Een slimme huid

HOGESCHOOL SCOORT WELL PLATINUM

Op het terrein van de Floriade staat het nieuwe gebouw van de Aeres Hogeschool Almere. Het is voorzien van de modernste snufjes op het gebied van duurzaamheid en heeft een Platinum WELL-certificaat in de wacht gesleept. IZ sprak met Erik van Unen, die als Senior-Adviseur van INNAX betrokken was bij het prestigieuze project.

Het gebouw van de Hogeschool is opgetrokken in beton en staal, heeft een BVO van 4000 m2 en telt 5 bouwlagen. In het pand zijn verschillende functies ondergebracht. Zo zijn er traditionele leslokalen te vinden, maar ook laboratoria. Uiteraard ontbreken ook niet de facilitaire voorzieningen, zoals pantry’s, toiletten en een grootkeuken die voldoet aan de HACCP eisen.

Lokale omstandigheden
In het ontwerp is rekening gehouden met zonverkaveling en andere lokale factoren. Dat komt onder andere tot uiting in de zogenaamde ‘Smart Skin’. Van Unen: “De gevel aan de kant van de snelweg is geluidsluw gemaakt. Dat betekent een flink isolatiepakket en geen ramen die open kunnen. En gevelzijden die veel zonlicht krijgen zijn voorzien van minder ramen dan de minder zonbelaste gevels.”

PV en groen
De PV-panelen aan de westkant zorgen behalve voor energieopwekking ook voor zonwering. De oostzijde, gericht op de bomentuin van het Floriadeterrein, is volledig groen en kleurt mee met de seizoenen.

Vegetatie
De Aeres Hogeschool is rijkelijk voorzien van vegetatie. Zowel vanbuiten als vanbinnen. Het pand heeft onder meer een groendak, dat zowel mogelijkheden biedt tot sociale interactie als het gebouw extra koelt. Verder is een schaduwdak gerealiseerd van semi-transparante PV-panelen dat de studenten beschermt tegen de zon én ook nog eens ongewenste opwarming tegen gaat.

Regenwateropvang
Overigens is het groendak voorzien van regenwateropvang met een capaciteit van circa 50 m3. “Het gaat om een open structuur waar het water inloopt”, licht Van Unen toe. Het water wordt deels afgevoerd via de HWA naar het eigen perceel waar het via speciale kratten in de bodem wordt geïnfiltreerd. De rest van het opgevangen water is bedoeld voor de vegetatie binnen en buiten.

Grijswatersysteem
Met zulke hoge ambities op het gebied van duurzaamheid lag het voor de hand om het pand ook te voorzien van een grijswatersysteem. Dat is niet gebeurd. “We hebben het wel overwogen, maar het zou hoge kosten met zich meebrengen. Bovendien brengt een dergelijk systeem risico’s met zich: in het verleden zijn er tijdens bouwprojecten fouten gemaakt bij de aanleg, waardoor er gezondheidsproblemen ontstonden.”

Besparing
De vegetatie en regenwateropvang hebben dus een gunstig effect op het binnenklimaat en dragen bij aan een lager energiegebruik. Volgens een schatting van Van Unen ligt het besparingspotentieel zo tussen de 5 -10%. De klimaatinstallatie hoeft minder vollasturen te draaien.

Bevochtiging
Daarbij is nog niet eens het gunstige effect meegenomen van de extra bevochtiging in het gebouw. Dankzij de groene binnenwanden ligt de relatieve vochtigheid in de wintermaanden rond de 40%. “En daardoor wordt extra bevochtiging met een klimaatinstallatie overbodig.”

Uitdagingen
Al dat groen brengt ook uitdagingen met zich mee uiteraard. Bijvoorbeeld bij de aanleg van het leidingenwerk voor de HWA. Van Unen: “Er is goede detailafstemming nodig tussen meerdere partijen om de HWA te laten aansluiten op en te laten functioneren in samenwerking met het waterretentiedak. Dit geldt ook voor de extra aanleg van waterleidingen voor het bewateren van alle groenvoorzieningen.” Daarnaast brengen groene gevels en daken extra onderhoud met zich mee.

