Categorie: Column

Zonnewarmtesystemen

Voor technische installaties in woningen bestaan vele oplossingen en producten. Per project dienen de beste keuzes te worden gemaakt. Het gaat fout als voordelen te zwaar worden gewogen en nadelen verwaarloosd. Adviseur ir. Sjoerd Eegerdingk behandelt voorbeelden uit zijn praktijk. Deze maand over de toepassing van zonnewarmtesystemen. Voor niks gaat de zon op. Met een zonnecollector kan water gratis worden verwarmd. Het warme water wordt opgeslagen in een buffervat. Bij de meeste systemen betreft dit warmtapwater, waardoor we spreken over zonneboilers. Systeemgrootte In een warme periode zal de buffer snel worden geladen en kan geen extra energie meer worden opgeslagen. Bij meer paneeloppervlak doet zich dit eerder voor. Een grotere boiler geeft meer opslag maar ook meer stilstandsverlies en heeft geen zin als de inhoud niet wordt benut. Vergelijk het met een regenton en het dakoppervlak. Al deze aspecten zijn belangrijk bij de berekening van besparingen en terugverdientijden. Afhankelijk van het tapwatergebruik van de bewoners, ligt het optimale paneeloppervlak veelal tussen de 4 en 7 m2 en de optimale boilerinhoud op zo’n 300 l. Zonelektra Als alternatief voor de zonneboiler kan worden gekozen voor PV-panelen en het verwarmen van een elektrische boiler. Goedkoper, eenvoudiger, compacter en met minder onderhoud. De investeringskosten per wattpiek van een zonneboiler zijn ca 2 maal hoger dan bij PV, na ISDE-subsidie (woningen van 5 jaar of ouder). Hier tegenover staat een 2 tot 3 maal hoger rendement. Per saldo is de terugverdientijd van de systemen vergelijkbaar. Bij toepassing van een warmtepomp voor warmtapwaterbereiding is de

Voetbal als voorbeeld

Ga op een zaterdagochtend eens kijken bij een willekeurige voetbalclub en je struikelt over de voetballende meiden. Ze hebben duidelijk hun plek gevonden in een wereld die niet zo heel lang geleden nog een mannenbolwerk was. We hebben sinds vorig jaar zelfs een vrouwelijke scheidsrechter in de eredivisie. Neem daarna op maandagochtend eens een kijkje bij een willekeurig bedrijf in de techniek. En vergeet je vergrootglas niet mee te nemen. Inderdaad: vrouwen zijn nog steeds dun gezaaid in de techniek. Slechts 4% van de meiden op het vmbo kiest voor techniek. Dat is veel te weinig. Waarom krijgen we in de techniek niet voor elkaar wat in het voetbal inmiddels de normaalste zaak van de wereld is? Is het de stoere mannentaal op de werkvloer of tijdens de schaft? Te weinig flexibiliteit voor moeders die ook nog voor hun kinderen willen zorgen? Een gebrek aan (zichtbare) rolmodellen? Wat de oorzaak ook is: we missen kans na kans voor open doel, om maar even in voetbaltermen te blijven. Vrouwen kunnen goud waard zijn voor de installatiebranche. Met hun talent én omdat teams bewezen beter functioneren dankzij diversiteit. Samen met bedrijven en scholen doet Wij Techniek er van alles aan om meer meiden te bewegen richting techniek. Met rolmodellen, de praktijkwijzer, Girls’ Day en nog veel meer. Maar misschien is het nog wel belangrijker ons te realiseren dat we allemaal zelf kunnen bijdragen aan meer instroom van vrouwen. Van goede afspraken over werktijden tot het een standje lager zetten van machogedrag. Ingewikkeld

Kom van dat dak af

Ik heb in een voorgaande column al eens geschreven over mijn zorgen over het toekomstig onderhoud van warmtepompen. In die column ging ik in op de vele monoblock warmtepompen die geplaatst worden en het gebrek aan installateurs met F-gassen diploma’s. Maar naast het tekort aan vakmensen om ze te onderhouden, zie ik nog een ander probleem. Buitenunits van lucht/water-warmtepompen worden soms ook op daken geplaatst, of nog erger, op schuine daken. Naast dat plaatsing op een dak uitdagingen met trillingsgeluiden kan geven in het geval van een lichte houten dakconstructie, zijn de buitenunits ook een stuk minder goed bereikbaar. Hierdoor heeft de monteur – die dan gelukkig wel papieren heeft – ook nog eens een hoogwerker nodig. Gelukkig hoor ik in de markt al oplossingen… De onderhoudsvrije warmtepomp! Zelfreinigend en geen onderhoud nodig. Hopelijk dichten lekken in leidingwerk zichzelf ook en repareert bijvoorbeeld de ventilator zichzelf. Of is de beste oplossing om de warmtepomp één op één uit te wisselen in geval van een defect? Ook lekker duurzaam. In het verleden zijn al vaker apparaten met de stempel onderhoudsvrij op de markt gekomen en niet per se met een succesverhaal. Ik zie graag dat het tegendeel bewezen wordt. Maar er zullen straks keuzes gemaakt moeten worden vanwege de te drukke servicemonteurs. Tim Visser Engineer-Adviseur W-installaties, voormalig zelfstandig installateur.

