NEN 1087 op de schop

GROTE GEVOLGEN VOOR HET WERK VAN DE INSTALLATEUR

De NEN 1087 is in revisie. In de loop van 2020 zal naar verwachting de vernieuwde versie worden gepubliceerd. Volgens experts Coen Schut van fabrikant Itho Daalderop en Marco Hofman van ISSO gaan de wijzigingen grote gevolgen hebben voor het werk van de installateur.

De NEN 1087 is dringend aan vervanging toe. Uit onderzoek en praktijkervaringen blijkt dat de norm niet meer van deze tijd is. Zo initieerde de Nederlandse ventilatie-industrie in de eerste helft van dit decennium een uitgebreid onderzoek naar de ventilatiesystemen

Bevindingen

In woningen. Schut: “Uit de resultaten van het Monicair-onderzoek kwam naar voren dat:
1. Bestaande ventilatiesystemen niet allemaal dezelfde prestatie kunnen geven.
2. Systemen met een mechanische drijvende kracht op ruimteniveau beter werken.
3. Bewonersgedrag een grote invloed heeft op de werking van de syste- men.
4. Systemen met een mechanische drijvende kracht gecombineerd met sensoren en regeling per ruimte het beste werken.
5. Voldoen aan regelgeving geen garantie is voor goede luchtkwaliteit.”

Aanvullingen

Hofman vult hem aan: “Het globale beeld van deze onderzoeken is dat met de gebruikelijke ventilatiesystemen in woningen de luchtverversing zo’n 25% van de tijd niet volstaat tijdens aanwezigheid van personen. In met name slaapkamers zien we zelfs uitschieters van circa 40% van de verblijfstijd. Dit terwijl het uitgangspunt in de aangewezen NEN-bepalingsmethode 1087 (2001) is dat dit hooguit 5% bedraagt.”

Oorzaken

Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor de slechte luchtkwaliteit. Schut belicht er twee. “De afgelopen jaren zijn we onze woningen steeds beter gaan isoleren. Daardoor luistert het steeds nauwer met de daadwerkelijke toevoer van verse lucht en afvoer van vervuilde lucht. Met natuurlijke luchttoevoer ben je afhankelijk van de windrichting en de stand van de luchttoevoerroosters en binnendeuren. Daarnaast hebben goed geïsoleerde woningen maar een kleine warmtevraag en wordt er veelal lt-vloerverwarming toegepast. Hierdoor valt de verse (koude) toevoerlucht direct naar beneden, omdat deze nauwelijks opgewarmd wordt. Gevolg: de bewoner ervaart kou en zet het toevoerrooster dicht.”

Gebruiksvriendelijkheid

Een andere oorzaak is het gebrek aan gebruiksvriendelijkheid van de systemen zegt Schut. “Een mens heeft van zichzelf geen goede luchtkwaliteit sensoren en weet ook niet altijd hoe hij een ventilatiesysteem correct moet bedienen. Bewonersgedrag heeft een fikse invloed op de werking van systemen. Zo stellen mensen bijvoorbeeld regelmatig het systeem in op de verkeerde stand en hebben ze de neiging om roosters af te sluiten bij kou. Gebruiksvriendelijkheid impliceert in dit geval dus juist ironisch genoeg, dat een ventilatiesysteem dat volautomatisch wordt geregeld beter functioneert. Natuurlijk moet er wel een mogelijkheid zijn voor de bewoner om tijdelijk te kunnen overschakelen op manuele bediening.”

Systeemtypen

Met deze bevindingen in het achterhoofd, zal het de lezer niet verbazen dat menig deskundige het liefst systeemtypen kiest met wat in vaktermen dan heet ‘een mechanisch drijvende kracht per ruimte’.

