Auteur: Ruud

Temperatuuroverschrijding

Nu woningen steeds beter geïsoleerd worden, komt ook steeds vaker de koeling van woningen aan de orde. Net zoals met alles zal er hiervoor bij het begin moeten worden begonnen. Om warmte binnen te houden isoleren we goed, maar om warmte buiten te houden zal er goede zonwering aanwezig dienen te zijn bij een woning. Vorig jaar schreef ik al over de kracht van de WTW-installatie in het helpen koelen van een woning door ’s avonds buitenlucht via een bypass in te blazen. Steeds meer fabrikanten leveren tegenwoordig ook koelbatterijen waarmee topkoeling gerealiseerd kan worden. Een mooie oplossing in combinatie met een bodemsysteem die de regeneratie van de bron ook meehelpt. Bij een lucht/water-systeem zal er echter actief gekoeld dienen te worden om koude voor deze batterij aan te leveren. Maar wellicht kan een PCM-batterij in samenwerking met de WTW-installatie zorgen voor de versterking van de passieve koeling die de WTW-installatie kan leveren. Zonder de hele woning van PCM te voorzien. Hiermee kan de energie van de koudere nachtlucht opgeslagen worden en deze overdag gebruikt worden, zonder hulp van actieve koelapparaten. Het belangrijkste punt zal zijn dat de batterij in de nacht goed ontladen dient te worden, zonder dat dit negatieve effecten heeft op de koeling ’s nachts. Wel kan er kan wellicht meer geventileerd worden, zonder dat dit ’s nachts geluidsklachten geeft, omdat de lucht van het ontladen kortgesloten kan worden naar een retourkanaal. Misschien is dit voor fabrikanten een volgende stap om naar te kijken, om in de

Een nieuwe generatie

Ondernemers in de bouwketen zijn positiever dan aan het begin van de coronacrisis. Vooral installatiebedrijven zijn optimistisch. De werkvoorraad in deze sector steeg naar 10 maanden, 10% van de sector verwacht een omzetstijging en 75% verwacht zelfs het personeelsbestand uit te breiden in de komende maanden. Dit blijkt uit de Monitor Bouwketen najaar 2020, uitgevoerd door het Economisch instituut voor de Bouw. De cijfers zijn opvallend, want aan het begin van de coronacrisis hield nog bijna 40% rekening met een omzetdaling. Ondernemers blijven wel onzeker over de ontwikkelingen op de langere termijn. Wat is de impact van de stikstofproblematiek, de economische crisis en het nieuwe kabinet? Terechte vragen, maar de uitdagingen in onze samenleving doen voorlopig nog wel een beroep ons. Klimaat, energietransitie, innovaties, digitalisering. De toekomst begint elke dag opnieuw. En de techniek hebben is een onderdeel van die toekomst zijn. Maar wij zijn ook een onderdeel van de toekomst van jonge vakmensen. Regelmatig wordt een oproep gedaan om de deuren te openen voor beginnende vakmensen om stage te kunnen lopen. Met als inzet: leren, leren werken en je thuis gaan voelen in een sector. En in alle hectiek en de bijzondere manier van werken in deze coronatijden vraagt dat veel van de werkgevers, de werknemers, de scholen en de leerlingen. Toch vraag ik u allen om toch zoveel mogelijk de deuren te openen. Want we hebben deze jonge gedreven vakmensen nodig. En waar wij kunnen ondersteunen, laat het ons weten! En waar u tegen drempels oploopt, laat het

Pilotproject

Verantwoord en gezond werken is voortdurend in beweging. En de techniek levert hier met de ontwikkeling van nieuwe hulpmiddelen een belangrijke bijdrage aan. Dat geldt zeker voor het exoskelet Skelex 360, een relatief recent ontwikkeld hulpmiddel dat met name gebruikt kan worden bij bovenhandse werkzaamheden. Hoe werkt het? Waar liggen de kansen en wat zijn de beperkingen? En hoe draagt het exoskelet bij aan veilig en gezond werken? ArboTechniek heeft samen met SPIE Fire Protection & Security gewerkt aan een pilotproject om antwoord te geven op deze vragen. Hierbij is het exoskelet uitvoerig getest tijdens de installatie van sprinklers. Een mooi verhaal over de huidige stand van zaken. Futuristisch instrument Wat is een exoskelet? Albert Vullers en Carin van den Bosch kunnen deze vraag ieder vanuit hun perspectief uitgebreid en enthousiast beantwoorden. Albert is procesmanager bij SPIE Nederland en Carin is als ergonoom verbonden aan ArboTechniek. Beiden zijn betrokken bij een innovatief project waarin de Skelex volledig wordt getest. Gekeken wordt hoe het hulpmiddel benut kan worden in de technische installatie- en isolatiebranche. Albert: “Het exoskelet, de Skelex 360, is een op het oog futuristisch instrument dat ik tegenkwam op een techniekbeurs. Ik was meteen geïnteresseerd: hoe kan een installatiebedrijf als SPIE dit praktisch inzetten? In dit soort exoskeletten zorgen veren en bandjes ervoor dat bepaalde spiergroepen worden ontlast. Werkzaamheden hebben dan minder belasting op het lichaam en je kunt het langer onvermoeid volhouden.” Gezamenlijke pilot Carin zag ook al snel de waarde ervan in. “Het exoskelet wordt al veel

