Auteur: Ruud

Meningen

Dit is wel de periode van de vele meningen. Zeker in deze tijd dat wij klaar zijn met corona maar het virus nog niet klaar is met ons, zoals onze minister van Volksgezondheid in de vele persconferenties steeds zegt. Maar ook rond het klimaat schuurt het. Mensen gaan massaal in Amsterdam en andere plaatsen de straat op voor de klimaatmars. Maar tijdens de klimaattop in Schotland wordt er veel gepraat en zien we de regeringsleiders draaien om de hete brei. En ondertussen polderen politieke partijen in Den Haag om te komen tot een nieuwe regering. Op elk tijdstip vind je wel een praatprogramma waar bekende of minder bekende Nederlanders overal over meepraten. Over corona, het klimaat, over de energietransitie, over een nieuwe regering. Wat is er nodig? Waar gaat het mis? We zijn allemaal deskundig. En iedereen wordt uitgenodigd zijn mening te geven, ook op social media. En dat doen we massaal. En zeker niet altijd met een fijne ondertoon. Bij het zien en horen van dergelijke programma’s maar ook bij het lezen van de vele berichten online, komt bij mij vaak de vraag op: waarom vragen we deze mensen om een mening! Je hebt mensen met kennis; laat deze aan het woord. Ik mis vaak de man of vrouw die met de voeten in de modder staat. Die weet wat er mogelijk is op het gebied van klimaat en energietransitie. De vakman of vakvrouw uit de techniek die het verhaal kan vertellen dat direct toepasbaar is bij de mensen

Toekomstbestendig

Door de klimaatverandering neemt het aantal hete zomers toe. Daardoor groeit de vraag naar koelingsoplossingen. Consumenten blijken massaal airco’s aan te schaffen. Maar volgens onderzoekster Lenneke Kuijer van de TU/E zijn er betere alternatieven. Kuijer onderzocht het gedrag van Nederlandse huishoudens tijdens de hittegolf van 2020. Uit haar onderzoek kwam naar voren dat eindgebruikers bij temperaturen “hoog in de twintig tot 35 graden hun koelsysteem gemiddeld op 20-21 graden instellen.” En dat is funest. Klap Waarom? “Als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten zo groot is, hebben mensen minder snel de neiging om naar buiten te gaan, want hun lichaam krijgt een enorme klap. En wagen ze zich wel buitenshuis, dan zijn ze eerder geneigd de auto te nemen dan de fiets.” Geleidelijk wennen Het temperatuurverschil is dus te groot voor het menselijk lichaam. Volgens de richtlijnen van de NVKL mag er maar maximaal 8 graden verschil zitten tussen de binnen- en buitentemperatuur. “Dan kunnen we namelijk geleidelijk aan wennen aan de warmte. Ons lichaam is namelijk in staat om zich aan te passen aan hoge en lage temperaturen. Maar we moeten het wel de kans geven. Wanneer je zorgt dat je niet constant in de verkoeling zit en ook naar buiten gaat, geef je je lichaam de kans om de interne natuurlijke processen aan te passen.” Run op airco’s Uit cijfers van de NVKL blijkt er echt een enorme run te zijn geweest op airco’s de afgelopen jaren. Waar er in 2016 nog 75.000 airco’s verkocht werden, waren dat

Installeer ook commercie

Toen ik het lokaal binnenliep, was ik aangenaam verrast. Tien deelnemers voor mijn eerste les project management. Zoveel deelnemers had ik de afgelopen 5 jaar nog niet getroffen. En dan ook een dame in deze doorgaans mannen. Dat betekent dat er weer tien mensen zijn die tijd en energie steken in hun ontwikkeling. En een aantal installateurs die hun medewerkers daarvoor de mogelijkheid bieden. Want naast de kosten die werkgevers voldoen, zijn hun medewerkers wekelijks een middag niet beschikbaar voor arbeid. En die medewerkers investeren zelf ook nog tijd door wekelijks een avond in de ‘schoolbanken’ te zitten en thuis of in groepen opdrachten uit te werken. Die lessen project management zijn onderdeel van de MIT-Elektrotechniek opleiding van IW-Nederland. Tijdens die lessen heb ik het vaak over de klant. Dat die de basis vormt voor hun boterham. Het voortbestaan van de onderneming waarvoor ze werken. Dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is dat die klant bij hun bedrijf terecht komt. En dat zij met hun collega’s het visitekaartje zijn van het bedrijf dat ze vertegenwoordigen. Voor mij als marketeer is die relatie tussen project management en de commerciële kant van een bedrijf vanzelfsprekend. Want het eindproduct is meer dan de oplevering van een technische installatie. Het is een compleet pakket dat in termen van een ‘succesvol project’ voldoet aan wat met de klant is overeengekomen over Kwaliteit, Budget en (aflever)Tijd van het project. Dat bleek in voorgaande edities van deze opleiding overigens geen vanzelfsprekendheid voor de deelnemers. Ik ben benieuwd

We doen er toe!

Vroeger was een ketel in een huis heel belangrijk. Wilde je een huis kopen, dan was één van de eerste vragen: “Zit er wel een goede ketel in?” Huizen zijn inmiddels duur geworden, soms zelfs onbetaalbaar. Het aanschafbedrag van een ketel of een warmtepomp valt in het niet bij de prijs van een gemiddelde woning. Echter, de huidige gasprijs maakt alles anders. Of er zuinig of minder zuinig verwarmd wordt scheelt enorm op de energierekening. Wat we er als Nederlandse Verwarmingsindustrie van merken? We doen er ineens weer toe. Er is weer veel belangstelling voor onze producten én ons advies. Iedereen is op zoek naar antwoorden: consumenten, professionals én politici. Vragen gaan niet alleen over de techniek, maar steeds meer over besparing, investering, subsidie en financiering. En nog meer vragen gaan over de toekomst. Is er straks nog gas? En zo ja, wat gaat het kosten? Is groene waterstof een vervanger van het aardgas? Op veel vragen hebben we een sluitend antwoord, op andere vragen kunnen we minder concreet zijn. Maar waar we zeker van zijn is dat we kunnen helpen met advies en producten; om de energierekening acceptabel te houden als energieprijzen de pan uit rijzen. Er zijn oplossingen voorhanden en er is kennis over de werking van de verwarmingsinstallatie, beschikbare subsidies en realistische besparingen. Het productaanbod is breed. Naast de bekende cv-ketel zijn er diverse warmtepomp-combinaties en hybride verwarmingsopties. Er is voor elk vraagstuk een oplossing beschikbaar. We doen er weer toe. En dat is fantastisch! Rick Bruins,

Creatief

We hebben het al vaker gezegd: de zo noodzakelijke energietransitie die gaande is heeft de installatietechniek een prominente plaats opgeleverd in de volle breedte van onze samenleving. Naarstig zoekt en vindt de branche (alternatieve) oplossingen om onze woningen en gebouwen van een duurzaam klimaat te voorzien. In deze eindejaarsuitgave, die traditioneel in het teken staat van interessante installatieprojecten, is die innovatiekracht weer duidelijk terug te vinden in de artikelen. Maar de installatiesector is niet alleen op het gebied van duurzaamheid innovatief. Veiligheid, installateurs- en gebruikersgemak, design, geluidsreductie, storingspreventie…; ook daar worden producten voor ontwikkeld. Vaak gebeurt dit bovendien naar aanleiding van specifieke vragen uit de markt. Lees de korte projectbeschrijvingen elders in deze uitgave maar eens. Kortom, de installatiebranche is een veelzijdig, creatief vakgebied waarin bijzonder veel perspectief zit. Hoe mooi zou het zijn als dit positieve beeld de komende jaren eindelijk de gewenste instroom van gekwalificeerd personeel oplevert. Dan kan al dat mooie werk dat voorhanden is ook daadwerkelijk gerealiseerd worden.

Oververhitting

Door klimaatverandering worden onze zomers warmer en langer. Ook dit jaar was dit het geval. Eind september konden we nog van ongekend warme dagen genieten. Tegelijk worden woningen tegenwoordig luchtdicht gebouwd en van top tot teen geïsoleerd. Dat laatste zorgt ervoor dat de warmte in huis langer blijft hangen. In het voor- en najaar en in de winter is dat prettig, maar tijdens die lange warme zomers hebben we daar last van. De woning wordt veel te warm. Oververhitting is voor steeds meer bewoners een probleem. Comfort en een laag energiegebruik kunnen elkaar dus in de weg staan. Maatregelen nemen om te besparen op energie hebben soms een negatief effect op de comfortbeleving gedurende een bepaalde periode. Daarvoor worden dan weer nieuwe maatregelen genomen (airconditioning), die ervoor zorgen dat het energiegebruik juist toeneemt. Al met al is het noodzaak goed na te gaan wat een thermisch binnenklimaat precies inhoudt. Het gaat immers niet alleen om het halen van een EPC-score. Door een slim ontwerp wordt de koudebehoefte in de zomer beperkt, zonder in te boeten op warmtewinst in de winter.

Energie uit damwanden

Door stalen damwanden te voorzien van collectoren, kunnen havenkades, kanaaloevers, bouwkuipen, dijken en alle andere waterkeringen ons van warmte en koude voorzien. Aardwarmteboringen zijn niet nodig. Bij de jachthaven van Enkhuizen is een testopstelling neergezet. Het eerste gebouw wordt zelfs al verwarmd en gekoeld met energie uit de eigen jachthaven. Het principe van geactiveerde damwanden werd tien jaar geleden bedacht en gepatenteerd door het Duitse SPS Energy. Damwandleverancier Gooimeer zag de potentie. Patrick Stoelhorst, directeur van het bedrijf: “We hebben veel water in stedelijk gebied en de grootste damwanddichtheid ter wereld. Dus als het in Nederland niet werkt; dan werkt het nergens! Twee en een half jaar geleden kwam ik met SPS Energy in contact en besloot ik het hier in Nederland uit te gaan dragen.” Voor de kennis van geothermie en warmtepompen werd Nathan ingeschakeld. Nathan-projectleider Robert Nagelhout hierover: “We zagen een mooie uitdaging in het mee-ontwikkelen van het totaalconcept met de damwanden.” Test én eerste opdracht In de Enkhuizer Compagnieshaven van havendirecteur Jeroen Mulder, vonden de bedrijven een welwillende testlocatie voor het concept. Mulder: “De damwanden waren toe aan en vernieuwing en we zijn hier veel met verduurzaming bezig. In de toekomst wilden we het havengebouw met kantoren, supermarkt, douches, restaurant, watersportwinkel en zeilmakerij gasloos gaan maken, dus het was interessant om daar nu al de eerste stappen voor te zetten.” Door corona gingen die eerste stappen echter wat harder dan gepland. Toen het havenrestaurant haar deuren moest sluiten, werd het renovatieplan naar voren gehaald. Al voordat de

Service met een grote S

Als installatiebedrijf met een eigen serviceafdeling staan we al jaren paraat voor storingen aan cv-ketels en grote lekkages. Uitrukken in de avonduren en weekenden hoort daar ook bij. Ik had echter nooit gedacht dat ik zelf nog eens een beroep zou moeten doen op een serviceorganisatie; in dit geval de ANWB. Een zonnige zondagmorgen, geen wolkje aan de lucht en wij op weg naar vrienden in Duitsland. Opeens een rood lampje dat begint te branden, gevolgd door een oranje lampje ernaast. Er was duidelijk iets mis. Geluk bij een ongeluk: enkele kilometers verder konden we van de weg bij een pompstation. Binnen 10 minuten na mijn belletje stond er al een monteur bij mijn auto. Hij had eerst nog in zijn computer gekeken wat voor type auto ik had en dat bleek een onbekende voor hem. Er rijden er ook maar twee van rond in Nederland, geloof ik. De dynamo had het spontaan begeven. De monteur belde met een bevriende garagehouder en een servicepunt. Ondertussen laadde hij mijn accu op. Multitasken heet dat, geloof ik. Wij konden een half uur later naar het servicestation rijden, waar de dynamo werd gedemonteerd. Een leverancier een half uurtje verderop bleek een dergelijke dynamo te hebben, waarop iemand op stap ging om deze op te halen. Nadat de dynamo er was ingezet, deed de auto weer wat hij moest doen en konden wij onze reis vervolgen. Dus, op zondagochtend om 10 uur de eerste mankementen en om 14.30 uur al weer op pad. Ik

Wateropslag

Volgens de World Weather Attribution en het KNMI is de kans op extreme regenval en overstromingen, zoals deze zomer in Limburg, Duitsland en België, groter geworden. Actuele kennis over hemel- en grijswater is dan ook gewenst, net als nieuwe oplossingen in sanitairtechniek. De laatste jaren is er steeds meer interesse voor het anders omgaan met grijs-, hemel-, en ook drinkwater. Het gaat daarbij ook over het bergen van water binnen de perceelgrenzen. Hemelwater- en grijswatersystemen zijn een deel van de oplossing. Een klein onderzoek van ISSO afgelopen voorjaar liet zien dat professionals op dit gebied verwachten dat het opvangen en lokaal infiltreren van hemelwater de komende jaren zal toenemen. Verder ziet 72% van de deelnemers aan dat onderzoek gebeuren dat opgevangen hemelwater in de nabije toekomst wordt gebruikt voor bijvoorbeeld toiletspoeling. 62% van de respondenten verwacht daarnaast dat de vraag naar grijswatersystemen in de toekomst toeneemt. Verder denkt ruimt driekwart van de geënquêteerden dat de wetgeving op het verplicht lokaal opvangen en infiltreren de komende jaren strenger zal worden. Adviserende functie ISSO vroeg in de enquête ook welke rol de professionals zélf denken te spelen in de omgang met klimaatadaptatie. De helft van de respondenten denkt dat zij vooral een uitvoerende rol spelen, voor de aanleg van systemen. Bijna een derde van de respondenten ziet zichzelf ook in een adviserende functie richting de consument of gebouweigenaar. Welke rol een professional op het gebied van hemelwater- en grijswatersystemen ook voor zichzelf ziet weggelegd, up-to-date kennis over leidingwaterinstallaties, gebouwriolering en ook legionellapreventie

Sekseverschillen

Hij haalde er de landelijke pers mee en dat overkomt een wetenschapper niet dagelijks. Wouter van Marken Lichtenbelt was dan ook betrokken bij een bijzonder onderzoek. Zes jaar later lijken de resultaten enigszins te zijn ingedaald bij de installatiebranche. Maar er is nog een lange weg te gaan. In 2015 publiceerde Nature Climate Change een artikel dat de wereld over ging. De auteurs Boris Kingma en Wouter van Marken Lichtenbelt van de Universiteit Maastricht suggereerden dat de gemiddeld kantoortemperatuur voor een man prettig is, maar voor een vrouw ‘ongerieflijk’. ‘Mannenklimaat’ Wouter van Marken Lichtenbelt is in het dagelijks leven hoogleraar Ecologische Energetica en Gezondheid. “Mannen en vrouwen ervaren de temperatuur op een andere manier”, vertelt hij. “Heel kort door de bocht kan wel gesteld worden dat het binnenklimaat vaak een mannenklimaat is. Met name dan als het om de beleving van kou gaat. Vrouwen hebben het sneller koud dan mannen, omdat ze minder warmte produceren.” Studie uit 2015 In de studie van 2015 was het metabolisme van zestien licht geklede vrouwen onder de loep genomen. Uit de resultaten bleek dat zij liever werken onder een temperatuur van ongeveer 3° C hoger dan mannen. Van Marken Lichtenbelt en Kingma concludeerden destijds dat de normen voor het binnenklimaat moeten worden aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met de metabolische waarden voor vrouwen. Dit levert een beter thermisch comfort én energiebesparing op. Andere factoren Overigens blijken niet alleen sekseverschillen van invloed te zijn op de temperatuurbeleving. Er zijn meer factoren, legt Van Marken Lichtenbelt