Categorie: Column

Tijd voor de S-installateur!

Achter de vraag naar slimme warmtepompinstallaties gaan eigenlijk twee vragen schuil: de vraag naar het slim installeren ervan en die naar het installeren van slimme warmtepompen. De eerste vraag gaat eigenlijk over snellere en dus goedkopere installatie. Een zeer terechte vraag als we in de ‘Aanpak Warmtepompen 2025-2030’ het aantal nieuwe installaties per jaar willen verdubbelen om de beleidsdoelen te halen. Dit wordt kansrijker met verdere standaardisatie, zoals werken met modulaire ontwerpen en standaard aansluitingen. De tweede vraag gaat over nog veel meer warmtepompen achter hetzelfde transformatorhuisje die comfort blijven leveren ondanks een beperkt elektriciteitsnet. Hier moeten de warmtepompen zélf slim worden (aangestuurd) om te kunnen reageren op het vollopen van het elektriciteitsnet. Of zelfs daarop te kunnen anticiperen… Momenteel wordt op veel fronten hard gewerkt om deze slimheid te kunnen leveren. Zoals aan het normeren van de communicatie met de warmtepomp waarbij uiteraard ook andere elektrische installaties – EV-laders, PV-panelen en thuisbatterijen – moeten worden meegenomen. Die slimheid moet internationaal geharmoniseerd worden. Vanwege onze haast neemt Nederland een voorschot. Ook dit voorschot moet slim worden genomen en daarom worden momenteel warmtepompen gezocht om nog de komende winter te worden aangestuurd om van te leren. Energieleveranciers en netbeheerders daagden de sector uit om nog komende winter concreet aan de slag te gaan met minimaal 1000 warmtepompen. Tien leden van Vereniging Warmtepompen doen mee! Van leren wordt men slimmer… geldt dat ook voor warmtepompen? In ieder geval vragen deze twee trends om installateurs met, naast W en E, ook een derde

Slim installeren vraagt om een integrale aanpak

De installatiesector verandert snel door nieuwe technologieën, strengere regelgeving en verduurzamingsdoelstellingen. ‘Slim installeren’ betekent tegenwoordig meer dan technisch vakmanschap: het vraagt om een integrale aanpak waarbij disciplines als koelen, verwarmen, ventileren en elektrotechniek samenkomen. Digitalisering en veranderende eisen maken het noodzakelijk dat technici flexibel zijn en zich blijven ontwikkelen. De sector maakt ondertussen de beweging van losse componenten naar geïntegreerde totaaloplossingen, vaak prefab geassembleerd in de fabriek. Dit verkort de installatietijd en vermindert faalkosten, maar vraagt van monteurs wel nieuwe vaardigheden. Denk hierbij aan het kunnen lezen van digitale installatieschema’s en het snel oplossen van onverwachte situaties. Regelgeving, zoals de herziene Europese F-gassenverordening, stimuleert innovatie en de overstap naar alternatieve koudemiddelen, zoals propaan en CO2. De huidige F-gassendiploma’s volstaan niet meer en vanuit de wetgeving wordt een nieuwe certificering vereist. Digitalisering zorgt ervoor dat installaties op afstand gemonitord en bijgestuurd kunnen worden, waardoor onderhoud voorspelbaarder wordt en klantvragen sneller beantwoord kunnen worden. Dit vraagt om digitale vaardigheden en aandacht voor cyberveiligheid. De sector kan dus een grote bijdrage leveren aan de energietransitie. Een goede samenwerking tussen fabrikanten, installateurs en beleidsmakers is daarin noodzakelijk. Tegelijkertijd heeft de sector dringend behoefte aan goed opgeleide technici om deze transitie te versnellen. Zowel jongeren als zij-instromers moeten geënthousiasmeerd worden voor het vak, maar ook behouden worden. Zij zijn dé installateur van de toekomst die innovatie omarmt en bijdraagt aan een duurzame en veilige leefomgeving voor iedereen. Coen van de Sande, directeur NVKL

