Aziatische vakbeurs
CHINESE ISH TREKT RUIM 80 DUIZEND BEZOEKERS
ISH China & CIHE maakt onderdeel uit van het wereldwijde netwerk van Messe Frankfurt ISH, dat van 17 tot en met 21 maart jl. zijn deuren opende voor ‘s werelds grootste vakbeurs voor de HVAC + Water-sector. De Chinese editie debuteerde in 1996 met 9.600 bezoekers en 179 exposanten. Dat is nu dus fors meer. Het geeft de impact aan die de vakbeurs in Beijing in een relatief kort tijdsbestek heeft weten te realiseren.
Kleinschaliger
Dat zal mede te maken hebben met het groeiende milieubewustzijn in China (zie rood kader), dat heeft geleid tot een sterk toegenomen vraag naar innovatieve oplossingen op dit gebied. Uiteraard spelen ook de bij ons bekende fabrikanten graag op die ontwikkeling in. Menig westers fabrikant was dan ook aanwezig in Beijing, hoewel met een bescheidener uitstraling dan we die kennen van bijvoorbeeld de ISH in Frankfurt zelf. In Beijing dus geen hoge beursstands met de afmetingen van een voetbalveld. Dat doen ze in Azië toch net even anders; kleinschaliger en eenvoudiger. Het neemt niet weg dat het aantal aanbieders van bijvoorbeeld luchtgebonden warmtepompen die op de beursvloer aanwezig waren, imposant te noemen was. Niet zo gek overigens, als je bedenkt dat Chinese aanbieders inmiddels zo’n 60 procent van de huidige Europese markt op het gebied van dergelijke warmtepompen in handen heeft en de thuismarkt inmiddels ook naar dit soort alternatieven lonkt.
Oosterse variant
Omgekeerd zijn de traditioneel Westerse aanbieders steeds meer geïnteresseerd in de Chinese markt, hoewel ze nog duidelijk onderdoen voor hun Chinese collega-bedrijven. Verschillende overzeese paviljoens maakten onderdeel uit van de beurs. Toonaangevende bedrijven uit onder andere het VK, de VS, Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië en Turkije waren er terug te vinden. Daarnaast is er al vanaf het begin een Duitse zone met aanbieders uit ons buurland. Toch zijn het met name de Aziatische exposanten die domineren, met vooral hydraulische oplossingen – die iets vertellen over de afzet van deze oplossingen in de thuismarkt – en vooral veel componenten. Relatief veel van deze exposanten beschikten overigens over niet meer dan een standje met wat stoelen en tafels waarop een aanzienlijke hoeveelheid installatieonderdelen lag uitgestald, alsof het een plaatselijke marktkraam betrof. Dat maakt deze vakbeurs toch meer een oosterse variant op de ISH in Frankfurt, waarvan we in de volgende IZ verslag zullen doen.

Noord en zuid dilemma
Het Chinese verwarmingssysteem werkt heel anders dan in veel andere landen. Noord-Chinese steden werken met een centraal gestuurd openbaar verwarmingssysteem, waarbij de meeste steden de verwarming half november aanzetten. Veel zuidelijke provincies hebben juist helemaal geen verwarming of vertrouwen op verwarming door airconditioners of elektrische heaters.
Dit centraal gestuurde verwarmingsbeleid begon in de jaren vijftig, toen de regering een lijn dwars door het land trok. Die lijn bepaalde welke provincies centrale verwarmingssystemen en subsidies van de centrale overheid zouden krijgen: noord wel, zuid niet. Voor inwoners van steden in het middengebied pakte dit niet altijd gunstig uit, omdat ze wel degelijk te maken konden krijgen met koude winters. Met name door klimaatverandering komt dit vaker voor.
Mede daarom is er elk jaar discussie over het Chinese verwarmingssysteem. Er zijn echter verschillende factoren die het huidige centrale verwarmingssysteem in stand houden. Een nationaal centraal verwarmingssysteem is duur om te bouwen, bedienen en onderhouden. Ook zijn er aanzienlijke milieubezwaren tegen de uitbreiding van China’s centrale verwarmingssysteem, omdat het nog steeds grotendeels afhankelijk is van de verbranding van kolen (hoewel aardgas en elektrische verwarming haalbare alternatieven aan het worden zijn). Bovendien zijn veel gebouwen in het zuiden niet ontworpen om warmte vast te houden, waardoor ze niet energie-efficiënt zijn. Tot slot heeft China geen normen voor de binnentemperatuur in woongebouwen, wat betekent dat er weinig beleidsdruk is om het kille binnenmilieu aan te pakken.
Veel nieuwe woongemeenschappen, vooral in welvarende gebieden zoals het zuidelijke Shanghai, hebben daarom hun eigen verwarmingsinstallaties geïnstalleerd, en betalen hun verwarmingskosten privé. Anderen vertrouwen weer op verwarming door airconditioners of elektrische heaters. Dat is echter weer duurder dan het alternatief met kolen, waardoor armere inwoners van China zich dit niet kunnen veroorloven.
Op naar CO2-neutraliteit
China streeft naar CO2-neutraliteit in 2060. Dit jaar wil de overheid de transitie naar een groene samenleving versnellen. De ‘China Green Building Evaluation Standard’ biedt een raamwerk om ecologisch duurzaam bouwen in het land te promoten. De norm is gericht op het verminderen van de milieu-impact van gebouwen en tegelijkertijd op het verbeteren van de energie-efficiëntie en het behoud van hulpbronnen.
Belangrijke componenten van de standaard zijn:
- Een 3-sterrensysteem, waarbij elk niveau een hogere mate van naleving van groene bouwprincipes vertegenwoordigt. Het systeem beoordeelt verschillende aspecten van het ontwerp, de constructie en de werking van een gebouw.
- Verwijzing naar internationale normen voor groene gebouwen, zoals LEED uit de Verenigde Staten en EEWH uit Taiwan. Dit moet ervoor zorgen dat de normen van China wereldwijd relevant zijn.
- Energiebesparing door het toepassen van technologieën die het energiegebruik verminderen.
- Landbesparing door efficiënt gebruik van land om stadsuitbreiding te minimaliseren en groene ruimtes te behouden.
- Waterbesparing door het gebruik van waterbesparende producten en regenwateropvangsystemen.
- Materiaalbesparing door te kiezen voor duurzame materialen en verminderen van bouwafval.
In 2023 werd ruim 2 miljard vierkante meter aan nieuwe groene bouwruimte gerealiseerd in stedelijke gebieden in China. Dit komt overeen met 94% van het totale nieuwe bouwoppervlak in steden en dorpen.