Hybride verwarmen: meer mogelijk met radiatoren dan je denkt

Wie denkt dat een hybride warmtepomp alleen goed werkt met een volledig laagtemperatuurafgiftesysteem, zit ernaast. In de praktijk leveren bestaande radiatoren uitstekende resultaten op. Sterker nog: juist in de bestaande woningvoorraad biedt de combinatie van een hybride warmtepomp met conventionele radiatoren een enorme kans om verduurzaming laagdrempelig te maken. Het geheim zit in de lage aanvoertemperaturen waarop een hybride systeem draait. Daar zit een groot deel van de energiebesparing: minder gasverbruik én een gelijkmatigere warmteafgifte. Bewoners merken het direct – de warmte voelt comfortabeler en het systeem schakelt minder. De temperatuur in huis blijft stabieler en de verliezen via leidingen en bouwkundige zijn constructies kleiner. Wat wel belangrijk is: het systeem moet goed zijn ingeregeld. Dat geldt altijd, maar bij hybride installaties nog een tandje extra. Controleer of radiatoren goed zijn geplaatst en vrij hun warmte kunnen afgeven. Een radiatorombouw of een gordijn voor het paneel beperkt de convectie en kan het rendement flink drukken. Wil je de prestaties nóg verder verbeteren? Denk dan aan radiatorventilatoren of geblazen convectoren. Uit onderzoek blijkt dat hiermee de warmtevraag met 15 tot 20% kan worden gereduceerd bij een gelijkblijvende kamertemperatuur. De warmte verspreidt zich sneller en gelijkmatiger door de ruimte, waardoor het systeem nog efficiënter draait. Hybride en radiatoren zijn een uitstekende combinatie: door aandacht te besteden aan inregeling, leidingisolatie en afgifteoptimalisatie, kan de installatie langdurig op lage temperatuur draaien en levert zij comfort én aanzienlijke energiebesparing. Wie dat in de praktijk brengt, maakt bestaande woningen klaar voor de toekomst – zonder ingrijpende

Warmtepompen en radiatoren: een uitdagende combinatie?

Stel je voor: het besluit is genomen, de oude cv-ketel maakt plaats voor een moderne warmtepomp. Maar dan rijst de vraag: kunnen de bestaande radiatoren deze nieuwe warmtebron wel aan? Warmtepompen leveren doorgaans een lagere aanvoertemperatuur dan traditionele cv-ketels. Waar een ketel met gemak 70 graden levert, blijft een warmtepomp meestal steken rond de 35 à 55 graden. En daar wringt de schoen: radiatoren in bestaande woningen zijn vaak ontworpen voor die hogere temperaturen. Het gevolg? Minder warmteafgifte, koude kamers en bewoners die zich afvragen waar het comfort is gebleven. Toch betekent deze uitdaging niet meteen een streep door de duurzame ambities. Vaak is met een scherpe blik en wat slimme aanpassingen veel mogelijk. Denk aan het plaatsen van extra of grotere radiatoren, verbeteren van isolatie, of zelfs de overstap naar lage temperatuurradiatoren of convectoren. Goed inregelen en het minimaliseren van warmteverlies zijn daarbij essentieel. We zien nog steeds een toename in de aircoverkoopcijfers. Deze systemen bevatten ook een verwarmingsfunctie, waardoor ze uitstekend als verwarmingsbron kunnen functioneren. Alle duurzame technieken zoals warmtepompen en airco’s met warmtepompfunctie moeten wel geïnstalleerd en onderhouden worden. Hiervoor zijn in toenemende mate goed opgeleide en gekwalificeerde technici nodig. Zij moeten vanuit de nieuwe F-gassenverordening per 29 september 2025 opnieuw gecertificeerd worden om veilig met de koudemiddelen die in deze installaties zitten te kunnen werken. NVKL-erkende installateurs zijn op de hoogte van de nieuwe wet- en regelgeving en kennen de risico’s. Zij werken met de juiste technische hulpmiddelen om hiermee om te gaan en de veiligheid

