverwarming

Zuiniger omgaan met energie. In de praktijk betekent dat meer dak-, vloer- en spouwisolatie en kierdicht bouwen. Daarnaast moeten gebouwgebonden energiesystemen zuiniger en bij voorkeur fossielarm of -vrij worden. We verwarmen daardoor onze gebouwen vrijwel uitsluitend nog via convectie. Stralingswarmte is in deze systemen volledig verdwenen, zegt adviseur Rob Verbrugge. Maar levert dit wel het gewenste comfort op? Verbrugge heeft er ernstige twijfels over. Lucht als medium is in gebouwen bijna alles bepalend geworden. Enerzijds wordt het gebruikt om te verwarmen en anderzijds om te ventileren. We hebben de dominantie positie van luchtverwarming ongemerkt geaccepteerd. Het gaat niet meer om de mens, maar om het gebouw. Vreemd eigenlijk. Als een gebouw nooit door mensen zou worden gebruikt, dan zou verwarmen onnodig zijn. Ontstaan Hoe heeft eigenlijk luchtverwarming haar dominante positie verworven? Daarvoor moeten we teruggaan naar de jaren ’90. De cv-ketels van destijds moduleerden nog niet en verwarmden meestal centraal, via radiatoren. De watertemperatuur was hoog, waardoor radiatoren warmte overdroegen via straling en convectie (lucht). Trendbreuk Toen midden jaren ’90 cv-ketels gingen moduleren, veranderde ook de warmteoverdracht. Via de bijbehorende modulerende kamerthermostaat, vermogensreductie en lage watertemperaturen werd de kamertemperatuur tot op de tiende graad constant gehouden. Waar de branche aannam dat dit het meest comfortabel was, constateerden gebruikers daarentegen een negatieve verandering. Zij ervaarden een gemis aan stralingswarmte. “Het is met de nieuwe ketel, net zoals met de oude, nog altijd twintig graden, maar het lijkt wel alsof het vroeger warmer was dan nu”, was een veel gehoorde opmerking. Moduleren

Grondstofschaarste en de invloed op de gezondheid

Staal, kunststof en elektronica (vooral chips die in ventilatoren en regelingen zitten): zonder deze grondstoffen kunnen luchttechnische apparaten niet gemaakt worden. Sinds de uitbraak van de coronapandemie is het tekort aan deze grondstoffen nijpender geworden en de gevolgen zijn evident. Langere levertijden en oplopende prijzen. Aan de andere kant was de vraag naar gezonde binnenlucht nog nooit zo groot. Vooropgesteld: de schaarste is er! Zowel in de utiliteits- als in de woningbouw zorgen de tekorten voor problemen. Toen we dit vorig jaar hardop uitspraken, was er bij veel partijen nog ongeloof. Wat zouden wij er in Nederland nu van merken als er ergens in Azië een fabriek dichtgaat die negentig procent van de elektronica voor chips produceert? Inmiddels is het besef wel ingedaald en dat zet de markt zeker onder druk. Tegelijkertijd ligt er een mooie toekomst voor ons. Er moeten ontzettend veel woningen gebouwd worden. De pandemie heeft er bovendien voor gezorgd dat ventilatie eindelijk de aandacht krijgt die het – in mijn ogen al veel langer natuurlijk – verdient. Het is niet alleen de grondstof schaarste die de levertijden doet oplopen. De huidige omikron-variant van het coronavirus doet ook een duit in het zakje. Door de vele besmettingen en nog meer quarantaine gevallen, zijn nagenoeg alle ondernemingen onderbezet. Hierdoor lopen de levertijden ook op. Niet alleen bij de toeleveranciers, maar ook bij de aannemers en de installatiebedrijven. Persoonlijk verwacht ik dan ook dat de grondstofschaarste eind dit jaar wel weer wegebt; alleen de opgelopen achterstand halen we niet

Ventileren op de eerste plaats!

