BENG-eisen

WAT MOET JE ERMEE?

Sinds 2021 zijn de BENG-eisen van kracht. Daar ging een lang en moeizaam traject aan vooraf, waarbij experts elkaar geregeld in de haren vlogen. Ruim 2 jaar verder maakt IZ de balans op met Rens ten Hagen, adviseur en als docent verbonden aan diverse vakopleiders in de bouw.

Vanaf de jaren 90 werd er gewerkt met de EPC-eis om de energetische efficiëntie van nieuwbouw aan te geven. In de loop der tijd kwamen echter de nadelen van de EPC aan het licht. Zo kon je in theorie een lek kippenhok neerzetten en toch aan de eis voldoen door er een warmtepomp te plaatsen als duurzame thermische energieopwekker. Mede daarom zijn Ten Hagen en andere deskundigen dan ook blij dat de EPC in januari 2021 is vervangen door de BENG-eisen.

BENG
De BENG komt voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) en het Energieakkoord voor duurzame groei. In 2015 bracht het Ministerie van BIZA de eerste conceptversie naar buiten. Dat leidde tot het nodige gemor. Na een aantal wijzigingen lag er een definitieve versie op tafel. Maar ook die is 2,5 jaar na de invoering alweer toe aan revisie, aldus Ten Hagen.

Verplichting
De BENG-regels gelden voor alle nieuwbouw in de utiliteit en woningbouw. “Wil je echter bestaande gebouwen gaan verduurzamen in gemeentes die daarvoor nieuwbouweisen hanteren, dan gelden de BENG-regels ook”, licht Ten Hagen toe.

Stappenplan
Evenals de voormalige EPC-norm ligt de focus bij het primaire energiegebruik. De BENG levert als het ware een stappenplan om duurzame gebouwen neer te zetten of bestaande bouw te verduurzamen. Daarvoor zijn de regels van de Trias Energetica leidend.

Samenvatting
Heel kort door de bocht komt het erop neer dat je, in de woorden van Ten Hagen, “ten eerste de gebouwschil optimaal isoleert om de energievraag aan banden te leggen. Daarna zorg je voor gebouwgebonden installaties die energie terugwinnen en waar mogelijk duurzame energie gebruiken. Tot slot vul je de helft van de energiebehoefte voor ventileren/koelen/verwarmen en de productie van warm tapwater in met eigen duurzame opwekking.”

KWH/m2
In meer officiële bewoordingen wordt gesproken van drie BENG-indicatoren: A. Energiebehoefte van een gebouw: de maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar. B. Primair fossiel energiegebruik: het maximale primair fossiel energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar. En C. Hernieuwbare energie: het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten.

NTA 8800
De BENG-regels hebben een nieuwe methode voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen met zich meegebracht, namelijk de NTA 8800. Het opnameprotocol daarvoor is de ISSO 82.1, een lijvig boekwerk. “In feite staan in de NTA 8800 alle formules en in de ISSO de protocollen waarmee je makkelijker tot een resultaat komt”, vertelt Ten Hagen. “Dat is wel een beetje tricky, omdat de ISSO soms iets te grote stappen zet, waardoor je eigenlijk nog vervolgens moet finetunen.”

Eigen vlees
Veel installateurs zijn werkzaam in de bestaande bouw. Daar valt nu ook de meeste winst te boeken bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Hoe verloopt zo’n BENG-traject nou precies in de dagelijkse praktijk? Onder andere BouwProfs in samenwerking met Kader-opleidingen biedt de cursus ‘BENG expert bestaande bouw’ aan, waarin iemand wordt klaargestoomd om het verduurzamingstraject te begeleiden en monitoren. “Dat kan uiteraard geen installateur zijn, want dan ga je je eigen vlees keuren”, zegt Ten Hagen.

Verduurzamingscyclus
Leidend voor de BENG-expert is de verduurzamingscyclus. Die heeft zes aandachtspunten:
1. Isolatie- en kierdichtingsniveau
2. Ventilatievorm en –capaciteit
3. Gedrag en gebruik van de woning door bewoners
4. Opwekking van stroom
5. Productie van warmte en koude voor klimatisering en warmwaterproductie
6. Toepassing domotica

Overzicht
Met name 2,4,5 en 6 raken het werk van de installateur. “Lever als vakman een goede overzichtstekening aan met al het installatiewerk. In de praktijk gaat het daar al vaak fout. Onoverzichtelijke en onbegrijpelijke tekeningen, geen updates, noem het maar op”, vertelt Ten Hagen.