Ventilatie luchthoeveelheden

Een hoge isolatiegraad en luchtdichtheid van woningen beperkt het warmteverlies, maar ook de infiltratie van buitenlucht. Bewoners besparen energie door ramen en roosters gesloten te houden. Voor voldoende ventilatie zijn we steeds meer afhankelijk van een goed mechanisch ventilatiesysteem, wat begint met de juiste uitgangspunten. Minimale eisen Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl, 1-1-2024) eist voor bestaande bouw een minimale toevoer van 0,7 dm3/s per m2 verblijfsgebied en bij nieuwbouw 0,9 dm3/s. Minimale afzuigcapaciteiten zijn 25 m3/u per toilet, 50 m3/u per badkamer en 75 m3/u voor een keuken. Deze grenswaarden worden vaak beschouwd als norm en soms verlaagd via een ‘krijtstreepmethode’ of een virtuele toekenning van verkeersruimten. De eisen zijn echter bedoeld als ondergrens. Een slecht scenario Soms wordt te veel gelet op de capaciteit en te weinig op luchtsnelheid, weerstand, geluid, energiegebruik en warmteterugwinning. De ventilatie-units worden krap geselecteerd, luchtkanalen smal gedimensioneerd en luchthoeveelheden per ventiel gemaximeerd. Bewoners vermijden de hoge ventilatiestand en het systeem voldoet feitelijk niet aan de eisen. Hoe dan wel Met name voor kleine verblijfsruimten en inpandige toilet- en badruimten is het goed om hogere debieten te hanteren. Voor grote ruimten is dit niet nodig vanwege het grote luchtvolume per persoon. Bij een feestje kan een raam worden geopend. Houdt in het ontwerp en bij de selectie van componenten rekening met overruimte. Kies de centrale (WTW-)unit liever te groot dan te klein. Beperk luchtsnelheden tot 3 m/s en reken per ventiel maximaal 40 à 45 m3/uur. Bedenk dat de luchtweerstand kwadratisch toeneemt met de snelheid

Innovatiekracht in de praktijk

De energietransitie vraagt om slimme keuzes. Niet alles hoeft radicaal, groot of all-electric. Sterker nog: soms is juist een klein(er) systeem de meest innovatieve oplossing. Neem de hybride warmtepomp. Vaak nog gezien als tussenstap, maar wie naar de techniek en praktijk kijkt, ziet dat het systeem vol innovatiekracht zit. Bij een oudere, na-geïsoleerde woning is het niet logisch om het vermogen van een warmtepomp af te stemmen op die paar dagen per jaar dat het -10 °C is. Een grotere warmtepomp moet dan terugmoduleren, wat het rendement omlaag haalt. Beter is een kleiner vermogen dat optimaal presteert bij de meest voorkomende buitentemperaturen. Slim dimensioneren dus – niet overdimensioneren. Daarnaast verbruiken all-electric installaties bij vorst veel stroom. Zou heel Nederland volledig overstappen op elektrisch verwarmen, dan moet het net worden ingericht op die koude piekmomenten. Dat is technisch en economisch niet haalbaar. Een hybride warmtepomp die bijspringt met een cv-ketel bij piekvraag voorkomt overbelasting én bespaart kosten. En dat gas? Dat kan steeds vaker groen. Ondertussen worden de innovaties rond hybride tapwater, warmteterugwinning en energiemanagement steeds concreter. Als installateur zit je dus midden in een technologische doorbraak, met volop nieuwe kansen voor advies, installatie en onderhoud. De toekomst van verwarmen is niet zwart-wit. Juist in de mix van technieken ligt de kracht – en de innovatie. Susanne de Ruwe, namens Vereniging voor Duurzame Warmte

Slopen of opbouwen?

We schrijven ruim een maand voor alweer Tweede Kamer verkiezingen. Nederland kan kiezen voor schadeherstel van Schoofs sloopwerk en daarmee voor de toekomst, in plaats van voor een verleden dat nooit heeft bestaan. En schade was er! Zo krompen de markten van zonnepanelen en warmtepompen met tientallen procenten. En dat terwijl beide hard nodig zijn voor een leveringszekere en betaalbare energievoorziening. Warmtepompen vonden alweer de weg naar boven maar het is maar de vraag of dat een blijvertje is. Verdubbeling van nieuwe warmtepompen is nu nodig, van 150 duizend per jaar nu naar 300 duizend per jaar in 2030. Dat kan zorgen voor verlichting van de energierekening van 1 op 11 woningen nu naar 1 op 4 woningen in 2030. En dan door naar 8 op 10 in 2050. Beste installateurs, jullie móeten door! Eerder gingen jullie al over naar nóg stillere warmtepompen, ook door betere plaatsing, naar klimaatvriendelijkere koudemiddelen en naar monoblocks. Nu wordt gevraagd naar ‘slimmere’ warmtepompen. Of beter gezegd, naar slim management van de vraag naar (en het aanbod van) elektriciteit om zo dagelijkse en seizoensmatige pieken te vermijden. Dat komt zeker goed, maar gaat niet vanzelf… slimheid gezocht! Als je die hebt, schrijf dan vooral voor 19 september a.s. in op de vraag vanuit het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) voor de aanbesteding voor het ontwikkelen en testen van open source software voor communicatie tussen energie-intensieve apparaten (zoals warmtepompen) in en om huis en home energy management systemen (HEMS).(ga hiervoor naar: https://nl.flexible-energy.eu). Nederland kan echter ook kiezen

