De laatste tien jaar is er in de sanitaire techniek steeds meer aandacht voor duurzame en hygiënische oplossingen. In dit artikel wordt een aantal voorbeelden van innovatieve hygiënische en duurzame oplossingen besproken. De meeste zijn te bewonderen tijdens de komende VSK-beurs. Legionellapreventie en ook de coronacrisis hebben ertoe bijgedragen dat fabrikanten van sanitaire kranen steeds meer aandacht hebben voor hygiënisch ontwerpen. Je kan daarbij denken aan het beperken van de groei van biofilm en bacteriën, de mogelijkheid om automatisch te spoelen, het thermisch desinfecteren en een bediening zonder aanraken (non touch). Glad In ziekenhuizen en zorginstellingen is het motto “glad van buiten en glad van binnen”. Op ruwe materialen kunnen bacteriën en vuil zich makkelijker verzamelen. Bij de materiaalkeuze wordt steeds meer rekening gehouden met de biofilmvormingspotentie van de materialen die in contact staan met drinkwater. Rubber en zacht PVC zijn wat dat betreft echte boosdoeners. Biofilmvorming en kalkaanslag worden ook voorkomen door de watersnelheid in de kraan zo hoog mogelijk te houden. Je ziet dan ook dat de kranen steeds makkelijker zijn te demonteren om het inwendige schoon te kunnen maken of vervangen. Geen keerkleppen Een andere belangrijke ontwikkeling is de thermostatische douchemengkraan zonder keerkleppen. De traditionele versies hebben altijd een EB-keerklep in beide wateraansluitingen. Vaak functioneren die na verloop van tijd niet meer. Zowel Rada als Delabie leveren deze mengkranen zonder keerkleppen, met glad binnenwerk, een buitenzijde waaraan je je niet kunt verbranden en met de mogelijkheid tot eenvoudige thermische desinfectie door onderhoudspersoneel. Automatisch spoelen Steeds meer tappunten
Auteur: Ruud
Hij komt er dan toch, de jubileumeditie van de VSK. Normaal vindt de beurs plaats in februari en dat zou dit jaar ook het geval zijn, ware het niet dat een nieuwe coronagolf roet in het eten gooide. De beursorganisatie opteerde voor uitstel naar medio mei, in de hoop dat Covid tegen die tijd geen spelbreker meer zou zijn. En dat lijkt nu het geval. Het belooft mede door het verlate tijdstip en het feit dat het de 25ste editie is een speciale beurs te worden. Maar ook al omdat het aantal exposanten niet het niveau van weleer lijkt te halen. Op het moment van schrijven hadden zich zo’n 260 exposanten zich ingeschreven. Het is bovendien maar de vraag of de bezoekers massaal de weg naar de Jaarbeurs zullen weten te vinden. Iets wat de afgelopen edities ook minder was dan ruim een decennia geleden. Hoe dan ook, toch goed dat er weer sprake zal zijn van een ‘fysieke beursgang’. Veel blijkt vandaag de dag digitaal afgehandeld te kunnen worden maar het ouderwetse rondsnuffelen en contacten leggen op een beurs zal niet zomaar een vergeten tijdsbeeld worden. Dus, ergens tussen 17 en 20 mei toch maar naar Utrecht af te reizen. De exposanten staan al te trappelen.