Decentrale balansventilatie
Qua ventilatie is Ten Hagen een hartgrondig pleitbezorger van decentrale balansventilatie met slimme sturing. “Op die manier heb je de meeste controle over de in- en uitgaande luchtstromen en het energiegebruik”, licht hij toe. Je kan dan denken aan Climarad-units die in separate ruimtes worden geïnstalleerd.

Opwekking
Voor de opwekking van stroom kom je al snel uit op PV-panelen of eventueel windenergie. “Let in het laatste geval goed op als installateur dat je geen eigen windmolen adviseert in een stedelijke omgeving met veel hoogbouw. Je hebt een laminaire, min of meer regelmatige luchtstroming nodig om het beste rendement te behalen. Een eigen windmolen is dus eerder interessant voor buitengebieden.”

Warmtepompen
Ook over warmtepompen heeft Ten Hagen uitgesproken opvattingen. “Bovenaan mijn lijstje staan warmtepompen die hun thermische energie onttrekken aan omgevingswater of ondiepe grond.” Ze zijn betaalbaar, hebben een goede COP en je hoeft er geen ingrijpende handelingen voor te plegen, zoals diep in de grond boren, aldus Ten Hagen. Behoort een dergelijke warmtepomp niet tot de mogelijkheden dan valt een luchtgebonden oplossing te overwegen, “maar let goed op de geluidsproductie.”

Hybride
Hij heeft totaal geen begrijp voor het overheidsbeleid, waarin de toepassing van hybride warmtepompen wordt gepromoot. “Ze presteren vaak suboptimaal door menselijk ingrijpen. De bedoeling is dat de warmtepomp het leeuwendeel van de verwarming voor zijn rekening neemt, maar in de praktijk willen bewoners meestal snel verblijfsruimtes opwarmen, waardoor de cv-ketel voortdurend moet bijspringen en de warmtepomp niet optimaal wordt benut.”

Biogas
Niet dat hij een tegenstander is van gas. “Biogas heeft een enorme potentie, want het is duurzaam en onze boeren zouden enorme hoeveelheden kunnen leveren. Maar er is veel weerstand, met name vanuit de waterstoflobby.” Zelf ziet hij Nederland niet veranderen in een waterstofeconomie. “De omzettingsrendementen zijn hartstikke laag en bovendien is waterstof een gevaarlijk goedje. Durf je dat door oude leidingen te pompen en wil je dat wel in je huis hebben?”

Infraroodpanelen
Ten Hagen ziet wel brood in infraroodpanelen. “Ze zijn efficiënt - de COP is 0,99 - en ideaal voor bijverwarming. Bijvoorbeeld van badkamers of een bijkeuken. Voor de hoofdverwarming geef ik de voorkeur aan warmtepompen, omdat die een hogere COP hebben.”

Slimmer maken
De laatste stap van de verduurzamingscyclus gaat over de toepassing van domotica. “In feite hebben we het dan over het ‘slimmer maken van installaties’. In het geval van ventilatiesystemen kan je denken aan CO2-sturing en waterdampsensoren. En de zomerbypass inschakelen van de WTW, zodat je niet voor noppes de lucht gaat voorverwarmen tijdens de warme maanden.”

Systeemintegratie
Nog een stap verder is systeemintegratie. Ventilatie en warmte- en koudeopwekkers op elkaar afstemmen en slim installeren. “Dus compacte systemen gebruiken, die eenvoudig zijn te onderhouden en goed zijn weggewerkt.”

Toekomst
Hoewel de BENG-regels al effect sorteren, zijn ze voor verbetering vatbaar. “De formules worden nu geherevalueerd. Ik verwacht dat er volgend jaar extra rekenregels voor domotica worden opgenomen in de NTA 8800.” Daarnaast kan ook de bekende TOjuli-eis om oververhitting van gebouwen tegen te gaan, op termijn een soortement vierde BENG-eis worden, denkt Ten Hagen 