De prefab-revolutie

Kant-en-klare modules voor nieuwbouw en renovatie

In 5 dagen een nieuwbouwwoning neerzetten. Dat is het uiteindelijke doel van het consortium waar Lőwik Installatietechniek deel van uitmaakt. De eerste stappen zijn al gezet. Zo kan het installatiebedrijf reeds kant-en-klare modules voor nieuwbouwprojecten leveren. Volgens projectleider Gerben Geelen staat de installatiebranche een prefab-revolutie te wachten.

Als installateurs in de nieuwbouw niet oppassen, kunnen ze binnen twee tot drie jaar tijd voor tientallen procenten aan omzet verliezen, zegt Geelen. De projectleider van de Modulefabriek van Lőwik Installatietechniek ziet de bouwsector in een hoog tempo standaardiseren en overstappen op prefabricage. Met alle gevolgen vandien. “Vloerleveranciers gaan de installateurs werk uit handen nemen, door al kant-en-klare vloeren met ingestorte leidingen te leveren. En zo zijn er meer ontwikkelingen die de kleine en middelgrote installateur parten kunnen gaan spelen.”

Achtergrond

Geelen werkte eerst jarenlang bij een bouwkundig aannemer, alvorens hij de overstap maakte naar Lőwik Installatietechniek. “Bij mijn vorige wekgever waren we al volop aan prefabben. Zo produceerden we daar onder andere prefab-kappen en -vloeren, waarin W-installatietechniek was verwerkt.”

Klaar voor vertrek: kant-en-klare modules voor de bouwplaats

Modulair bouwen

Zo’n 3 jaar geleden ging Geelen bij Lőwik Installatietechniek aan de slag, waar hij nauw betrokken raakte bij de totstandkoming van de Modulefabriek. “We produceren modules om modulair mee te bouwen. Het gaat dan om een samenstel van bouwkundige en installatietechnische delen. Bijvoorbeeld een trapmodule waarin de verticale leidingen voor de riool, ventilatie, waterlelding, verwarming en elektra zijn samengevoegd. Daarnaast maken we ook modules met aan de ene kant de meterkast en aan de andere kant het toilet. Deze zijn geschikt voor de begane grond. Speciaal voor op de zolder zijn de energiemodules. Ze bestaan uit een luchtwater warmtepomp met WTW-unit, leidingenwerk, een buffervat en de verdeler voor de vloerverwarming.”
Het idee voor de Modulefabriek werd geboren tijdens de crisis. “We zagen hoe bouwkundige aannemers steeds meer hun doorlooptijd aan het verkorten waren. Als installateur moet je daar wel in meegaan, vonden wij, door ook zelf Plug & Play oplossingen te gaan bieden. Bijkomend voordeel is dat de modules onder geconditioneerde omstandigheden worden vervaardigd, wat de kwaliteit ten goede komt. Bovendien neemt de montagetijd drastisch af.”

Outsourcen

Bij de Modulefabriek van Lőwik Installatietechniek werkt een team van vijf man. Het onderdeel van de installateur staat in nauw contact met een bouwer, die de modules afneemt. “Dankzij de modulaire werkwijze die de bouwkundige aannemer hanteert, zijn ze nu in staat binnen één dag circa 75% van een nieuwbouwwoning te realiseren.” Dat gebeurt op dit moment onder andere bij projecten in Arnhem en Veenendaal.
Bij een verdere opschaling wil de installateur de fabricage van modules gaan outsourcen. Dat zou zomaar eens binnen een mum van tijd al werkelijkheid kunnen zijn. Geelen verwacht een revolutie in de bouw. “Fabrikanten zullen in toenemende mate zelf al installatietechnische elementen gaan verwerken in hun producten, zoals bijvoorbeeld schakelmateriaal in wanden en leidingenwerk in kanaalplaatvloeren. Dat gaat installateurs in de nieuwbouw, die niet anticiperen op deze ontwikkeling binnen 2 tot 3 jaar tijd tientallen procenten aan omzet schelen.”

In een BIM-model

Voor de renovatiesector dreigt hetzelfde gevaar, verwacht Geelen, hoewel minder acuut. Ook daar wordt al nagedacht over prefab en stekkerklaar installeren. “In principe kan je een renovatieproject nauwkeurig laten opmeten, vervolgens in een BIM-model het ontwerp uittekenen en met Plug & Play oplossingen op de locatie zelf aan de slag gaan. Aan de andere kant; zoals ik al eerder zei, willen we in 2020 in 5 dagen vervangende nieuwbouw kunnen plegen. En er zullen meer partijen op de markt komen met soortgelijke concepten. Je kunt je afvragen in hoeverre het dan nog interessant is om te gaan renoveren, met alle poespas die daarbij komt kijken?”

Advies installateurs

Geelen adviseert kleine en middelgrote installateurs om mee te gaan in deze ontwikkelingen. “Zoek de samenwerking op met bouw- en installatiepartijen die al prefabben. Realiseer je bovendien dat monteurs in toenemende mate allrounders gaan worden en speel daarop in. De monteur van de toekomst zal van vele markten thuis moeten zijn en zowel uit de voeten kunnen met bouwkundige als installatietechnische elementen en systemen.” 

‘Just-in-time’

IKEA en Volkswagen fungeren als inspiratiebronnen, vertelt Geelen. Lőwik Installatietechniek zoekt evenals deze spelers naar een optimale balans tussen standaardisatie en variatie. De prefab-modules bestaan zoveel mogelijk uit gestandaardiseerde elementen, maar zijn wel aan te passen aan de verschillende maatvoering van woningen. De eenvoudigste module (toilet-meterkastunit) wordt in circa 2 uur in elkaar gezet. Voor de andere varianten is ongeveer 5 uur per module nodig. De modules worden just-in-time aangeleverd op de bouwplaats en in een paar minuten met 1 hijsbeweging op hun plek neergezet. In 2018 produceerde de modulefabriek 348 modules, voor 2019 wordt gemikt op een aantal tussen de 500 en 600.

Veranderende rollen

Niet alleen de rol van de installateur verandert door de prefab-revolutie, ook bouwkundige aannemers, fabrikanten/leveranciers, groothandels en architecten zullen de gevolgen merken, voorspelt Geelen. Zo begeeft Lőwik Installatietechniek zich ook al op het werkterrein van bouwkundige collega’s, door zelf een trap te integreren in een modulevariant. Waar ooit piketpaaltjes stonden, beginnen de grenzen tussen bouwkunde en installatietechniek nu dus te vervagen. Wellicht leidt dit op termijn tot meer allround bedrijven die beide disciplines tot een geheel smeden. Het voorbereidende traject “kunnen fabrikanten uiteindelijk helemaal zelf gaan doen, uiteraard in samenspraak met hun bouw- en installatiepartners. Groothandels, zoals TU en Wasco worden dan overgeslagen. Ik ben benieuwd hoe zij hierop zullen inspringen.” Ook de architect moet zich gaan beraden op zijn nieuwe rol. “Met meer en meer kant-en-klare modules, noem het legosteentjes, zal de architect binnenshuis minder ontwerpvrijheid hebben en zich in toenemende mate moeten richten op de gevel en stedenbouwkundige inpassing van woningen.”