Stroom
Het kwam al eerder ter sprake; voor de stroomvoorziening zijn het dak en een gevel van PV-panelen voorzien. “Boven het dak zijn 400 panelen als luifel aangebracht. Aan de gevel hangen nog eens 312 panelen. In het totaal gaat het om 151 kWpiek aan vermogen.” De opbrengt is toereikend voor de gebouwgebonden installaties, vertelt Van Unen. Voor de resterende elektriciteitsbehoefte heeft het gebouw een NUTS-aansluiting.

Lichtplan
Ook bij het lichtplan is gekeken naar besparingsmogelijkheden. Uiteraard zijn er alleen LED-lampen gebruikt. Daarnaast heeft de verlichting een daglichtafhankelijke regeling en aanwezigheidsdetectie.

Integratie
Een bijzondere sensor zorgt voor de signalering. In deze sensor zijn namelijk uiteenlopende functies geïntegreerd, die betrekking hebben op de verlichting en klimatisering. Zo meet het apparaatje ook de temperatuur en het CO2-gehalte. “We hebben bewust gekozen voor één sensor, omdat je op die manier extra energie kan besparen”, verduidelijkt Van Unen.

Warmte
De Hogeschool is aangesloten op een externe WKO-installatie. Deze levert zowel warmte als koude. Een water-water warmtepomp kan vervolgens de temperatuur op het gewenst niveau brengen. De afgifte verloopt via een luchtverwarmingssysteem. “Vloerverwarming en -koeling leek ons minder geschikt, omdat het een traagwerkend systeem is. Met lucht kunnen we snel reageren op wisselende bezettingen.”

Warmtapwater
Een apart recirculatiesysteem voor de warmtapwatervoorziening bleek overbodig te zijn. “De warmtapwatervraag is zo laag, dat we die met boilers hebben kunnen invullen. Dat scheelt behoorlijk wat geld.” In concreto: “Kleine boilers voor werkkasten en pantry’s en dergelijke en een grotere boiler voor de keuken.”

LBK
Het pand heeft een LBK met een maximale luchtverplaatsing van 33.000 m3/h die alle verblijfsruimtes voorziet van verse lucht. Met name in de klaslokalen moet krachtig geventileerd worden: 900 kuub per uur per lokaal om precies te zijn. In de kanalen zit een naverwarmer om de temperatuur na te regelen. In de kantoorachtige ruimtes, die een lagere bezetting hebben, zorgen inductie-units voor de naverwarming en -koeling. Zowel de toe- als afvoer van lucht geschiedt in dezelfde verblijfsruimte, in de toiletten wordt alleen gebruikte lucht afgezogen.

WELL
Bij het project is gekozen voor een WELL-certificering. Opvallend, vooral Breeam heeft de laatste jaren namelijk opgang gemaakt. Wat zijn de verschillen en waarom heeft de opdrachtgever in dit geval de voorkeur gegeven aan de WELL-standaard? Van Unen: “Heel kort door de bocht focust Breeam vooral op de gebouwprestaties, waarbij ook de installaties worden meegenomen. WELL kijkt meer naar de gebruiker en het gebruiksgemak. Idealiter resulteert dat in een energiezuinig gebouw met een comfortabel binnenklimaat.”

Eisen
WELL stelt hogere eisen dan het Bouwbesluit. Zo schrijft het Bouwbesluit voor om een ventilatiehoeveelheid van 25 kuub per uur per persoon in een verblijfsruimte aan te houden, WELL mikt op 35 tot 45 kuub. Daarnaast brengt WELL ook unieke eisen met zich mee. Zoals de verplichte minimale afstand tussen de kraanuitloop en de rand van een wasbak.

Doorlooptijd
Al met al heeft het bouwteam een bijzondere prestatie geleverd, waar zowel Van Unen als de opdrachtgever tevreden op terug kijken. De doorlooptijd viel gigantisch mee. “In januari 2019 ging de ontwerpfase van start. We hebben voornamelijk in 3D gewerkt met Clash Controls, vanwege de tijd. Eind 2021 konden we het project al afronden en het gebouw opleveren.”

 

Partijen

Opdrachtgever: Stichting Aeres Groep
Architect: BDG Architecten
Bouwkundig aannemer: Aannemingsmaatschappij Hegeman B.V.
Projectmanagement: HEVO
Technisch adviseur: INNAX
Bouwfysica /akoestiek en brand: DGMR
Constructie ingenieurs: JVZ Ingenieurs
Technische installaties: HOMIJ Technische Installaties
Slimme sensoren: BRControls
Groenaannemer: De Koninklijke Ginkel Groep 