Drijvend clubhuis

VERWARMEN MET ZEEWATER

In de Tweede Haven te Scheveningen ligt sinds kort een drijvend clubhuis. Het nieuwe onderkomen van de lokale Jachtclub sluit architectonisch goed aan bij de omgeving en zit bordenvol duurzame techniek. Het absolute hoogtepunt vormt de warmtepomp die zijn thermische energie onttrekt aan zeewater. IZ sprak erover met architect Maarten Thewissen.

Eerst leek het alleen te gaan om een simpele verbouwing. Al snel werd duidelijk dat de Jachtclub Scheveningen beter kon gaan verhuizen. Daarmee veranderde ook de uitvraag: Studio Komma kreeg de opdracht om een geheel nieuw, drijvend clubhuis te ontwerpen, met een clubruimte voor 200 leden. Architect Maarten Thewissen was gelijk enthousiast. Hij ontwierp een alzijdig, energieneutraal gebouw en gaf zo invulling aan alle wensen van de opdrachtgever.

Ontwerpfase
“We hebben het bijzondere gebouw met veel oog voor stedenbouwkundige facetten en de lokale context ontworpen. De horizontale gevelbanden begeleiden de blik richting de weidse zichtlijnen langs de havenkades. De eenvoud van de volumes sluit aan bij de robuuste bouwwerken in de haven en speelt bij de materialisatie in op de schepen in de haven. Als Studio Komma hebben we het project uitgewerkt in Revit. Vervolgens hebben we de esthetische begeleiding van de uitwerking en bouw voor onze rekening genomen.”

Materialisatie
In het pand zijn verschillende materialen verwerkt. Van hout tot beton, composiet, glas en staal. Onder de waterlijn ligt een betonnen drijfbak, met daarop een staalskelet met HSB-elementen. De eerste verdieping heeft een houten vloer en ook het dak is van hout. “In eerste instantie wilden we een houten constructie. Dat bleek echter financieel gezien niet haalbaar te zijn. Vandaar dat we toen gekozen hebben voor HSB-elementen.”

Zeeklimaat
Qua materialisatie luisterde het overigens nauw. Het zeeklimaat stelt hoge eisen aan de gebouwde omgeving. De Steni-gevelplaten voor de luifel bestaan uit polymeercomposiet met een kern van gemalen natuursteen, versterkt door een laag glasvezel. Het materiaal is met name geschikt voor een omgeving met een hoge luchtvochtigheid, daarnaast is het ook binnen toepasbaar en uitstekend bestand tegen diverse chemicaliën. De houten gevelbekleding is van Padouk. Deze houtsoort is populair, omdat het schitterend zilvergrijs vergrijst, nauwelijks werking kent en duurzaamheidsklasse 1 heeft. De glasplaten tot slot zijn 5 centimeter dik, mede om te voldoen aan de akoestische eisen. “Er wordt wel eens een feestje gevierd.”

Functies
In het gebouw zijn verschillende functies ondergebracht. Onder de waterlijn liggen de sanitaire voorzieningen, de berging en de technische ruimte. Het feitelijke clubleven speelt zich grotendeels af op begane grondniveau. Hier is ook de keuken. Een verdieping hoger is de Regatta-office, waar alle wedstrijden worden gecoördineerd. Ernaast ligt het dakterras dat uitkijkt over de haven.

Trias Energetica
Geheel trouw aan de principes van de Trias Energetica is eerst door een slim samenspel van zon oriëntatie, kleurkeuze en passieve bouwkundige maatregelen de energievraag aan banden gelegd. “De zuidgevel, aan de kopse kant hebben we dichtgezet. Aan de Oost- en Westzijde daarentegen opent het gebouw zich naar de omgeving toe met veel ramen. Daardoor is er wel het bijzondere uitzicht, maar vermijden we oververhitting. Daarnaast houden zonwerende beglazing en de luifels ook een deel van de ongewenste zoninstraling tegen.” De luifel doet dat ‘dubbel zo goed, omdat de lichte kleur reflecterend werkt.

Elektriciteit
Op het dak van de Regatta-office liggen 30 PV-panelen. Ze voorzien in een deel van de stroombehoefte. De rest wordt ingevuld door het reguliere net. Dat was trouwens nog een fikse uitdaging voor de installateur, omdat hij vanaf de kade een flexibele 125 kVA kabel moest aanleggen naar het clubgebouw, vertelt Thewissen.