De kracht van verbeelding

Het was een bijna terloopse opmerking van een bezoeker van een van onze Monteursdagen: “Als je iets wilt doen met dit vak, dan moet je verbeeldingskracht hebben.” Ik moest er even op kauwen. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik besefte dat die ene zin de spijker vol op zijn kop slaat. We leren tekeningen lezen. Bekabelen. Meten. Aansluiten. Krijgen onderwijs in gereedschappen en materialenkennis. Komen alles te weten over werktuigbouwkundige installaties. En halen het ene certificaat na het andere, zodat we veilig en verantwoord kunnen werken. Die ‘gereedschapskist’ is de onmisbare basis van ons werk. En die kist raakt niet gevuld zonder opleiden. De kracht van verbeelding van onze monteurs doet de rest. Onmogelijk te onderschatten. Want niet alles valt theoretisch of technisch te onderbouwen: soms komt het aan op oplossend vermogen om de klus te klaren. Daarin blinken veel van onze monteurs uit en ze hebben er ook zichtbaar plezier in. Noem het gerust een superpower. Al krijg je er geen diploma of certificaat voor – hoe onterecht ook. Ik denk dat we er ook een nieuwe generatie monteurs mee kunnen aanspreken, voor wie de installatiesector misschien (nu) nog geen voor de hand liggende keuze is. Voor die potentiële zij-instromers is de boodschap helder. Jij vindt het leuk om problemen op te lossen. Jij vindt het leuk om te puzzelen. Je kan iets met je handen én je hoofd. Je wilt iets mooi neerzetten. Als je die talenten hebt, dan ga je het in de installatietechniek hartstikke

Voorsprong begint bij voorbereiding

De energietransitie biedt ongekende kansen voor installateurs. Maar laten we eerlijk zijn: ze brengt ook hoofdbrekens met zich mee. De overstap van cv-ketels naar (hybride) warmtepompen vraagt niet alleen nieuwe kennis, maar vooral ook tijd en dat is precies waar het vaak aan ontbreekt. In de drukte van alledag schiet het leren van nieuwe systemen er al snel bij in, terwijl de vraag naar duurzame oplossingen juist blijft groeien. Toch is er een grote voorsprong te behalen voor wie slim installeert. Met een goede werkvoorbereiding, prefab montagedelen en digitale ondersteuning kun je tijd winnen zonder aan kwaliteit in te boeten. Sterker nog, alleen al een doordachte voorbereiding kan tot wel 40% winst in installatietijd opleveren. Dat is niet alleen prettig voor de klant, maar ook voor jezelf. Minder stress, minder fouten en meer ruimte om vooruit te denken. Gelukkig staan fabrikanten niet stil. In hun opleidingscentra kunnen installateurs oefenen met bijvoorbeeld de nieuwste warmtepompen. En digitale platforms maken het mogelijk om op afstand storingen te signaleren en zelfs op te lossen, vaak nog vóórdat de klant iets merkt. Dat scheelt ritten, tijd en frustratie en vergroot de professionaliteit van het vak. Slim installeren betekent dus niet harder werken, maar slimmer samenwerken. Met goede voorbereiding, innovatieve hulpmiddelen en partners die je ondersteunen. Wie dat omarmt, heeft niet alleen vandaag een voorsprong, maar bouwt ook aan het vakmanschap van morgen. Want in een wereld die steeds sneller verandert, is blijven leren misschien wel de slimste installatie van allemaal. Susanne de Ruwe, namens

Zonnewarmtesystemen

Voor technische installaties in woningen bestaan vele oplossingen en producten. Per project dienen de beste keuzes te worden gemaakt. Het gaat fout als voordelen te zwaar worden gewogen en nadelen verwaarloosd. Adviseur ir. Sjoerd Eegerdingk behandelt voorbeelden uit zijn praktijk. Deze maand over de toepassing van zonnewarmtesystemen. Voor niks gaat de zon op. Met een zonnecollector kan water gratis worden verwarmd. Het warme water wordt opgeslagen in een buffervat. Bij de meeste systemen betreft dit warmtapwater, waardoor we spreken over zonneboilers. Systeemgrootte In een warme periode zal de buffer snel worden geladen en kan geen extra energie meer worden opgeslagen. Bij meer paneeloppervlak doet zich dit eerder voor. Een grotere boiler geeft meer opslag maar ook meer stilstandsverlies en heeft geen zin als de inhoud niet wordt benut. Vergelijk het met een regenton en het dakoppervlak. Al deze aspecten zijn belangrijk bij de berekening van besparingen en terugverdientijden. Afhankelijk van het tapwatergebruik van de bewoners, ligt het optimale paneeloppervlak veelal tussen de 4 en 7 m2 en de optimale boilerinhoud op zo’n 300 l. Zonelektra Als alternatief voor de zonneboiler kan worden gekozen voor PV-panelen en het verwarmen van een elektrische boiler. Goedkoper, eenvoudiger, compacter en met minder onderhoud. De investeringskosten per wattpiek van een zonneboiler zijn ca 2 maal hoger dan bij PV, na ISDE-subsidie (woningen van 5 jaar of ouder). Hier tegenover staat een 2 tot 3 maal hoger rendement. Per saldo is de terugverdientijd van de systemen vergelijkbaar. Bij toepassing van een warmtepomp voor warmtapwaterbereiding is de

