Jetroosters

Jetroosters worden gebruikt om de lucht ver de ruimte in te blazen. Dat gebeurt in het geval van Solid Air met een worp tussen de 5 en 50 meter. Blijft de lucht gebundeld, dan wordt er gesproken van een laag inducerende luchtstroom. Wordt de lucht via een werveling over een groter oppervlakte uitgespreid, dan spreekt men van een hoog inducerende luchtstroom. In het laatste geval zit er een swirl deflector in het rooster.

Populair
Ze zijn overal te vinden. Met name op plekken waar een grote worp wenselijk is. Zoals sporthallen, vliegvelden, atria of werkplaatsen. “Je vindt geen jetroosters in verblijfsruimtes, zoals woningen. Daar luistert het een stuk nauwer met de comfortregeling. Een gebundelde luchtstroom kan daar snel als verstorend worden ervaren.”

Bevestiging
De lucht komt voornamelijk op horizontale wijze de ruimte in. Meestal vanaf enkele meters hoogte. De jetroosters worden verticaal gemonteerd. Dat kan bijvoorbeeld aan het uiteinde van een kanaal of in een montageplaat met meerdere jets. In het laatste geval maakt de plaat dikwijls onderdeel uit van een plenum. Deze “verdeeldoos” brengt de luchtsnelheid omlaag en zorgt zo voor een meer gelijkmatige verdeling van de lucht over de verschillende jetroosters.

Materialen
De jetroosters zijn zowel in aluminium als kunststof verkrijgbaar. Beide hebben hun voordelen en beperkingen. Met kunststof kan je eenvoudig het rooster in allerlei vormen gieten. De aluminium variant is qua aanschaf wat prijziger, maar wel robuuster en kent een langere levensduur. Bij Solid Air worden ze met de hand bediend of aangestuurd door een servomotor of thermische veer.

Monteren
Jetroosters monteren is een eenvoudig klusje. Je moet er wel op letten dat je ze netjes luchtdicht aanbrengt. Daarnaast is het belangrijk om ze juist te positioneren, zodat er bijvoorbeeld geen obstakel hangt in de luchtstroom.

Inregelen
De kunst is om de installatie zodanig te ontwerpen, dat de lucht heel gelijkmatig wordt toegevoerd naar de jets. Op die manier heeft de inregeling van de jets zelf minder invloed op de prestaties. Want, vertelt Timmermans “luchtzijdig inregelen is een vak apart en helaas schiet het er regelmatig bij in.” Vaak heeft het te maken met het kostenplaatje of domweg gewoon haast. Maar de consequenties van slecht luchtzijdig inregelen kunnen verregaand zijn. “Maak je de inblaasopening kleiner, dan kan dat bijvoorbeeld de luchtstroom van andere jetroosters in het systeem beïnvloeden. En te veel afknijpen leidt tot geluidsproblemen.” Zijn de jets eenmaal aangebracht, dan heb je er vrijwel geen omkijken naar. Ze zijn in principe onderhoudsvrij. Uiteraard moeten de jets wel gereinigd worden. Gebeurt de aansturing via een servomotor, dan dient die uiteraard alleen gerepareerd of vervangen te worden, als hij kuren krijgt.

CO2
Jetroosters maken vaak deel uit van VAV-systemen die op basis van CO2 worden aangestuurd. Een andere mogelijkheid is om de luchtstroom constant te houden. Waar CO2-sturing menig maal als de heilige graal wordt gepresenteerd, waarschuwt Timmermans om enige voorzichtigheid in acht te nemen. “De praktijk leert ons dat vaak de maximaal toelaatbare CO2-waarde als ondergrens wordt gebruikt, om op die manier zoveel mogelijk energie te besparen. Dat pakt natuurlijk niet altijd zo goed uit voor het binnenklimaat.”

Toekomst
Timmermans verwacht dat de komende jaren het assortiment aan jetroosters verder zal verruimen, bijvoorbeeld met varianten die aan een andere esthetische smaak tegemoetkomen. Daarnaast is het ook broodnodig om hier een circulaire slag te maken. Denk aan de toepassing van biobased materialen en het refurbishen van oude jetroosters. “Maar dat zal niet 1,2,3, gebeuren. Je hebt een goede infrastructuur nodig en het moet natuurlijk wel financieel aantrekkelijk blijven voor de opdrachtgever.” 