Lucht verkopen

Nog nooit is er zoveel aandacht geweest voor ventilatie als het afgelopen ‘Coronajaar’. Voor installateurs een uitgelezen kans om hierop te spelen. Bijvoorbeeld door lucht als een service te gaan aanbieden. Google even op ‘Ventilatie en Corona’ en je wordt bedolven onder de adviezen over het belang van goede ventilatie. Ofschoon er door de officiële kanalen (waaronder RIVM) met enige terughoudendheid wordt geschreven over de relatie tussen besmettingsrisico’s en ventilatiehoeveelheden of -systemen, onderschrijft iedereen het belang van ventileren, tenminste op Bouwbesluitniveau. Minimumeisen Het is daarbij overigens goed om op te merken dat het Bouwbesluit minimum (‘vangnet’) capaciteitseisen stelt en feitelijk dus voornamelijk de aandacht vestigt op de aanwezigheid (beschikbaarheid) van een minimale capaciteit voor toevoer en afvoer van lucht. Er wordt doorgaans niet gekeken of de beoogde capaciteiten ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. De praktijk bewijst dat de aanwezigheid van voorzieningen alleen geen garantie biedt dat de beoogde ventilatiestromen in de verschillende verblijfsruimtes ook tot stand (kunnen) komen. Er worden geen eisen gesteld aan de minimale binnnenluchtkwaliteit. Boost? Afgezien hiervan zou je dus veronderstellen dat je als leverancier of installateur van ventilatiesystemen op rozen zit in deze tijd en dat het werk niet aan te slepen is, omdat iedere woning of gebouweigenaar zich druk maakt over de luchtkwaliteit. Navraag bij diverse leveranciers, adviseurs en installateurs bevestigt echter geenszins dit beeld. Wellicht heb ik het de verkeerde partijen gevraagd, maar ik krijg niet de indruk dat de Coronacrisis tot op heden ook daadwerkelijk tot een significante boost in de ventilatie-business heeft

Luchtfilters

Het thema ‘luchtkwaliteit in gebouwen’ houdt de gemoederen in veel gesprekken en in de media regelmatig bezig. Bijvoorbeeld als het gaat om fijnstof, wat bijdraagt aan een hele waaier aan ziekten. Door fijnstof overlijden in Nederland jaarlijks een paar duizend mensen eerder dan zij zonder deze stofdeeltjes zouden doen. Ook in menig discussie over het coronavirus komt ‘luchtkwaliteit en ventilatie’ vaak ter tafel. Als het gaat om luchtkwaliteit en ventilatie spelen luchtfilters een zeer belangrijke bijrol. Met luchtfiltersystemen is de hoeveelheid fijnstof en andere luchtverontreiniging effectief te beperken. De toegenomen aandacht voor fijnstof heeft tot gevolg gehad dat de bijbehorende normen zijn veranderd. In juni 2018 heeft de wereldwijde ISO 16890 richtlijn ‘Luchtfilters voor algemene ventilatie’ de plek overgenomen van de Europese EN779 standaard. Deze ISO 16890 richtlijn stelt eisen aan het vangstrendement van fijnstof van luchtfilters. Dankzij deze norm is het daarom mogelijk om filters te selecteren die fijnstof werkelijk tegenhouden. Sinds de introductie van deze ISO-norm worden luchtfilters op een andere manier beoordeeld en geclassificeerd, niet meer met de classificatie volgens NEN-EN 779. Ze worden tegenwoordig ingedeeld in klassen, bepaald door de rendementen op stofvangst. De richtlijn heeft het bovendien mogelijk gemaakt om filters van over de hele wereld onderling te vergelijken. Selectie luchtfilters De relatief nieuwe ISO-norm bevat veel informatie en is redelijk complex. En hoewel luchtfilters een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van binnenluchtkwaliteit, is een voorwaarde uiteraard dat ze op de juiste wijze worden geïnstalleerd en onderhouden. ISSO-publicatie 27 ‘Luchtfilters voor comfortinstallaties’ biedt de

Herhaalt de geschiedenis zich?