Voetbal als voorbeeld

Ga op een zaterdagochtend eens kijken bij een willekeurige voetbalclub en je struikelt over de voetballende meiden. Ze hebben duidelijk hun plek gevonden in een wereld die niet zo heel lang geleden nog een mannenbolwerk was. We hebben sinds vorig jaar zelfs een vrouwelijke scheidsrechter in de eredivisie. Neem daarna op maandagochtend eens een kijkje bij een willekeurig bedrijf in de techniek. En vergeet je vergrootglas niet mee te nemen. Inderdaad: vrouwen zijn nog steeds dun gezaaid in de techniek. Slechts 4% van de meiden op het vmbo kiest voor techniek. Dat is veel te weinig. Waarom krijgen we in de techniek niet voor elkaar wat in het voetbal inmiddels de normaalste zaak van de wereld is? Is het de stoere mannentaal op de werkvloer of tijdens de schaft? Te weinig flexibiliteit voor moeders die ook nog voor hun kinderen willen zorgen? Een gebrek aan (zichtbare) rolmodellen? Wat de oorzaak ook is: we missen kans na kans voor open doel, om maar even in voetbaltermen te blijven. Vrouwen kunnen goud waard zijn voor de installatiebranche. Met hun talent én omdat teams bewezen beter functioneren dankzij diversiteit. Samen met bedrijven en scholen doet Wij Techniek er van alles aan om meer meiden te bewegen richting techniek. Met rolmodellen, de praktijkwijzer, Girls’ Day en nog veel meer. Maar misschien is het nog wel belangrijker ons te realiseren dat we allemaal zelf kunnen bijdragen aan meer instroom van vrouwen. Van goede afspraken over werktijden tot het een standje lager zetten van machogedrag. Ingewikkeld

Kom van dat dak af

Ik heb in een voorgaande column al eens geschreven over mijn zorgen over het toekomstig onderhoud van warmtepompen. In die column ging ik in op de vele monoblock warmtepompen die geplaatst worden en het gebrek aan installateurs met F-gassen diploma’s. Maar naast het tekort aan vakmensen om ze te onderhouden, zie ik nog een ander probleem. Buitenunits van lucht/water-warmtepompen worden soms ook op daken geplaatst, of nog erger, op schuine daken. Naast dat plaatsing op een dak uitdagingen met trillingsgeluiden kan geven in het geval van een lichte houten dakconstructie, zijn de buitenunits ook een stuk minder goed bereikbaar. Hierdoor heeft de monteur – die dan gelukkig wel papieren heeft – ook nog eens een hoogwerker nodig. Gelukkig hoor ik in de markt al oplossingen… De onderhoudsvrije warmtepomp! Zelfreinigend en geen onderhoud nodig. Hopelijk dichten lekken in leidingwerk zichzelf ook en repareert bijvoorbeeld de ventilator zichzelf. Of is de beste oplossing om de warmtepomp één op één uit te wisselen in geval van een defect? Ook lekker duurzaam. In het verleden zijn al vaker apparaten met de stempel onderhoudsvrij op de markt gekomen en niet per se met een succesverhaal. Ik zie graag dat het tegendeel bewezen wordt. Maar er zullen straks keuzes gemaakt moeten worden vanwege de te drukke servicemonteurs. Tim Visser Engineer-Adviseur W-installaties, voormalig zelfstandig installateur.

Hybride verwarmen: meer mogelijk met radiatoren dan je denkt

Wie denkt dat een hybride warmtepomp alleen goed werkt met een volledig laagtemperatuurafgiftesysteem, zit ernaast. In de praktijk leveren bestaande radiatoren uitstekende resultaten op. Sterker nog: juist in de bestaande woningvoorraad biedt de combinatie van een hybride warmtepomp met conventionele radiatoren een enorme kans om verduurzaming laagdrempelig te maken. Het geheim zit in de lage aanvoertemperaturen waarop een hybride systeem draait. Daar zit een groot deel van de energiebesparing: minder gasverbruik én een gelijkmatigere warmteafgifte. Bewoners merken het direct – de warmte voelt comfortabeler en het systeem schakelt minder. De temperatuur in huis blijft stabieler en de verliezen via leidingen en bouwkundige zijn constructies kleiner. Wat wel belangrijk is: het systeem moet goed zijn ingeregeld. Dat geldt altijd, maar bij hybride installaties nog een tandje extra. Controleer of radiatoren goed zijn geplaatst en vrij hun warmte kunnen afgeven. Een radiatorombouw of een gordijn voor het paneel beperkt de convectie en kan het rendement flink drukken. Wil je de prestaties nóg verder verbeteren? Denk dan aan radiatorventilatoren of geblazen convectoren. Uit onderzoek blijkt dat hiermee de warmtevraag met 15 tot 20% kan worden gereduceerd bij een gelijkblijvende kamertemperatuur. De warmte verspreidt zich sneller en gelijkmatiger door de ruimte, waardoor het systeem nog efficiënter draait. Hybride en radiatoren zijn een uitstekende combinatie: door aandacht te besteden aan inregeling, leidingisolatie en afgifteoptimalisatie, kan de installatie langdurig op lage temperatuur draaien en levert zij comfort én aanzienlijke energiebesparing. Wie dat in de praktijk brengt, maakt bestaande woningen klaar voor de toekomst – zonder ingrijpende

