De warmtepomp als kop van jut

Af en toe bekruipt mij het gevoel dat we in Nederland leven in een angstmaatschappij. Jaren geleden was er een huiveringwekkend artikel over het gevaar van spaken in een fietswiel. Hoe gevaarlijk is dat? Jaarlijks komen duizenden kindervoetjes hiermee in aanraking… De spaak moest maar snel in de ban, te gevaarlijk. Als je goed naar die getallen kijkt, blijkt dat van het aantal kinderen tussen 0 en 4 jaar dat hiermee te maken krijgt, ongeveer 1,5% een serieus letsel heeft. Natuurlijk is ieder (kinder)voetje er één te veel, maar is een dergelijke percentage nu reden om er zo dramatisch over te doen? Een risicoloos leven bestaat niet.

Ik dacht hieraan toen ik keek naar de uitzending van Radar op 16 september jl. Wat een drama als je al vier winters met je gezinnetje in de kou zit. Met alle goede bedoelingen is een warmtepomp in je woning geïnstalleerd. Duurzaam: goed voor het milieu en de volgende generatie, en van het gas af. Vervolgens zit je in de kou! Vier winters op een rij. Bibberen in je eigen huis. Ik snap dat je daar helemaal klaar mee bent. Zeker als blijkt dat niemand je probleem oplost. Om gek van te worden. Zelfs bij de voorzieningenrechter kom je niet verder, omdat het probleem ‘hoog complex’ is?

Angst

Weer is het ‘de warmtepomp’ die het middelpunt is van de ellende. Het ding zorgt niet voor voldoende warmte. Bij Radar passeert alles de revue. De installateur geeft ‘niet thuis’, rapporten van deskundigen spreken elkaar tegen, niemand is verantwoordelijk, de branchevereniging helpt ook niet en de zorgvuldig opgestelde ontwerprichtlijnen blijken niet te zijn gevolgd.
Het resultaat van deze aandacht: ’angst’ voor de warmtepomp, ‘angst’ voor de sector, ‘angst’ voor prutsers, ‘angst’ voor de afkickverschijnselen van de gasverslaving. De reactie op deze nare reportage laat zich raden. De overheid moet zich er mee bemoeien! Tijd om in te grijpen. Tijd voor een nieuw certificeringssysteem. Tijd voor nieuwe, strenge regels. Ik word al moe bij de gedachte.
We hebben steeds meer het idee dat het leven beheersbaar is. Het ultieme geloof in de maakbare samenleving. Het blijkt ook nu weer, angst creëert twee reacties: controle of vermijding. Dit mechanisme gaat zichzelf versterken. Controle is verslavend en zelfversterkend. Vermijden is ook verslavend, daarbij is vermijden gevaarlijk omdat je het contact met de realiteit verliest. Door vermijden wordt het onbekend ‘terrein’ en daardoor voor je gevoel steeds gevaarlijker.

Trots

De warmtepomp draait dat het een lieve lust is en kan hier helemaal niets aan doen. Prutsers die niet eerst de gebouwschil op orde brengen, prutsers die niet de ontwerprichtlijnen volgen, prutsers die consumenten in de kou laten zitten. Zij verdienen geen aandacht. Vooral zij mogen de publieke opinie van ons vak niet domineren. Wees vooral trots op wat we met elkaar iedere dag wel voor elkaar krijgen. In ons kantoor draaien al twintig jaar drie warmtepompen, probleemloos. Ook in mijn woning draait drie jaar een warmtepomp, geheel probleemloos. En lekker warm dat het is! Het werkt!

Positiviteit

Het is goed dat er regels zijn die het begin van de transitie naar duurzamer bouwen afdwingen. Echter, dat is niet voldoende. Er moet een verwachting, een verlangen ontstaan naar die duurzame samenleving. Dan pas komt de positieve creativiteit los. Partijen die hier nu inmiddels zelf mee bezig zijn, moeten dit positief uitdragen, enthousiast blijven praten over mooie, duurzame projecten. Dit jaagt in de omgeving de veranderbereidheid aan.
Mijn overtuiging is: met een positieve verwachting kunnen we een eind komen. De vraag is niet wie volgt, maar wie bereid is de verandering naar een duurzame samenleving te leiden en onze omgeving vorm te geven en dat doen we niet door elkaar bij Radar de maat te nemen.