De warmtepompmarkt ontwikkelt zich stormachtig. Met name de vraag naar hybride systemen met een luchtgebonden component neemt snel toe. Hoewel warmtepompen steeds eenvoudiger zijn te installeren en gebruiksvriendelijker worden, zijn er nog slagen te maken. IZ sprak erover met Nefit Bosch in de aanloop naar de VSK. De grote Game Changer kwam uit Den Haag. De regeringspartijen hebben sinds vorig jaar massaal de hybride warmtepomp omarmd. Daarnaast doen ook de regelgeving die gasloze nieuwbouw afdwingt, subsidies en de hogere gasprijzen een duit in het zakje. Dat van alle kanten vooral de overstap op hybride systemen wordt gepropageerd in de bestaande bouw en de installatie van luchtgebonden All-Electric oplossingen in de nieuwbouw, verbaast Nefit Bosch niet. Grondgebonden oplossingen Een andere grote kanshebber, grondgebonden systemen, vereist meer expertise. Nefit Bosch brengt zelf sinds bijna 2 jaar grondgebonden systemen op de mark en merkt dat de drempel hoger ligt dan bij luchtgebonden oplossingen. Zo leent niet iedere locatie zich voor een grondboring, zeker niet bij de bestaande bouw. Daarnaast vereist de aanleg van een grondgebonden warmtepomp een BRL-certificering. Niet iedere installateur beschikt daarover. Vandaar dat Nefit Bosch zelf de installateur de BRL-service aanbiedt Last but not least: het kostenplaatje van een grondgebonden oplossing pakt anders (lees: duurder) uit. Ook dat kan een belemmering vormen. Monoblocks Binnen het scala aan luchtgebonden oplossingen, doen niet alleen de splitsystemen goede zaken, maar ook Monoblock-oplossingen en HT-warmtepompen. Dat is eenvoudig te verklaren, legt Nefit Bosch uit. Ook installateurs zonder F-gassencertificaat kunnen Monoblock-systemen aanleggen. Met name traditionele installateurs
Het continu meten van luchtsnelheden is ingewikkeld. Dat komt door verschillende factoren, zoals temperatuur, druk en turbulente flow. Het kan ook voorkomen dat er simpelweg geen goede plek is om correct te kunnen meten. Een correcte meting is wel enorm belangrijk voor vele toepassingen waarbij een exacte luchthoeveelheid van belang is. Denk bijvoorbeeld aan energiebesparingsinitiatieven of de inblaaslucht in een operatiekamer. Er zijn verschillende manieren om tot een correcte meting te komen. Correct luchtstromen meten is om verschillende redenen belangrijk. Ten eerste werkt een correcte meting vaak als controle. Een luchtbehandelingskast heeft een bepaalde capaciteit, maar wordt deze wel behaald? Als je niet goed meet, kan er ook geen goede sturing plaatsvinden. Denk aan een school of kantoorgebouw waarin voldoende ventilatie belangrijk is. Daar moet voldoende verse toevoerlucht worden aangevoerd en vuile retourlucht worden afgevoerd. Daarbij wordt gelijk het proces gewaarborgd, ook belangrijk, zeker in bijvoorbeeld een operatiekamer of cleanroom. Een juiste meting kan tevens helpen om energie te besparen. Als je weet hoeveel lucht je gebruikt, kan je daarop regelen. Denk aan het aanpassen van de ventilatie op basis van belasting en bezetting. Hoe meet je correct? Bepaal eerst wat het beste punt is om te meten. Bij het plaatsen van een meetsensor moet je rekening houden met een paar vuistregels. De luchtsnelheid in het kanaal is niet overal hetzelfde. In het midden is de snelheid het hoogst en langs de wanden het laagst. De locatie moet daarom op de juiste wijze bepaald worden. Houd rekening met bochten, de
Google op ‘vloerkoeling’ en je hebt al snel 70.000 hits. Dat was enkele jaren geleden wel anders. Met de verduurzaming van onze woningvoorraad en de komst van de TOjuli-eis neemt de belangstelling voor vloerkoeling snel toe. IZ sprak erover met Inventum. Enkele maanden geleden introduceerde Inventum haar nieuwe Modul-AIR Blue ventilatiewarmtepomp. Met dit systeem kan de gebruiker zowel warm tapwater maken met de geïntegreerde 170 l boiler als ventileren, verwarmen én koelen. Hiermee speelt de fabrikant handig in op verschillende trends. Verduurzaming Zo ligt er allereerst een gigantische opgave om de bestaande gebouwenvoorraad te verduurzamen. Volgens het Klimaatakkoord moeten in 2050 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af zijn. Daarnaast is het sinds juli 2018 in Nederland zo dat alle nieuwbouwwoningen niet meer aangesloten zijn op een gasnetwerk, maar gebruik dienen te maken van een andere energiebron. TOjuli eis Die verduurzaming kan als consequentie hebben dat gebouwen te snel opwarmen, vandaar dat met de invoering van de BENG-regels ook de TOjuli eis van kracht is geworden. Met de Modul-AIR Blue scoor je goed in BENG 3 en is de TOjuli ook direct afgedekt, aldus experts van de fabrikant uit Houten. Actieve koeling De warmtepomp van de fabrikant kan namelijk actief koelen. Door vloerkoeling te gebruiken of met een combinatie van vloerkoeling en luchtkoeling via de ClimateControl module. De ClimateControl module combineer je met de Modul-AIR Blue ventilatiewarmtepomp in woningen met balansventilatie (ventilatietype D). Deze module zuigt verse buitenlucht aan, die eerst gefilterd en vervolgens opgewarmd wordt.