Warmtepompen en radiatoren: een uitdagende combinatie?

Stel je voor: het besluit is genomen, de oude cv-ketel maakt plaats voor een moderne warmtepomp. Maar dan rijst de vraag: kunnen de bestaande radiatoren deze nieuwe warmtebron wel aan? Warmtepompen leveren doorgaans een lagere aanvoertemperatuur dan traditionele cv-ketels. Waar een ketel met gemak 70 graden levert, blijft een warmtepomp meestal steken rond de 35 à 55 graden. En daar wringt de schoen: radiatoren in bestaande woningen zijn vaak ontworpen voor die hogere temperaturen. Het gevolg? Minder warmteafgifte, koude kamers en bewoners die zich afvragen waar het comfort is gebleven. Toch betekent deze uitdaging niet meteen een streep door de duurzame ambities. Vaak is met een scherpe blik en wat slimme aanpassingen veel mogelijk. Denk aan het plaatsen van extra of grotere radiatoren, verbeteren van isolatie, of zelfs de overstap naar lage temperatuurradiatoren of convectoren. Goed inregelen en het minimaliseren van warmteverlies zijn daarbij essentieel. We zien nog steeds een toename in de aircoverkoopcijfers. Deze systemen bevatten ook een verwarmingsfunctie, waardoor ze uitstekend als verwarmingsbron kunnen functioneren. Alle duurzame technieken zoals warmtepompen en airco’s met warmtepompfunctie moeten wel geïnstalleerd en onderhouden worden. Hiervoor zijn in toenemende mate goed opgeleide en gekwalificeerde technici nodig. Zij moeten vanuit de nieuwe F-gassenverordening per 29 september 2025 opnieuw gecertificeerd worden om veilig met de koudemiddelen die in deze installaties zitten te kunnen werken. NVKL-erkende installateurs zijn op de hoogte van de nieuwe wet- en regelgeving en kennen de risico’s. Zij werken met de juiste technische hulpmiddelen om hiermee om te gaan en de veiligheid

Ventilatie luchthoeveelheden

Een hoge isolatiegraad en luchtdichtheid van woningen beperkt het warmteverlies, maar ook de infiltratie van buitenlucht. Bewoners besparen energie door ramen en roosters gesloten te houden. Voor voldoende ventilatie zijn we steeds meer afhankelijk van een goed mechanisch ventilatiesysteem, wat begint met de juiste uitgangspunten. Minimale eisen Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl, 1-1-2024) eist voor bestaande bouw een minimale toevoer van 0,7 dm3/s per m2 verblijfsgebied en bij nieuwbouw 0,9 dm3/s. Minimale afzuigcapaciteiten zijn 25 m3/u per toilet, 50 m3/u per badkamer en 75 m3/u voor een keuken. Deze grenswaarden worden vaak beschouwd als norm en soms verlaagd via een ‘krijtstreepmethode’ of een virtuele toekenning van verkeersruimten. De eisen zijn echter bedoeld als ondergrens. Een slecht scenario Soms wordt te veel gelet op de capaciteit en te weinig op luchtsnelheid, weerstand, geluid, energiegebruik en warmteterugwinning. De ventilatie-units worden krap geselecteerd, luchtkanalen smal gedimensioneerd en luchthoeveelheden per ventiel gemaximeerd. Bewoners vermijden de hoge ventilatiestand en het systeem voldoet feitelijk niet aan de eisen. Hoe dan wel Met name voor kleine verblijfsruimten en inpandige toilet- en badruimten is het goed om hogere debieten te hanteren. Voor grote ruimten is dit niet nodig vanwege het grote luchtvolume per persoon. Bij een feestje kan een raam worden geopend. Houdt in het ontwerp en bij de selectie van componenten rekening met overruimte. Kies de centrale (WTW-)unit liever te groot dan te klein. Beperk luchtsnelheden tot 3 m/s en reken per ventiel maximaal 40 à 45 m3/uur. Bedenk dat de luchtweerstand kwadratisch toeneemt met de snelheid