Gelijkspanning
De toekomst van de installatiebranche?
In de gebouwde omgeving is wisselspanning nu nog de norm. Volgens consultant Ronald Wennekes gaat daar rap verandering in komen. Aan IZ legde hij onlangs tijdens een vraaggesprek uit waarom.
Ronald Wennekes begon ooit bij installateur GTI. Na carrière te hebben gemaakt bij Deerns, Tebodin en DPS Engineering, werkt hij tegenwoordig als consultant bij Royal HaskoningDHV. Daarnaast is hij lid van de klankbordgroep NEN 1010, zoals bekend de norm voor het veilig aanleggen van laagspanningsinstallaties.
Wat zijn de voordelen van gelijkspanning?
“Gelijkspanning is relatief nieuw in de gebouwde omgeving. Voor gelijkspanning zijn andere componenten nodig. Nu gebruiken we omvormers om van wisselspanning gelijkspanning te maken. Veel apparatuur maakt tegenwoordig gebruik van gelijkspanning. Denk aan de voeding voor je laptop. Bij gelijkspanning zijn geen wisselspanningsomvormers meer nodig. Dat brengt veel voordelen met zich mee. Zo is er minder energieverlies, warmtelast en kans op brand, omdat omvorming niet meer nodig is. Er kan met gelijkspanning meer energie door dezelfde kabel worden getransporteerd dan met wisselspanning. En motoren zijn beter te regelen met gelijkspanning, omdat frequentieomvormers overbodig worden. Aan de andere kant vraagt de beveiliging van gelijkspanningsinstallaties extra aandacht en liggen de beveiligingscomponenten nog niet overal bij de groothandel op de plank.”
Waarom zou het zinvol zijn voor de installatiesector om over te stappen op gelijkspanning?
“Duurzame energiebronnen zoals PV-panelen leveren gelijkspanning, die wordt omgezet naar wisselspanning voor de distributie, maar vervolgens weer als gelijkspanning gebruikt. Dat levert veel energieverliezen op en zorgt voor allerlei extra componenten in de installatie.”
Wat komt er allemaal kijken bij een eventuele overstap op gelijkspanning?
“We zullen op verschillende schaalniveaus energienetten moeten omzetten naar gelijkspanning. Hier heeft eenieder in het vakgebied een bijdrage te leveren. Ik noem de netbeheerders, advies- en installatiebedrijven, fabrikanten en leveranciers.”
Hoe waarschijnlijk acht jij het dat de sector en masse overstapt op gelijkspanning?
“De eerste pilots zijn reeds gerealiseerd. Er komen eerst hybride installaties met deels wissel- en deels gelijkspanning. Mijn persoonlijke mening is dat tussen de 5 tot 10 jaar gelijkspanning de standaard kan zijn bij de aanleg van nieuwe installaties. Dat is natuurlijk afhankelijk van de ontwikkelingen en van de grote fabrikanten. De fabrikanten van kabels, verlichting en schakelmateriaal zijn al ver. Ook voor een W-installateur komt het dichterbij. Pompen en ventilatoren worden steeds vaker uitgevoerd met gelijkspanning.”
Welke kennis heeft de W-installateur nodig om een succesvolle bijdrage te kunnen leveren aan deze transitie?
“Technisch inhoudelijke kennis over de toepassing en/of aanleg van de installaties. Ook moet je als installateur bekend zijn met de risico’s. Je zou bijvoorbeeld eens je licht kunnen opsteken bij de Stichting Gelijkspanning Nederland die opleidingen verzorgt, bijeenkomsten organiseert en informatie verstrekt aan geïnteresseerden. Lees ook eens de NPR9090, een duidelijke toelichting op de NEN1010. En bij proeftuin ‘The Green Village’ op de campus van TU Delft kan een werkende gelijkspanningsinstallatie in de praktijk worden aanschouwd.”