High-Tech vs Low-Tech
WELKE KANT GAAN WE OP ALS INSTALLATIEBRANCHE?
Technologiedeskundige Kris de Decker schreef jarenlang over technische innovaties. Totdat hij zich realiseerde dat we als maatschappij een doodlopende weg bewandelen. Volgens De Decker moeten we naar een Low-Tech Society toe. En de installatiebranche kan daarin een belangrijke rol spelen.
Hij kan het zich nog goed herinneren:
zijn ‘Eureka-moment’. “Ik schreef als freelancer ettelijke artikelen over technische innovaties. Op een gegeven moment merkte een eindredacteur op dat ik vrijwel altijd afsloot met de opmerking dat ‘de innovatie of geen daadwerkelijke oplossing vormde voor het onderliggende probleem of alleen maar zou leiden tot nieuwe problemen die weer om nieuwe technische oplossingen zouden vragen’. Pas toen drong het echt tot me door dat ik niet meer geloofde in het paradijs dat voorstanders van de High-Tech society ons beloven. En, ik besloot het roer om te gooien.”
Duizendpoot
De Decker verhuisde van België naar Catalonië en startte in 2007 zijn eigen tijdschrift ‘Lowtech Magazine’. Hij werd een begrip in de technologiewereld, publiceerde diverse boeken, ging ook aan de slag als energieconsultant en onderzoeker en sprak op een aantal conferenties. Een van zijn belangrijkste stellingen luidt dat “automatisering alleen maar leidt tot meer machines die energie nodig hebben”. Maar als dat zo is: welke kant moeten we dan op als maatschappij én als installatiebranche?
Verwarmingstechniek
De Decker geeft een aantal voorbeelden van, naar zijn mening excessen in de installatiebranche. “Laat ik beginnen bij de verwarmingstechniek. Vroeger had die een sterk lokaal karakter. Met haardvuur verwarmde men een specifieke plek in de woning. Verder gebruikten bewoners bijvoorbeeld stoofjes en warme kruiken om hun lichaam te verwarmen. Tegenwoordig is er sprake van een totaal andere benadering. Denk aan verwarmingsoplossingen die alle lucht in de ruimte opwarmen in plaats van de personen. Dat kost verschrikkelijk veel energie. Zeker als er nauwelijks mensen aanwezig zijn.”
Koeling en ventilatie
Voor ventilatie en koeling geldt hetzelfde, vertelt De Decker. “Een oude ventilator moest een lokaal effect sorteren. Met de moderne gebalanceerde ventilatiesystemen, wordt de lucht vaak voorbehandeld en de hele ruimte gekoeld en doorgespoeld. Ook dat vreet energie.” Dat de architectuur bovendien een andere weg is ingeslagen, verergert de situatie alleen nog maar. “Historische panden hebben vaak grote ramen, zodat je natuurlijk kan ventileren en koelen. Nu zijn de ramen verdwenen of kunnen ze niet open, vanwege het gebalanceerde ventilatiesysteem.”
Sanitair
En kijk naar het sanitair. “Het spoeltoilet is de grootste ecologische ramp die we ooit hebben bedacht. We gebruiken grote hoeveelheden water en alle reststromen gaan verloren. Wat wij opeten, moet terug naar het veld. Net zoals vroeger. Creëer dus circulaire kringlopen.”
Weerklank vinden
De Decker’s oproep is niet aan dovemansoren gericht. “Een jaar of 10 geleden werd er nog lacherig gereageerd, als ik mijn bezwaren uitte en met Low-Tech oplossingen op de proppen kwam. Dat is nu wel anders.” Energiebesparing en verduurzaming van de energievoorziening zijn op dit moment brandend actueel. Ook in de installatiebranche vinden ideeën van De Decker weerklank. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van persoonlijke ventilatiesystemen. Maar men zoekt ook in andere richtingen naar oplossingen.
Meet- en regeltechniek
Zo wordt meet-en regeltechniek ingezet om energiestromen te monitoren en te optimaliseren. Vaak in de vorm van oplossingen waarin sensors zijn opgenomen en die zijn geïntegreerd in domotica- of gb-systemen. Je komt daarbij overigens al snel terecht in de hoek van het Internet of Things. “Ja, meet- en regeltechniek kan de helpende hand bieden om energiestromen te reguleren, optimaliseren en daarmee het gebruik omlaag te brengen. Dat klopt. Maar in essentie komt het weer neer op het oplossen van technische problemen met nieuwe technologie. De fabricage van die producten kost heel veel energie, bovendien heb je ook stroom nodig om ze te laten functioneren. Volgens mij sla je zo de plank mis.” Bovendien gaat het voor een deel ook over luxeproblemen. “Je kan toch ook zelf het licht aanzetten of het rolluik omlaag doen? Is nog goed ook, want we krijgen al veel te weinig beweging als maatschappij.”