In 2012 werd er door overheid al eerder subsidie uitgekeerd voor het verbeteren van de ventilatie in scholen in Nederland. De markt pakte dit net als nu voortvarend aan en ontwikkelde nieuwe units en systemen om de ventilatie op scholen te verbeteren. Echter, drie jaar later bleek uit de evaluatie van het subsidietraject dat meer dan de helft van het geld was uitgegeven aan randzaken en niet aan het verbeteren van de ventilatie zelf. Acht jaar later komt de overheid wederom met een subsidieregeling, de specifieke uitkering ventilatie in scholen (SUVIS). Waar je verwacht dat 100% van deze subsidie naar ventilatiesystemen gaat in schoolgebouwen, geldt ook nu dat dit niet het geval is. Het is namelijk een regeling met als doel het stimuleren van projecten waarmee middels noodzakelijke energiezuinige maatregelen, het binnenklimaat in bestaande schoolgebouwen kan worden verbeterd. Hetgeen inhoudt – lees de stukken in de Staatscourant maar eens goed – dat je ook subsidie krijgt op warmtepompen of bijvoorbeeld dubbelzijdig glas. Zolang je daarmee maar het binnenklimaat duurzaam verbetert. Natuurlijk is hier niks mee, maar het was ons toch te doen om de ventilatie in scholen te verbeteren? Doordat de meerderheid van de scholen nog steeds geen goede ventilatie heeft geïnstalleerd, werken ouders noodgedwongen thuis en wordt de maatschappij onevenredig zwaar geraakt. Los van de achterstand die de leerlingen oplopen. Tijdens de lockdown zijn de scholen gesloten. Hét moment dus om de scholen die nog niet over voldoende ventilatie beschikken aan te pakken. Niets is minder waar. Schoolventilatieprojecten worden

Salestechneut

Meer dan ooit zijn opdrachtgevers bereid om geld te steken in een goed werkend ventilatiesys­teem. Dat hebben we deels te danken aan de coronapandemie. Specialisten, zoals Kouwer Installatietechniek, draaien nu topdagen, vertelt bedrijfsleider Tom Bruins. Hij was ooit automonteur. Maar altijd met dezelfde mensen werken op dezelfde plek gaat vervelen, ondervond Bruins. Door een gelukkig toeval kon hij de overstap maken naar de installatietechniek. Inmiddels is hij alweer 18 jaar werkzaam in de branche. Begintijd Je ziet Bruins bijna glimlachen achter de telefoon, als hij vertelt over die begintijd. Hoe hij nadat hij afscheid had genomen bij de garage, toevallig hoorde dat ze een monteur zochten bij Ouderdorp Service. Er was gelijk een klik en Bruins mocht de volgende dag al meelopen. Eenmaal de smaak te pakken, haalde hij zijn papieren en werkte vervolgens bij verschillende installatiebedrijven. Plezier “Een geweldig vak”, vertelt hij enthousiast aan de lijn. “Veel op weg, verschillende klanten, uitdagende klussen…” Terugkijkend vond hij de storingsdiensten nog het leukste. “Het gevoel dat je kreeg als je iemand uit de penarie kon helpen, daar kon eigenlijk niks tegenop.” Kouwer Installatietechniek Bruins groeide door en werd vorige jaar bedrijfsleider bij Kouwer Installatietechniek. Het bedrijf bestaat nu pakweg 14 jaar en telt 15 medewerkers. Met als thuisbasis Huizen opereert de installateur vooral in ‘T Gooi. Kouwer Installatietechniek biedt een breed palet aan diensten aan, van cv-ketel installaties tot elektrotechnische en dakdekkers werkzaamheden. “Het zwaartepunt ligt bij de particuliere sector en dan doel ik vooral op renovaties.” Waterstofketel Bruins volgt de