De energietransitie is een enorme uitdaging. Gelukkig komen er steeds meer oplossingen beschikbaar voor bestaande woningen, zo ook voor ventilatie met WTW. Helaas blijft ventilatie als belangrijk onderdeel van een geslaagde transformatie onderbelicht. En dat is niet alleen jammer voor het energiegebruik, maar vooral ook voor de gezondheid. Ik durf er bijna niet meer over te beginnen, want we hebben er allemaal schoon genoeg van, maar ook de coronacrisis heeft laten zien hoe belangrijk het is om te ventileren en daarmee de kans op besmettingen te verkleinen. Het verbaast mij dan ook dat ventileren nog steeds niet wordt genoemd als dé basisregel om verspreiding van het virus te voorkomen. Bij elke persconferentie is op de spreekstoelen van de ministers te zien om welke basisregels het gaat. De volgorde is gelukkig op de eerste persconferentie van het nieuwe kabinet gewijzigd en ‘lucht’ staat nu na ‘afstand’ op plaats 2, helaas wel met als symbool een open raam. Een raam open is beter dan niets, maar het staat niet gelijk aan structureel goed ventileren en een energiezuinige oplossing is het natuurlijk ook niet. We weten uit onderzoek dat in de strijd tegen Corona ventileren een cruciale rol speelt. Ook het RIVM beschrijft dat op haar website. Waarom is hier dan niet veel meer aandacht voor en wordt er geen beleid gemaakt om dat in alle gebouwen zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen? Het mooie is dat we dan twee vliegen in één klap slaan, want naast een gezonde samenleving (met minder

Onderzoek

TNO opende recentelijk het Bouwinnivatie Lab. Een onderzoekscentrum voorzien van de modernste snufjes om onder andere installatiesystemen te onderzoeken en testen. Wat is de meerwaarde hiervan voor onze branche? IZ legde een aantal vragen voor aan Piet Jacobs, Senior onderzoeker binnenmilieu en energiebesparing. Het nieuwe lab op de TU Delft Campus werd op 6 oktober geopend door burgemeester van Delft Marja van Bijsterveldt, Paul de Krom (CEO TNO), Doekle Terpstra (voorzitter Techniek Nederland), Tim van der Hagen (voorzitter college van bestuur en rector magnificus TU Delft). Wat behelst het Bouwinnovatie Lab? “In het TNO Bouwinnovatie Lab wordt toegepast onderzoek naar innovaties op het gebied van bouwmaterialen, klimaatsystemen en constructies uitgevoerd.” Welke klanten worden er bediend? “Opdrachtgevers voor onderzoeken in dit laboratorium komen uit de woning- en utiliteitsbouw, infrastructuur, civiele en maritieme sector in de Nederlandse en internationale markt. De afdeling Building Physics & System doet in het Bouwinnovatie Lab onderzoek om de prestaties van nieuwe (lucht)warmtepompen te meten en te verbeteren. Hiervoor zijn recent twee enorme klimaatkamers geplaatst. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar zaken die een positief of een negatief effect hebben op de kwaliteit van de binnenlucht.” Kunt u wat dieper inzoomen op dat onderzoek naar binnenlucht? Met de testopstelling in het nieuwe Indoor Air Quality (IAQ) Lab (zie hierboven) bootsen we een keuken na. In deze speciaal ontworpen klimaatkamer wordt onderzocht wat het effect van verschillende afzuiginstallaties is op de binnenluchtkwaliteit. Daarbij gaat het niet alleen om geuren en verbrandingsgassen, maar vooral om het fijnstof dat tijdens het

Raam open

Het heeft even geduurd voor het doordrong tot de politiek maar inmiddels is het zelfs daar duidelijk dat ventileren een cruciale rol speelt in de strijd tegen Corona. Toch is de overheid nog niet veel verder gekomen dan een advies om vooral goed te ventileren. O ja, bij elke persconferentie over de coronacrisis is dit advies ook nog eens te zien op de spreekstoelen van de ministers, aangeduid als ‘lucht’ met daarbij het symbool van een open raam. Zelfs de volgorde is nu veranderd: ‘lucht’ staat na ‘afstand’ op plaats 2. Toe maar! ‘Nou is een raam open beter dan niets, maar het staat natuurlijk niet gelijk aan structureel goed ventileren en een energiezuinige oplossing is het natuurlijk ook niet’, benadrukt Adriaan Cramer in zijn column in deze uitgave die hij namens de sectie Ventilatie en WTW van de Nederlandse Verwarmingsindustrie heeft geschreven. ‘Misschien is het tijd voor een Minister voor Ventilatie’, oppert hij, om daaraan toe te voegen dat ze hem daarvoor mogen bellen. Maar goed, tot het zover is, zal de markt dus zelf met oplossingen moeten komen. Gelukkig gebeurt dat ook, zoals elders in deze uitgave is te lezen. Advies: maak daar vooral gebruik van.