Nieuwe benaming

De afgelopen jaren zagen we talloze varianten van systeem C op de markt komen. Dat leidde tot een wildgroei aan benamingen. In de nieuwe NEN 1087 wordt een andere indeling voorgesteld, die veel overzichtelijker is. De benamingen A, B, C, D en E zijn vervangen door Ventilatie Systeem Type (VST). Bij deze VST wordt er per ruimte gekeken naar het type luchtstroom. Vragen waarop de NEN 1087 dan inzoomt zijn:
- Gaat het om toe- of afvoer?
- Wordt de toe- en afvoer mechanisch of natuurlijk geregeld?
- Is er sprake van directe of indirecte toe- en of afvoer?
Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt naar ruimtetype:
- Verblijfsruimtes of -gebieden
- Natte ruimtes of serviceruimtes
In z’n algemeenheid vindt er een beoordeling op ruimteniveau plaats in plaats van gebouw- of woningniveau.
Voor een overzicht met de nieuwe indeling: zie afbeelding.

Prestatiemeting

Daarnaast wordt in de vernieuwde NEN 1087 een indicatieve methode voorgesteld om de prestatie van een ventilatiesysteem te bepalen. Deze is gebaseerd op twee begrippen:
- AER (Air Exchange Rate): bepaalt de mate waarin het ventilatiesysteem in staat is de gevraagde luchtwisseling te realiseren.
- AEP (Air Exchange Performance): bepaalt of de ventilatie op de juiste plaats en op het gewenste moment beschikbaar is.

Goed functioneren

In de nieuwe NEN 1087 zal ook volop aandacht zijn voor de bediening van het systeem. Met de Probability of Correct Operation (PCO) komt de eindgebruiker centraal te staan. Zoals eerder vermeld blijken geautomatiseerde systemen, waarbij zo min mogelijk input van de eindgebruiker nodig is, in de praktijk meestal het beste te functioneren. Correct Operation om nog even terug te komen op de term, betekent in dit verband dat de toe- en afvoervoorzieningen op maximale capaciteit staan ingesteld tijdens aanwezigheid en op minimale capaciteit bij afwezigheid.

Belang sensoren

Schut: “Uiteraard is het goed functioneren van een ventilatiesysteem ook afhankelijk van het type regeling en de correcte sensor op de juiste plaats. Qua regelingen maakt de NEN 1087 onderscheid tussen woning-, zone- en ruimteniveau. Met de juiste sensor op de juiste plaats wordt bedoeld dat bijvoorbeeld een CO2-sensor in de verblijfsruimtes komt te hangen, de RV-sensor in de natte ruimtes en de PIR/VOC-sensor in de toiletruimte. Daarbij moet de regeling wel in staat zijn om de ventilatiehoeveelheid daadwerkelijk te verhogen of te verlagen op basis van deze sensor. En dat gaat met een mechanisch drijvende kracht op ruimteniveau veel beter dan met natuurlijk drijvende krachten”, aldus de ventilatie-expert 

Consequenties

Hofman: “Met het publiceren van een nieuwe NEN 1087 in 2020 zijn we er nog niet. De aanwijzing vanuit de bouwregelgeving moet nog plaatsvinden. Ik verwacht dat dit niet eerder dan halverwege 2021 zal gebeuren. Eerst worden namelijk het nieuwe Bouwbesluit (Besluit Bouwwerken Leefomgeving, BBL) en de nieuwe energieprestatiemethodiek (BENG) van kracht. Vanaf het moment dat de nieuwe NEN 1087 ‘status’ krijgt door aanwijzing vanuit het BBL, zal de invloed op de markt merkbaar worden. Energieneutraal bouwen wordt de nieuwe standaard. We kunnen, zeker voor de woningmarkt, met de introductie van de IBVP verwachten dat er nieuwe systemen op de markt gaan komen. Ik voorzie de ontwikkeling van hybride ventilatiesystemen (dus meerdere VST in een woning) en vooral de doorontwikkeling van slimmere ventilatie oplossingen. En wel zodanig dat kan worden voldaan aan de strenger worden energieprestatie-eisen en de behoefte aan comfort. De vraag naar kwaliteitsborging en vakbekwaam personeel begint ook weer te stijgen. Zo worden in 2020 de eerste bedrijven erkend volgens de InstallQ erkenning Gevolgklasse 1 ‘Ventilatievoorzieningen woningen en woongebouwen’. Tevens willen een aantal partijen in de installatiesector in het najaar van 2020 een nieuwe opleiding van start laten gaan, die specifiek is gericht op de ventilatie in gebouwen. Kartrekkers zijn IWNL, ROVC, VLA en ISSO.”