Legionella

Na de legionella-uitbraak in Bovenkarspel heeft de overheid ingezet op preventieve maatregelen en controleprocedures om besmettingen met legionellose te voorkomen. Toch blijft het aantal meldingen jaarlijks stijgen. Een van de redenen voor deze toename zou kunnen liggen in het feit dat nog niet alle risicofactoren worden meegenomen in deze maatregelen. Onderzoek van Wilco van der Lugt en anderen toont aan dat materiaalkeuze en watersamenstelling van invloed kunnen zijn op de aanwezigheid en de groei van de legionellabacterie.

Legionellabesmettingen zijn vaak gerelateerd aan de condities in koeltorens of bubbelbaden, maar bij op zichzelf staande gevallen is de bron van de besmetting meestal niet te herleiden. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat in zo’n 20% van de woningen van legionellosepatiënten één of meerdere legionellabacteriën voorkwamen. Meestal ging het dan om de legionella anisa, een minder gevaarlijke variant dan de legionella pneumophila.

Besmetting ondanks preventie

Als we kijken naar de preventieve maatregelen die de overheid oplegt, is het vreemd dat in deze huishoudens zo vaak de aanwezigheid van legionella wordt geconstateerd. De drinkwatersystemen zijn niet omvangrijk, de watertemperatuur blijft doorgaans onder de 25 °C en het watersysteem wordt met grote regelmaat gebruikt. Ook in prioritaire installaties, bijvoorbeeld in ziekenhuizen, zorginstellingen en zwembaden en niet-prioritaire installaties die voldoen aan alle voorgeschreven preventieve maatregelen en controleprocedures wordt nog steeds legionella gevonden.

De praktijk is geen laboratorium

De maatregelen die de overheid heeft voorgeschreven zijn uitvoerig getest. In laboratoria bleek het nagenoeg onmogelijk voor de legionellabacterie om zich bij een temperatuur onder de 25 °C voort te planten. De praktijk is weerbarstiger. In 2010 toonde een aantal onderzoekers bijvoorbeeld aan dat de gevaarlijke variant legionella pneumophila prima in staat was te groeien op EPDM in water met een temperatuur onder de 25 °C. Andere onderzoeken laten zien dat de aanwezigheid van metalen in het drinkwater van invloed is op de aanwas en overleving van de legionellabacterie in drinkwatersystemen. Ook het type kraan zou van invloed kunnen zijn op de aanwezigheid van legionella.

Huidige risicobeoordeling

Bij de risicobeoordeling zoals die in ons land plaatsvindt, worden het kraanontwerp en de samenstelling van het water niet als mogelijke kritische factoren gezien. Maar is dat terecht? Een team van deskundigen, bestaande uit onder andere microbiologen, epidemiologen en een installateur voerde onderzoek uit naar de invloed van het type douchemengkranen en de aan- of afwezigheid van roest van gietijzeren distributieleidingen op de groei van legionella anisa in kleine drinkwaterinstallaties.

De onderzoeksopstelling

Van der Lugt ontwierp samen met microbioloog Jacob Bruin een model met daarin vier kleine drinkwaterinstallaties. De leidingen en boilers waren van koper; de breektank is van polyethyleen en de kranen waren van messing en rvs. Omdat het in ons land niet is toegestaan chloor toe te voegen aan het drinkwater, werd in het onderzoek gebruik gemaakt van niet-gechloreerd water. In systeem 1 zat alleen drinkwater. In systeem 2 zat drinkwater waar roest aan werd toegevoegd. In systeem 3 zat met legionella besmet drinkwater. In systeem 4 zat met legionella besmet drinkwater waar roest aan werd toegevoegd.

Onderzoek

Systemen 1 en 2 werden - met tussenplaatsing van een keerklep - aangesloten op het drinkwatersysteem. Systemen 3 en 4 werden aangesloten op twee breektanks met een capaciteit van 25 liter. Dit om te voorkomen dat het met legionella besmette water zijn weg naar het drinkwatersysteem zou kunnen vinden. In elk van de vier systemen werden drie douchmengkranen gemonteerd: (a) een hendelmengkraan van rvs, (b) een hendel mengkraan van messing, en (c) een thermostatische messingmengkraan.
De systemen werden uitgerust met een boiler van 15 liter zodat zes keer per week gedurende een minuut alle kranen gespoeld konden worden met water van 38 °C. De omgevingstemperatuur bedroeg in de zomer ~22 °C en in de winter ~18 °C. Elke maand werden er van alle 12 kranen, de breektanks en de wateraanvoer 24 uur na de laatste spoelsessie monsters genomen. Deze monsters werden getest op legionella volgens de Nederlandse norm (NEN 6265).

Resultaten

De hoogst gemeten concentratie legionella troffen we aan in systeem 4 bij de rvs-mengkraan (a). De concentratie legionella was groter dan 20,000 kve/l (minimaal 100.00kve/l) en was positief in 46,4% van de monsters. Bij de rvs-mengkraan in systeem 3 (besmet water zonder toegevoegde roest) was de hoogst gemeten concentratie legionella 7.600 kve/l en was 14,3% van de monsters positief. In beide besmette systemen (3 en 4), waren de messing systeem 3 in 85,7% van de monsters, met een hoogst gemeten concentratie van 24.200 kve/l, en in systeem 4 in 64,3% van de monsters met een hoogst gemeten concentratie van 13.400 kve/l.

Materiaalkeuze en water

Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen we concluderen dat zowel het type mengkraan als de aan- of afwezigheid van roest de groei van de legionellabacterie beïnvloeden en dus weldegelijk risicofactoren kunnen zijn wanneer we kijken naar het voorkomen en beheersen van legionella. Het verdient dan ook de aanbeveling om meer onderzoek te doen naar kranen en andere onderdelen van het drinkwatersysteem om te bepalen welke onderdelen onder welke omstandigheden het meest en minst gevoelig zijn voor het ontstaan van biofilm. De resultaten kunnen gebruikt worden om de bestaande preventieve maatregelen en controleprocedures rondom legionellapreventie te verbeteren volgens de meest recente wetenschappelijke inzichten.

Tip voor de installateur

Wanneer er legionella wordt gevonden in een systeem is de kans groot dat u als installateur of beheerder te horen krijgt dat u iets niet goed heeft gedaan, maar een normoverschrijding kan dus ook worden veroorzaakt door het ontwerp en/of door het materiaal van de kraan! 

Auteur: Wilco van der Lugt, installateur, hogere veiligheidskundige, gecertificeerd arbeidshygiënist, en deskundige veilige drinkwaterinstallaties

Soorten legionella

Soorten legionella
Legionellabacteriën komen zowel in het water als in de aarde voor. Ze gebruiken een amoebe als gastheer om zich te kunnen vermenigvuldigen. Legionellabacteriën in drinkwaterinstallaties vestigen zich in de biofilm aan de binnenkant van leidingen of in het bezinksel op de bodem van leidingen en reservoirs. De ontwikkeling van biofilm is mede afhankelijk van de temperatuur en doorstroming van water, het leidingmateriaal en de waterkwaliteit en -samenstelling. Er bestaan verschillende soorten legionella. Deze zijn niet allemaal even gevaarlijk. Legionella pneumophila serotype 1 veroorzaakt 70% van de ziektegevallen. Legionella pneumophila serotype 2-14 veroorzaakt 20-30% van de ziektegevallen. Legionella non-pneumophila, een verzamelnaam van alle legionellasoorten anders dan legionella pneumophila, veroorzaakt 2-11% van de ziektegevallen.

Opstelling met de vier drinkwatersystemen