Tag: artikel editie december 2020

Subsidies en financiële regelingen in de projectenmarkt

Na een jaar lang proberen, onderzoeken en uitwerken in de praktijk, keert het tij voor wat betreft de uitvoering van het Klimaatakkoord in de Gebouwde Omgeving. Dit op basis van voortschrijdend inzicht en na diverse publicaties. 2050 het jaar waarin alle ambities uit het Klimaatakkoord gerealiseerd moeten zijn, blijkt te ver weg om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Er wordt nog teveel afgewacht wat de (politieke) toekomst brengen zal. Met 2030 als realistische tussenstop kunnen nu de handen uit de mouwen. Want met duurzaam installeren kunnen we nu al beginnen. Voor nieuwbouw staan de regels duidelijk op papier, waardoor nieuwe gebouwen en woningen zo goed als energieneutraal worden opgeleverd. De grote winst valt te behalen in de bestaande woningvoorraad. Juist hiervoor geldt: wat je niet verbruikt hoef je ook niet op te wekken. Naast isoleren en het plaatsen van hybride verwarmingssystemen is met tal van energiebesparende maatregelen het energiegebruik fors terug te dringen door toepassing van bijvoorbeeld: thermostatische radiatorventielen, automatische ontluchter/ontgassing, een magneetfilter, douche-waterterugwinning en zelfregelende vloerverwarmingssets. En voor alle verwarmingsinstallaties (dus zowel cv-ketels als [hybride] warmtepompen) geldt dat goed installeren en inregelen van groot belang is voor kwaliteit, prestatie én wooncomfort. De kleine utiliteitsbouw blijft qua energiebesparing een nog wat onderbelicht thema. Fabriekshallen, bedrijfsunits, sporthallen en showrooms worden vaak nog verwarmd door niet-condenserende toestellen. Dit terwijl er met HR luchtverwarmers 20% besparing gerealiseerd kan worden. Om te voorkomen dat het Klimaatakkoord vooral een papieren realiteit blijft, een oproep aan installerend Nederland: ga aan de slag en pak die

Bestendig voor de toekomst

We zijn op weg naar de verkiezingen van de Tweede Kamer in 2021. Het kan u bijna niet ontgaan zijn. Nieuwe partijleiders staan op. Verrassende nieuwe kandidaten op de lijst. En de eerste verkiezingsprogramma’s zijn al verschenen; vol goede voornemens en plannen. Zelf probeer ik in de gaten te houden wat al die plannen betekenen voor onze sector. Eén ding staat vast. Corona en de gevolgen van de pandemie bepalen de toon. Maar de erkenning voor vakmanschap lees ik ook terug! En dat is mooi. Want één ding is helder: de technische beroepen zijn pandemie-bestendig én recessieproof. Dat zien we ook terug in de plannen. Klimaat, verduurzaming en gasloos zijn de termen die ik lees. Er ligt ambitie, maar ook urgentie. Door de coronacrisis staan de zorg en het onderwijs echter ook in de schijnwerpers. En ook daar spelen we als sector een belangrijke rol in. Geen topzorg zonder de goede technische infrastructuur. E-health en zorg op afstand kunnen niet zonder techniek. En als we denken aan het onderwijs heeft de inzet op hybride vormen een appel gedaan op de technische infrastructuur van de scholen op alle niveaus. We zijn profs geworden in het boeien van studenten en leerlingen op afstand. En die kracht ligt bij docenten, maar ook bij de mogelijkheden van techniek. Dus in de komende maanden van debatten, politici die naar elkaar wijzen, cijfers, prioriteiten en opiniepeilingen, hoop ik dat we blijven nadenken over de dag van morgen heen. Durven denken in kansen. En dat we naast