Drinkwatergebruik

Voor technische installaties in woningen bestaan vele oplossingen en producten. Per project dienen de beste keuzes te worden gemaakt. Het gaat fout als voordelen te zwaar worden gewogen en nadelen verwaarloosd. Adviseur ir. Sjoerd Eegerdingk behandelt voorbeelden uit zijn praktijk. Deze maand over het gebruik van drinkwater. Drinkwater is in Nederland erg goedkoop en ondanks een toegenomen milieubewustzijn bestaat er weinig motivatie om minder water te gebruiken. Een uitzondering zijn de algemeen toegepaste toiletreservoirs met waterbesparende spoelknop of spoelonderbreker. Kosten Door extra gebruik en meer periodes van droogte vragen drinkwaterbedrijven om bewustwording en besparing. De politiek is terughoudend met prijsverhogingen, omdat water een basisvoorziening is en men lage inkomens wil ontzien. Deze argumenten gelden echter ook bij energiebelastingen en brandstofaccijnzen. Net als in België zou een basisgebruik kunnen worden vrijgesteld van verhoging. 1000 liter drinkwater kost in Nederland ongeveer € 1,40 tegenover € 2,- tot € 8,- in België. Basisgebruik Het drinkwatergebruik in Nederland is ongeveer 45 m3 per persoon per jaar en 100 m3 per jaar voor een huishouden. Het meeste water wordt gebruikt voor douchen en toiletspoeling. Slechts 2 procent wordt echt geconsumeerd. In België ligt het gebruik ongeveer 33 % lager. Een basisgebruik van 30 m3 per persoon lijkt redelijk. Gebruikersgedrag De grootste besparing kan worden bereikt door een aangepast gebruikersgedrag. Mensen met een camper of caravan weten dat een voorraad van 100 liter water voldoende kan zijn voor vele dagen gebruik. Tijdens het tandenpoetsen, scheren, handenwassen en spoelen wordt de kraan ten dele geopend en tussendoor

Hybride warmtepompen blijven de norm

Minister Sophie Hermans benadrukt in haar nieuwe klimaatplannen dat (hybride) warmtepompen de norm blijven bij het vervangen van een cv-ketel. Dit is een cruciale stap in de verduurzaming van onze verwarmingssystemen. De ruimte op het elektriciteitsnet is een belangrijke randvoorwaarde voor de groei van het aantal warmtepompen. Slimme warmtepompen moeten uiteindelijk de norm worden. Deze kunnen bijvoorbeeld eerder aangaan of op lager vermogen draaien tijdens pieken op het elektriciteitsnet. Dit slimme gebruik wordt gestimuleerd door tijdsafhankelijke nettarieven, die nog worden uitgewerkt door de netbeheerders. Een hybride warmtepomp kan altijd geplaatst worden en biedt daarmee een uitstekende oplossing voor verduurzaming. Deze heeft een lagere elektriciteitsvraag dan een volledig elektrische warmtepomp en deels ook op andere momenten elektriciteit verbruikt. Bovendien kan de cv-ketel bijspringen op koude dagen. Dit maakt de hybride warmtepomp een flexibele en efficiënte keuze voor veel situaties. Bij all-electric warmtepompen is het aan te raden om eerst bij de netbeheerder na te gaan of dat de juiste keuze is of dat hybride beter past in de specifieke situatie. Komende overheidscampagnes moeten bewoners en bedrijven aanzetten tot het overstappen op een (hybride) warmtepomp. Minister Mona Keijzer zal voor het zomerreces de Kamer informeren over het maken van afspraken met woningcorporaties over het kiezen van een hybride warmtepomp bij vervanging van de cv-ketel. De installateur is een belangrijke adviseur bij de keuzes voor verduurzaming. Informeer daarom uw klanten over de voordelen van slimme en hybride warmtepompen. Susanne de Ruwe, namens Vereniging voor Duurzame Warmte