Ruimtebeslag
Maar als we toch massaal de overstap maken naar duurzame energie, wat maakt het dan nog uit hoeveel we gebruiken? De Decker: “Het lijkt inderdaad zo simpel, maar dat is het niet. We zetten nu volop in op wind- en zonne-energie. De bouw van windmolen- en zonneparken legt een grote claim op de beschikbare ruimte. Denk ook aan ons klimaat, waardoor we niet altijd de beschikking hebben over wind- en zonne-energie. Bijvoorbeeld als het windstil is of de zon zich nauwelijks laat zien overdag. Voor die momenten moet je een back-up hebben, bijvoorbeeld in de vorm van accu’s. Om energie te kunnen opslaan en op het juiste moment naar de juiste plek te transporteren is een uitgebreide infrastructuur nodig, dus ruimtebeslag. En niet te vergeten: de fabricage van al die apparaten kost bergen aan energie. Bovendien; realiseren we ons wel dat er zeldzame metalen nodig zijn om al die accu’s te laten werken?”
Smart Grids
Ook Smart Grids, waarbij een ICT-laag komt te liggen over het energienetwerk en op een slimme manier heen en weer wordt geschoven met energiestromen, bieden geen soelaas, meent De Decker. “Er wordt opnieuw veel elektronica gestopt in een technologisch systeem, waar ik om eerdergenoemde redenen weinig heil in zie. Bovendien blijft de beschikbaarheid een probleem, als je afhankelijk bent van wind- en zonne-energie. Sommige protagonisten stellen dan voor om het energienetwerk meer te internationaliseren, zodat weersomstandigheden een minder grote rol spelen. Maar dat heeft verregaande consequenties. Denk aan de infrastructuur die nodig is. Bovendien, als je je leveringszekerheid veilig wilt stellen, moet je ook rekening houden met de lokale politieke en economische situatie.”
Beschikbaarheid centraal stellen
Wat is dan wel de juiste aanpak? De geschiedenis kan hier als inspiratiebron dienen, meent De Decker. “Voor de fabricage van duurzame energiesystemen werd voornamelijk gebruik gemaakt van lokale materialen. Denk bijvoorbeeld aan molens. En, vroeger maalden die alleen als er wind was, oftewel gebruik alleen hernieuwbare energie als die beschikbaar is. Dat zou eigenlijk de leidraad moeten zijn bij de verduurzaming van onze energievoorziening.” Het klinkt heel logisch, maar inmiddels is onze maatschappij zodanig ingericht dat tijd en volgordelijkheid dominante factoren zijn geworden in de planning en het verwachtingspatroon van de bouwkolom én de consument én politici. Een installateur wil van tevoren weten wanneer hij zijn leidingen kan gaan trekken in de nieuwbouwwoning of het vloersysteem kan aanleggen en hetzelfde geldt voor zijn bouwpartners.
Rol overheid
De Decker onderkent de problemen. Volgens hem moet de overheid een voortrekkersrol aannemen, door nieuwe wet- en regelgeving te implementeren en zo het bedrijfsleven te stimuleren een bepaalde richting op te gaan. Bovendien kan diezelfde overheid in samenwerking met andere stakeholders ook ambachtelijk werken weer nieuw élan geven. En dat is broodnodig. “Vakmensen, zoals installateurs, willen allereerst zinnig werk doen en trots kunnen zijn op de resultaten. Als het accent daar meer op komt te liggen en minder op efficiency, wordt de overgang naar een Low-Tech Society een stuk eenvoudiger.” Daarnaast hoeven bedrijven en leveranciers niet te vrezen voor hun bestaansrecht, zo valt te destilleren uit de woorden van De Decker. “Er zijn genoeg nieuwe producten te verzinnen die aansluiten op een Low-Tech Society.”
Thermo-ondergoed
Waar moeten we dan precies aan denken? Eerder nam De Decker al een voorschot, nu licht hij verder toe wat voor soort oplossingen hij voor ogen heeft. “Het accent moet komen te liggen bij persoonlijke en lokale verwarmings-, koelings- en ventilatie-oplossingen, die eenvoudig toe te passen zijn. Dus, verwarm meubels op de plekken die veelvuldig worden aangeraakt, ga tapijten en kleding elektrisch verwarmen, draag thermo-ondergoed. Heb je een stand-alone verwarmingsoplossing, dimensioneer die dan niet te groot, ook zo’n euvel waar we vaak last van hebben. Wat betreft ventilatie en koeling kan je naast spuien ook interessante combinaties bedenken van hernieuwbare energie met ijs of perslucht gebruiken. En, op het gebied van sanitair ontkom je er eigenlijk niet aan om spoelarme toiletten te gebruiken, waarbij de reststromen worden opgevangen en hergebruikt.”
Enthousiasme
De doorsnee lezer zal nu niet staan te springen van enthousiasme. Er kleven nogal wat consequenties aan de Low-Tech Society die De Decker en ook anderen overigens voorstaan. Toch sluit De Decker een Low-Tech toekomst niet uit. “De samenleving verandert voortdurend. Dat leert ons de geschiedenis. Wat vandaag normaal is, hoeft morgen niet meer zo te zijn. Bovendien hoeft een Low-Tech aanpak op het vlak van verwarming en koeling niet tot minder comfort te leiden. Mensen zijn verschillend en je kan nooit iedereen gelukkig maken met een uniform thermisch milieu. Met persoonlijke warmtebronnen kan dat wel. Low-Tech oplossingen zijn vaak wat minder gebruiksvriendelijk, maar ze hebben altijd wel een of ander interessant voordeel dat een verkoopargument kan zijn.”