Anders verduurzamen

We moeten zo snel mogelijk en op grote schaal de CO2-uitstoot omlaag krijgen. Daarbij draait het vooral om de pieken in het gas-, de warmte- en het elektriciteitsgebruik. Vervolgens kunnen we dan de basislast aanpakken, betoogt Ronald Rovers. Volgens de bouwfysicus en Fellow van de Faculteit Bouwkunde aan de TU/E is het tijd voor een totaal andere benadering, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor de installatiebranche. “Traditioneel zijn installaties vaak uitgelegd op het invullen van de piekvraag. Dan zat je altijd goed. Dat was met fossiele, altijd beschikbare brandstof geen probleem. Maar met de huidige energietransitie kunnen we niet meer op deze weg doorgaan. De ironie is namelijk dat juist tijdens piekperiodes het aanbod aan duurzame energie het meest beperkt is. Daarom zijn we eigenlijk wel gedwongen om te zoeken naar een nieuwe en veel lagere balans tussen vraag en aanbod.” Geen tijd meer “En dat moet snel gebeuren. We hebben geen jaren de tijd meer om te wachten tot allerlei ideeën en onderzoeken tot prachtige nieuwe innovaties leiden. Maar, als we de curve alvast af kunnen buigen, dan winnen we wel wat tijd. Eigenlijk zouden we dit zo spoedig mogelijk moeten oppakken en op een manier die flexibel is, dat wil zeggen vervolgstappen niet in de weg zit.” Rol installateur “En daarbij komt de installateur om de hoek kijken. Een effectieve manier die snel resultaat oplevert, is om niet een complete renovatie uit te voeren, maar om een kleine warmtepomp naast de gasketel te hangen en die in hybride

Gelukstreffer

Actie! Dat was wat Ralph Dito miste tijdens zijn stage detailhandel. Het zette de puber aan het denken. Hij besloot van opleiding te switchen en volgde een leer-werktraject als monteur. Dito is nog altijd blij met zijn keuze van destijds. Zeker nu hij zelfstandig ondernemer is en fantastische klussen op zijn pad ziet komen. Zoals laatst dat roevendak in Beekbergen. De 50-jarige begon ooit bij wat nu Van Dorp Deventer is, vervolgens stapte hij over naar Van Niel Installatietechniek in Twello. Bij beide werkgevers had hij het naar zijn zin. Toch begon het op een gegeven moment te jeuken. Dito wilde meer zelfstandigheid. Collega Bas Bevers dacht het er hetzelfde over. “Zijn vader stuurde hem als 15-jarige al het dak op met een oude loodgieter, om hem van de straat af te houden. Beiden hadden we dus al behoorlijk wat ervaring en een goede klik. Op een gegeven moment hebben we na een aantal flessen wijn de knoop doorgehakt en zijn we voor onszelf begonnen.” Werkterrein Dat was in 2001. Tegenwoordig neemt ITT Installatietechniek de meest uiteenlopende werkzaamheden aan. Van cv-ketels installeren tot pv-panelen leggen en dakdekkerswerkzaamheden. Het tweemansbedrijf is vooral actief in de renovatiesector en die loopt momenteel als een tierelier. Project Door eerlijk advies te geven, win je het vertrouwen van klanten. En daar vloeit al pratend vaak weer meer werk uit voort, vertelt Dito. Zoals laatst in Beekbergen. “Mijn klanten hadden een fraaie jaren ‘70 bungalow in het bos. Ze wonen daar met z’n tweeën en hebben

Geothermie

Uit een studie van Energie Beheer Nederland blijkt dat 2,6 miljoen huizen en gebouwen van warmte kunnen worden voorzien door geothermie. Waarom zijn er dan nog nauwelijks projecten gerealiseerd met aardwarmte in de gebouwde omgeving? IZ sprak erover met adviseur Runa Lentz van Merosch. Lentz is bij Merosch de contactpersoon voor begeleiding van geothermieprojecten. Volgens de adviseur zijn er verschillende redenen aan te wijzen waarom aardwarmte nog nauwelijks voet aan de grond heeft gekregen in Nederland. Zo’n enorme potentie en toch staat de techniek hier nog in de kinderschoenen. Hoe komt dat? “Allereerst omdat we relatief weinig weten over de aardlagen dieper dan 3 kilometer. De afgelopen decennia hebben we ons vooral geconcentreerd op de ondiepe aardlagen, omdat daar gas te vinden viel. Daarmee kom je ook bij het volgende punt: we hebben onszelf jarenlang beholpen met gas, onze infrastructuur was daar ook op uitgelegd. Er was dus geen reden om onszelf te gaan verdiepen in geothermie.” Wat komt er allemaal bij kijken om een geothermische installatie aan te leggen? “Het is een complexe operatie. Eerst worden er twee putten geboord tot een diepte van maximaal ongeveer 4000 m. Uit de ene put wordt warm water omhoog gepompt. De warmte wordt via een warmtewisselaar afgegeven, waarna het afgekoelde water de andere put in gaat. Naast de installatie moet ook een technische ruimte worden gerealiseerd. Al met al ben je gemiddeld tussen de 6 maanden tot 2 jaar kwijt om een geothermische installatie aan te leggen.” Kan je een dergelijk systeem