Ventileren en stank

Het komt regelmatig voor dat gebruikers last hebben van stank. In hun woning, kantoor of op school. Vaak wordt de installateur dan ingeschakeld om de oorzaak te achterhalen. Hoe doe je dat? Twee experts uit het veld geven tips. Lino Noya Mahn is eigenaar van installatiebedrijf Noya Installatietechniek. Als installateur voert hij de meest uiteenlopende projecten uit, maar zijn hart ligt toch bij de ventilatietechniek. Wouter Wijma is directeur van Ned Air en voorzitter van Binnenklimaat Nederland. Sinds zijn aantreden probeert hij het belang van ventilatie meer tussen de oren te krijgen bij opdrachtgevers en bouwpartners. IZ sprak met beide ventilatiedeskundigen, die gezamenlijk meer dan 40 jaar ervaring hebben in de installatiebranche. Corona De coronacrisis blijft de gemoederen bezighouden. Nadat er aanvankelijk vooral aandacht was voor de overdracht van het virus via de fysieke weg, nam gaandeweg ook de belangstelling toe voor een andere, mogelijke transmissieroute: via de lucht. Dat heeft geresulteerd in “meer interesse voor ventilatie”, vertelt Wijma. “Maar helaas vloeien er vooralsnog weinig concrete opdrachten uit voort.” Wijma weet wel waaraan dat ligt: geld. “Scholen zeggen vaak geen budget te hebben en in de kantoorsector gaat men niet investeren in gebouwen als het merendeel van de zakelijke gebruikers thuis werkt.” Woningbouw Ook in de woningbouw lijken opdrachtgevers meer doordrongen te raken van het belang van goede ventilatie. “Toch hangen ze in nieuwbouwprojecten uiteindelijk vaak weer eenvoudig te installeren ventilatiesystemen op, zonder aan de kwaliteit van de lucht te denken. Men kiest voor de goedkoopste oplossingen,” vertelt Wijma. Onderhoud

Installateur als adviseur

‘Van (aard)gas los’ wordt niet meer als doel gezien maar als een middel. Zo ontstaat er ruimte voor meer oplossingen, van hybride warmtepomp voor bestaande bouw tot diverse varianten van de reguliere warmtepomp voor nieuwbouw. In veel gevallen uit dit zich in een lucht/water-warmtepomp gecombineerd met een gasgestookte hr cv-ketel. De taak van de installateur om het juiste totaaladvies te geven. Neem bijvoorbeeld een nieuwbouwsituatie: dankzij goede isolatie verliezen huizen geen warmte maar kan ‘ongezonde’ lucht ook niet op een natuurlijke wijze verdwijnen. Goede ventilatie is essentieel voor een gezond binnenklimaat in woningen. Daarom is het belangrijk om ook een goed ventilatiesysteem met bijbehorende ventilatiedoorvoer te installeren. De combinatie van een Systeem D met een WTW-unit is bijvoorbeeld een energiezuinige oplossing. Maar er zijn ook talloze andere oplossingen te bedenken. Is er eenmaal een ventilatiesysteem gekozen voor een project, dan moet men die afstellen op de gewenste luchthoeveelheden per ruimte. Dit kan zowel centraal in de luchtverdeelkast als via de ventielen in de afzonderlijke ruimten gebeuren. Een aantal fabrikanten heeft daarvoor speciale calculatiesoftware ontwikkeld. Daarnaast geeft bijna elke fabrikant training aan haar klanten. Uiteindelijk is de gebruiker gebaat bij een goed werkende en storingsvrije installatie. Om dit te bereiken is een goede afstemming en samenwerking tussen de installateur en de fabrikanten essentieel. Doordat elke situatie anders is moet de installateur door het goed combineren van de verschillende oplossingen en het op de juiste manier installeren, zorgdragen voor een goed werkende installatie. De fabrikant kan hieraan bijdragen door goed naar de

Digitaal accepteren we allemaal

Data is de heilige graal van de nieuwe economie. Data is king. De technologische voortuitgang brengt ons mensen veel positiefs. Maar er is zeker ook een keerzijde. In het onderwerp Smart Systems of Internet of things komen beide kanten van de data-medaille elkaar scherp tegen. Alles om ons heen wordt smart. Slim. Intelligent. Adaptief. Wereldwijde multinationals als Cisco, Google, Apple snappen het als geen ander. Social companies als Facebook, Twitter en LinkedIn leveren het bewijs. Wie data heeft, heeft de klant. Nou ja, niet alleen het hebben van data: ook het kunnen analyseren en profilen hoort daarbij. En slimme systemen helpen hier een handje aan mee. Nieuwe verdienmodellen ontstaan. Op slimme wijze worden afnemers zelf ‘het product’ in de door henzelf afgenomen dienst. In de data-economie die ontstaat, is het een boeiende vraag: wie is eigenaar van de data? In eerste instantie ben ik geneigd te zeggen dat de ‘producent’ van data de eigenaar is. Toch wordt het anders wanneer je bij het aangaan van een nieuw energiecontract een slimme thermostaat (ter waarde van €299) cadeau krijgt. Voor wat, hoort wat. Toch? In de alsmaar voortsnellende technologische ontwikkelingen lijkt er geen plaats te zijn voor een fundamentele ethische discussie. Goede initiatieven zijn vaak druppels op een gloeiende plaat. Dat Google met NEST op geraffineerde wijze nog dieper in ons leven penetreert is marketing. De quick-wins van een lagere energienota maakt ons blind. Dat onze blauwe vriend de jaarlijkse belastingopgave al voor 90% invult, bestempelen we gemakshalve als klantvriendelijk. En dichterbij: