Auteur: Ruud

In beweging blijven

Er is inventiviteit nodig om aan de vraag naar specifieke gebouwgebonden installaties tegemoet te komen. Van het ‘oppimpen’ en verhogen van het rendement van oude radiatoren tot het op de markt brengen van liggende boilervaten om ruimte te besparen. Tegelijkertijd vraagt deze situatie om een grote mate van nauwkeurigheid. Denk aan maatvoering en Total Cost of Ownership. Ook worden nieuwe skills belangrijker. Zo is het meten van veel indicatoren vereist om precieze prestaties in beeld te krijgen, waarvoor de installateur over steeds meer digitale vaardigheden moet kunnen beschikken. Plaats dit alles tegen een achtergrond van een beperkt reservoir aan arbeidskrachten en het zal duidelijk zijn dat snelle montageoplossingen meer dan welkom zijn. Dan speelt verder nog mee dat de installatiebranche bij de overstap op circulaire materialen en duurzaam hergebruik van systemen nog mijlenver achter loopt op aanpalende sectoren in de bouwkolom. Kortom, de ontwikkelingen gaan hard in installatieland en dat heeft al heel wat noviteiten opgeleverd. Maar het zal tevens duidelijk zijn dat tevreden achterom kijken geen optie is. In beweging blijven dus.

Verduurzaming met hybride en groen gas

Wanneer een hybride installatie wordt gecombineerd met groen gas wordt er een flinke stap gezet met de verduurzaming van woningen. PBL gaf eerder aan dat de verduurzaming met hybride en groen gas de meest voordelige route naar een klimaatneutrale gebouwde omgeving is. Ook de eerder gepubliceerde scenariostudie ‘Vier trajecten naar een klimaatneutrale gebouwde omgeving’ toont aan dat een verduurzaming met groen gas en waterstof verreweg het goedkoopste is. Ruim de helft goedkoper dan de andere verduurzamingsroutes. Bovendien wordt de hoogste CO2-reductie gerealiseerd. Tegelijkertijd zien we dat groen gas in de gebouwde omgeving onder druk staat. En dat terwijl de beschikbaarheid een tijdelijk probleem is. Het blijkt dat er in 2030 maar liefst 5,1 miljard m3 groen gas geproduceerd kan worden. En door in te zetten op vergisting- en vergassingstechnieken, is het wel degelijk haalbaar om in 2050 voldoende groen gas te produceren om de volledige gebouwde omgeving mee te verduurzamen. Een enorme kans. Helaas wordt groen gas in de berekeningen voor het energielabel gezien als fossiel aardgas waardoor op papier een woning op groen gas hetzelfde label krijgt als een woning op aardgas. Dat hier verandering in komt is cruciaal voor de toekomst. Meer weten? Kijk dan op verenigingduurzamewarmte.nl/groen-gas Susanne de Ruwe, namens Vereniging voor Duurzame Warmte

Inspelen op veranderingen om veiligheid te waarborgen

Per september 2025 zijn er grote veranderingen op komst in de koude- en klimaatsector. Zo wordt vanuit de Europese Commissie aangestuurd op de uitfasering van F-gassen als koudemiddel in koel- en klimaatinstallaties én het verbieden van apparaten die nu nog dagelijks worden geïnstalleerd, zoals split-airco’s tot 12 kW. Deze apparaten mogen per 2029 alleen nog worden geïnstalleerd als ze zijn gevuld met een koudemiddel met een aardopwarmingsvermogen van 150 of minder. Als alternatief zullen de meeste fabrikanten oplossingen op de markt brengen, zoals indirecte systemen en waar mogelijk met propaan gevulde systemen. Dit betekent voor de installatiesector dat onze monteurs en servicetechnici zich moeten opleiden en certificeren voor het werken met alternatieve koudemiddelen. Daarnaast zullen onze installatiematerialen drastisch mee moeten in deze veranderingen. Zo zijn er (vonkvrije) vacuümpompen en metersets nodig, geschikt voor alternatieve koudemiddelen. Tevens moeten onze Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) worden uitgebreid met bijvoorbeeld detectoren voor genoemde middelen. Een andere consequentie is dat we niet meer ongelimiteerd cilinders met koudemiddelen in onze service-auto’s kunnen vervoeren. Ook dit vraagt aanpassingen in onze werkzaamheden en dagplanningen om de veiligheid voor onze mensen, maar ook voor onze klanten te waarborgen. We staan voor een periode van grote veranderingen in onze sector. Dit biedt kansen, maar ook zorgen over veiligheid en toenemende lasten voor onze bedrijven. NVKL zal er alles aan doen om de veiligheid te waarborgen tegen de laagst mogelijke lasten voor bedrijven, waarbij de kwaliteit nog steeds een speerpunt is. Ook zullen wij de sector in overleg met onze partnerbranches blijven

Warmtepompen

We staan voor een gigantische opgave, als we de duurzaamheidsdoelen van 2030 willen behalen. Maar het vereist steeds meer creativiteit om in de bestaande bouw warmtepompen in te passen. Niet alleen vanwege het gebrek aan monteurs, maar ook door het ruimtebeslag. Hoe gaan fabrikanten daarmee om? Zomaar een greep uit de oplossingen die we onder andere tijdens de Bouwbeurs voorbij zagen komen. De markt is driftig op zoek naar ruimtebesparende warmtepompen, merkt Alex Bout. Fabrikanten spelen daaropin met verschillende oplossingen, vertelt de Productmanager van NIBE. Te denken valt aan All-in-One systemen, warmtepompen zonder buitenunits, liggende boilervaten en installaties met een modulaire opbouw. All-in-One NIBE liet zelf tijdens de Bouwbeurs de nieuwe NIBE S735C zien. De NIBE S735C is een modulerende ventilatielucht/water combi warmtepomp die ventilatielucht als bron gebruikt, eventueel aangevuld met buitenlucht. Een buitenunit of grondboring is hierdoor niet nodig. De zeer compleet uitgevoerde alles-in-één unit levert ventilatie (inclusief warmteterugwinning), ruimteverwarming, koeling én warmtapwater en biedt een efficiënte en duurzame totaaloplossing. Het toestel beschikt over een geïntegreerde 180 l boiler. Ruimtebesparend Dankzij het zeer brede cv-temperatuurbereik (30 – 70 °C) is het toestel bovendien toepasbaar in combinatie met zowel vloerverwarming als conventionele radiatoren. Dit maakt de NIBE S735C zeer geschikt voor All-Electric installaties in nieuwbouw én bestaande bouw. Doordat alle componenten vanaf de voorzijde van de warmtepomp goed bereikbaar zijn, kan het toestel ruimtebesparend in een nis worden opgesteld. Ook is het toestel te splitsen in twee delen die naast elkaar (bijvoorbeeld op zolder) of zelfs op verschillende verdiepingen kunnen

Peakshaving

Eerder heb ik het gehad over de gemiste kans om bodemwarmtepompen bij nieuwbouwwoningen te subsidiëren om de last op het stroomnet te beperken. Dit soort keuzes speelt steeds vaker een rol in de energietransitie en vallen ook wel onder de noemer peakshaving (piek-vermindering). Peakshaving kan in vele vormen gedaan worden. Eén van de bekendste vormen is een accu voor elektra-opslag die in dalperioden oplaadt en op de piekvraag ontlaat om het net te ontlasten. Ik zoom nu echter in op een warmte buffer in de verwarmingsinstallatie. De verhoogde vraag van elektriciteit zorgt de afgelopen jaren in veel gebouwen voor een toename van elektriciteitspieken. In sommige gevallen leidt dit tot problemen met het verkrijgen van de gewenste elektra-aansluiting. Een keuze die overwogen kan worden is het verkleinen van de elektravraag door een lager vermogen in opwekking te plaatsen. Met alleen een kleinere opwekking zal het echter te koud worden. Om het verschil in vermogen op te vangen kan een buffer geplaatst worden, die op het koudste moment de benodigde warmte zal leveren. Hierbij moet dan wel gelet worden op de regeltechniek en aansluiting; het buffer dient namelijk parallel aan de opwekking warmte te leveren om aan deze maximale vraag te kunnen voldoen en niet alleen maar te functioneren als vat om het aantal schakelingen te beperken. Daarnaast kan gedacht worden aan een ander energiebuffer in de vorm van faseovergangsmateriaal (PCM). Ook hiermee kan het gewenste buffer ofwel op ruimteniveau ofwel op gebouwniveau gerealiseerd worden en kan mogelijk ruimte worden bespaard. Een

Energiezuinigheid

De komende jaren worden de eisen voor de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen aangescherpt. We kennen nu al een aantal jaren de BENG-eisen. Die worden vanaf 2028 in twee stappen vervangen door een nieuwe eis. Van BENG stappen we over naar ‘ZEB’. Een duidelijke push richting meer all-electric oplossingen. In april 2024 is de herziene versie van de Europese EPBD aangenomen. We zijn toe aan de vierde versie: EPBD-IV dus. In Nederland kennen we de EPBD vooral van de BENG-eisen voor nieuwbouw en van het Energielabel van gebouwen. Maar de EPBD geeft ook richtlijnen voor de toepassing van energiebesparende technieken in gebouwinstallaties, toepassing van gebouwautomatisering bij utiliteitsgebouwen, voor de regelmatige keuring van grote verwarmings- en koelinstallaties en voor de toepassing van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in gebouwen. Ook gaan energieopslag in bijvoorbeeld accu’s een -voorlopig bescheiden- rol spelen en komen er in de toekomst richtlijnen voor ‘Smart Readiness’ waarmee dan gewaardeerd wordt of de gebouwinstallatie kan bijdragen aan een wisselend energie-aanbod. Bijvoorbeeld door tijdelijk deels af te schakelen. Strengere eisen Een belangrijke richtlijn voor installateurs dus. Omdat het een EU-richtlijn is, worden de eisen per lidstaat verwerkt in de regelgeving. In Nederland zullen we zien dat de komende jaren de bouwregelgeving stapsgewijs wordt aangepast. Het meest duidelijk is dat bij de eisen voor de energiezuinigheid van nieuwbouw. De eisen worden strenger; niet alleen door een scherpere eis aan het jaarlijks energiegebruik, maar ook omdat de energie die de fabricage van materialen vraagt, gaat meetellen. Juist de technische installaties leveren daar een

Een gemiste kans tegen een overbelast stroomnet

Warmtepompen worden al jaren gesubsidieerd via de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Dit is een goede regeling om de aankoop van warmtepompen en daarmee de energietransitie te stimuleren. De ISDE is echter alleen van toepassing in het geval van renovatie. Doordat nieuwbouwwoningen standaard niet voorzien worden van een gasaansluiting komen deze niet aanmerking voor de ISDE subsidie. Als er de afgelopen jaren in de nieuwbouw wel een vorm van subsidie was geweest dan had dit kunnen helpen tegen de overbelasting van het stroomnet. In de ISDE voor warmtepompen zit een verschil tussen het subsidiebedrag voor lucht- en bodemwarmtepompen. Hiermee worden bodemenergiesystemen, die duurder zijn dan lucht/water-systemen, iets aantrekkelijker gemaakt. In de nieuwbouwsituatie wordt vaak i.v.m. kosten gekozen voor een lucht/water-warmtepomp. Wat nu als het verschil in subsidiebedrag tussen deze lucht/water- en bodemsystemen ook voor nieuwbouwhuizen als subsidie beschikbaar was geweest? Dan had dit er wellicht voor gezorgd dat er vaker voor een bodemsysteem was gekozen. En hoe helpt dat nu de netcongestie te verminderen? Een lucht/water-warmtepomp zal bij koude buitentemperaturen een stuk minder efficiënt functioneren dan een bodemsysteem. Deze zal bijvoorbeeld met een COP van 2 functioneren tegenover een COP van 3,5 van het bodemsysteem. Hiermee is het gevraagde elektrische vermogen aanzienlijk hoger dan dat van een bodemsysteem. Tevens wordt er in bepaalde gevallen ook nog eens elektrisch bij verwarmd, wat de vraag nog hoger maakt. Als er door middel van een extra stimulans meer bodemsystemen in de afgelopen jaren waren geplaatst, was het netcongestie probleem nu minder groot

Veilig werken

Al ruim 100 jaar goed voor elkaar. Het is een motto van Totaalinstallateur Lomans, gevestigd in zowel Amersfoort als Capelle, dat op verschillende manieren kan worden gelezen, maar het geldt zeker voor het veilig en gezond werken binnen het bedrijf. En wie kan dat beter weten dan Albert Bouwman, coördinator KAM? Alle specialismen onder één dak: elektrotechniek, werktuigbouwkunde, smart buildings en safety & security, gericht op alle soorten gebouwen. De focus ligt op de lange en dus duurzame termijn, en het bedrijf is werkzaam in alle fasen van het installatieproces: van de ontwerptafel tot en met het beheer & onderhoud. Alles is gericht op het ontwikkelen en uitvoeren van duurzame, innovatieve en creatieve oplossingen. Een belangrijke voorwaarde daarbij is veilig werken. Albert Bouwman is daar dagelijks mee bezig. Altijd en voor iedereen Albert Bouwman (64 jaar) heeft een gevarieerde loopbaan achter de rug, op het moment dat hij enkele jaren geleden de overstap maakte naar de techniek. “Soms loopt het zo. Na onder andere een lange periode in de ICT trok de sector me, maar ook het werk. Ik heb altijd veel interesse gehad in veiligheid, en juist daarmee bezig zijn vind ik mooi werk! De jaren voordat het pensioen zich aandient, wil ik het afsluiten met iets dat echt mijn interesse heeft. En dat is me gelukt. Ik ben actief in het hele bedrijf, mag overal meekijken. Veiligheid geldt voor iedereen: op de werkplek, zowel op kantoor als op bouwlocaties, en op onze eigen Academy. En daarover mee mogen

Er valt wat te kiezen

Deze uitgave heeft een gecombineerd thema: Ventilatie en All-electric. Beide onderwerpen staan steeds meer in de belangstelling vanwege de energietransitie. Het thema All-electric spreekt voor zich: alle ballen op de elektriciteit en het gas op de (reserve)bank. Maar vooral in de bestaande bouw lukt gasloos nog niet (helemaal) en zijn hybride-oplossingen een welkom alternatief. Twee derde van de bestaande woningen waar vorig jaar een warmtepomp werd geïnstalleerd, kreeg een hybride versie. In het beste geval was dit een all-electric ready hybride versie, zodat de weg naar volledig all-electric straks eenvoudiger kan worden ingeslagen. De overeenkomst met Ventilatie? Ook hier valt er te kiezen tussen verschillende systemen. En ook hier is een hybride vorm mogelijk: een combinatie van natuurlijke toevoer (roosters) met mechanische afzuiging en lokale WTW-oplossingen. Dus ook hier is vakkennis absoluut een vereiste. Want, zoals gebruikelijk in installatieland, is bijna geen enkele situatie hetzelfde; en al zeker niet in de bestaande bouw.

Alle hens-aan-dek

Binnen de warmtepompenfamilie zijn all-electric en hybrides verschillende bloedgroepen. Hybride warmtepompen mogen zich in Nederland verheugen op warme belangstelling. En terecht… in gasland Nederland is een hybride een voor velen werkbare tussenoplossing van gas-cv-ketels naar… ja waarheen dan? Hybrides zijn écht een Nederlands ding. Ruim 30% overall marktaandeel in woningen in2023. Italië 8%, Frankrijk bijna 1% en dan niks meer, zo rapporteerde het Warmtepomp Trendrapport 2024-25. In 2024 was het overall aandeel zelfs bijna 40%. Elektrificatie als verduurzaming komt in Nederland van ver met een uitstekende gasinfrastructuur en (daardoor) een dun uitgelegd elektriciteitsnet, met risico’s op netcongestie tijdens dagelijkse en/of jaarlijkse piekmomenten. Ex-ministers Jetten en De Jonge verbonden een heus Nationaal Actieplan 2022-2024 aan hybrides. De sectorcapaciteit werd fors vergroot. De warmtepompenbranche deed haar best om haakjes te zetten om hybride, teneinde het een bewuste keuze tussen all-electric en hybride te maken. Opvolgers Hermans en Keijzer hadden er schijnbaar minder mee op, haakjes of niet. De ‘normering bij vervanging van gasketels’ werd van de beleidsagenda gehaald, evenals de in combinatie met warmtepompen aantrekkelijke salderingsregeling van PV-panelen. Klimaatdoelstellingen 2030 staan echter nog en daarvoor moeten toch echt één miljoen al-dan-niet-hybride warmtepompen in bestaande woningen worden geïnstalleerd. Alle hens-aan-dek dus naar gemiddeld ruim 130 duizend nieuwe warmtepompen per jaar! De doorstart van het actieplan richt zich in 2025-’30 op opschaling van álle warmtepompen in residentiële toepassingen, groot en klein en zowel hybride als all-electric. Niks bloedgroepenstrijd… vol aan de bak allemaal! Dr. Frank Agterberg MBA Voorzitter Vereniging Warmtepompen