Verlichting
Dankzij de grote glaspanelen stroomt het zonlicht rijkelijk naar binnen. Uiteraard heeft het gebouw ook kunstlicht in de vorm van lichtlijnen en lokale ruimteverlichting. Allemaal uitgevoerd met LED-lampen. “Hierbij is rekening gehouden met het specifieke gebruik van de ruimte.” De verlichting is dimbaar.

Warmteopwekker
Deerns nam het installatieontwerp voor zijn rekening. De adviseur had al ooit een warmtepompinstallatie ontworpen die zijn energie ontleende aan zeewater. “We wilden dat kunststukje graag herhalen. In het concept van destijds, werd de warmte via een spiraal onttrokken aan het zeewater. Op deze locatie zou er echter veel aangroei komen, waardoor de onderhoudskosten zouden oplopen. Vandaar dat er we een andere weg zijn ingeslagen. In het huidige concept, staat de warmtepomp opgesteld in een drijfbak. In de bodem zijn de bronleidingen ingestort. Het zeewater heeft een temperatuur van ongeveer 17°C. Het leidingenstelsel fungeert als warmtewisselaar en geeft de warmte af aan de Techneco AquaTop S22 warmtepomp. Deze heeft een maximaal vermogen van 17kW.”

Afgifte
In het beton van de begane grondvloer liggen de leidingen van de vloerverwarming. In de Regatta-office zijn LT-radiatoren geplaatst. Een logisch installatieconcept, als je bedenkt dat vooral de ruimte op de begane grond wordt gebruikt.

Ventilatie
Het drijvende clubgebouw heeft gebalanceerde ventilatie. De clubruimte en keuken hebben een WTW-installatie met een vermogen van 3500 m3/uur. De luchtbehandelingskast is boven het plafond van de keuken geplaatst. Een tweede WTW-unit voor de kelderverdieping en de eerste verdieping staat in een technische ruimte in de kelderbak. Deze heeft een capaciteit van 500 m3/uur. Zowel de aan- als afvoerkanalen zijn verwerkt in de luifel en het dak.

Detectie
Het pand heeft geen bijzondere sanitaire oplossingen, vertelt Thewissen. “We hebben wel overwogen om een grijswatersysteem aan te leggen, maar het leidingenwerk zou te veel complicaties met zich meebrengen. Wel aanwezig is CO2-, rook- en, in de kelder, aanwezigheidsdetectie. Dat klinkt de lezer misschien raar in de oren, want het pand was toch gasloos? Waarom zou je dan een CO2-melder installeren? “Die is nodig om het drijfgas van de bierinstallatie te detecteren”, legt Thewissen uit.

Doorlooptijd
Al met al heeft het project vanaf de ontwerpfase tot en met de uiteindelijke realisatie een doorlooptijd gehad van 2 jaar en 9 maanden. De prestaties van het gebouw worden sinds de oplevering afgelopen mei gemonitord met een GB-systeem. Daar is vooralsnog weinig chocola van te maken, want de coronatijd levert een vertekend beeld op. Thewissen is dan ook erg benieuwd welke data de post-coronaperiode gaat opleveren. Hij kijkt met een tevreden gevoel terug op het project. “Het was een echte uitdaging om een alzijdig gebouw te ontwerpen waarbij je rekening moest houden met het zeeklimaat en alle verschillende stakeholders. Gelukkig is het eindresultaat in goede aarde gevallen.” 

Warmtepomp

De Aquatop is een energiezuinige, geluidsarme en compacte warmtepomp. Deze aardwarmte warmtepomp is zowel in de nieuwbouw als in bestaande woningen toe te passen. De Techneco Aquatop brijn/water of water/water warmtepomp wordt normaliter aangesloten op een bodemenergiesysteem. In het beschreven project is gekozen voor een ander installatieconcept. De warmtepomp kan worden ingezet voor verwarmen en koelen. Eventueel kan de warmtepomp ook het tapwater bereiden, maar de warmtepomp is bij een zeer grote tapwatervraag ook goed te combineren met een gasketel. Er zijn 2 modellen leverbaar, namelijk de Aquatop S en de Aquatop T. De Aquatop S is compact en kent 5 typen waarvan de verwarmingsvermogens uiteenlopen van 6 kW tot 22 kW. De Aquatop S kan passief koelen aansturen. Middels een externe warmtewisselaar (optie) wordt dan de warmte van het gebouw naar de bodem gevoerd. Hier is alleen energie nodig voor de circulatiepompen; de compressor van de warmtepomp staat uit. Met beide modellen warmtepompen is gelijktijdig verwarmen en koelen mogelijk, mits de totale installatie en regeltechniek buiten de warmtepomp hiervoor geschikt zijn.