We lijken steeds meer af te stevenen op een all electric samenleving, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor bijvoorbeeld zonnepanelen, windmolens, warmtepompen en zonneboilers. Verschillende technologieën zijn inmiddels al zo goed als ingeburgerd. Toch blijven er nog vraagtekens boven de markt hangen, die vooral het stroomgebruik zelf betreffen. Zo is het elektriciteitsnet al regelmatig overbelast. Bovendien is er niet altijd duurzaam opgewekte energie voorhanden, bijvoorbeeld op bewolkte, windloze dagen. En opslag biedt nog geen oplossing omdat de huidige accu’s geen elektriciteit kunnen bufferen voor langere periodes. Ondertussen moet de elektriciteitsrekening wel betaalbaar blijven, wat juist weer problematisch is in tijden van schaarste. All electric zal de gemoederen dus nog wel even bezighouden. Gaat ieder huishouden op termijn over op all electric? Krijgen andere veelbelovende alternatieven nog een significante rol? Welke nieuwe technologieën kunnen we nog verwachten? Een samenleving die grotendeels all electric is lijkt nu de meeste potentie te hebben, maar zo vanzelfsprekend is dit allemaal ook weer niet. We blijven de ontwikkelingen nauwlettend voor u volgen.
De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie-SZW) heeft sinds dit jaar een nieuwe naam: De Nederlandse Arbeidsinspectie. Ron Maters (foto) is projectleider Bouw & Infra bij de Inspectie. Wat is volgens hem het belang van veilig en gezond werken? Wat komt hij samen met zijn collega’s tegen in de branche? Welke stappen kunnen nog gezet worden? En kan ArboTechniek hierbij ondersteunen? De Nederlandse Arbeidsinspectie is de toezichthouder op het terrein veilig en gezond werken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het toezicht is gericht op de naleving van de wet- en regelgeving over arbeidsomstandigheden, de arbeidsmarkt, arbeidsverhoudingen en het sociale zekerheidsstelsel. Een belangrijk instituut dat de techniek scherp houdt. De eerste vraag is simpel en het antwoord vanzelfsprekend. “Wat veilig en gezond werken voor mij betekent?” Venlonaar Ron Maters glimlacht. “Uiteindelijk wil je gewoon zorgeloos genieten met de mensen die je dierbaar zijn. Op de korte en lange termijn. Dáár draait veilig en gezond werken om.” Maters is actief als projectleider Bouw & Infra bij de Nederlandse Arbeidsinspectie en kent de techniek vanuit die rol goed. Hij stuurt een team van inspecteurs aan die regelmatig bij bedrijven op bezoek gaan. Alle vakmensen in de keten De Inspectie kiest een brede benadering bij haar handhaving op de Arbowet. “We kijken naar de gehele keten, van de ontwerpfase tot en met de sloopfase. En natuurlijk alles dat daar tussenin zit. Je zou het niet zeggen, maar zelfs de architect heeft al invloed op veiligheid. Als bijvoorbeeld op de tekentafel al
Vanwege de energietransitie moeten we met zijn allen van het aardgas af. Het kabinet wil tegen 2050 alle zeven miljoen woningen volledig aardgas vrij maken, waarvan 1,5 miljoen tegen 2030. Sinds drie jaar moeten alle nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting worden opgeleverd. Grootse plannen, echter uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat woningeigenaren niet erg enthousiast zijn. Aardgasvrij wonen is namelijk niet alleen een kwestie van willen, maar ook van kúnnen. Hoge kosten, onzekerheid over nieuwe technologieën, politieke veranderingen, een gebrek aan voorlichting én gebrek aan technische capaciteit zorgen voor de nodige twijfel. Het laatste jaar wordt de transitie natuurlijk wel geholpen met de hard oplopende gas- en olieprijzen. Waar in de nieuwbouw wordt gekozen voor de klassieke warmtepomp al of niet met aardwarmte, zijn dit zeer kostbare installaties voor de bestaande bouw. Steeds meer wordt hier gekozen voor de hybride oplossing (gasketel in combinatie met warmtepomp), en ook steeds vaker wordt dit gecombineerd met warmteterugwinning uit de afvoer van de vervuilde ventilatielucht. Bijkomend voordeel van dit proces is dat we steeds meer aandacht krijgen voor het binnenklimaat. Niet alleen qua comfort, lage temperatuurverwarming en vloerverwarming, maar ook wat betreft de gezonde binnenlucht. Nu heeft Binnenklimaat Nederland met een aantal partners het platform gezondbinnen.nl in het leven geroepen. En hoe mooi is het als een hypotheekverstrekker een korting op de hypotheekrente verstrekt als de huiseigenaar het binnenklimaat van zijn woning wil verbeteren. Van gas los (of all electric zoals zovelen het noemen) moet je dus veel breder zien. Het
Vorig jaar kwam Ballast Nedam Development met ‘een eigen Bouwbesluit’. De eisen die daarin waren opgenomen, lagen beduidend hoger dan wat gangbaar is. Nu is het tijd voor de volgende stap, vindt de ontwikkelaar. Het doel: een schaalbare woning in de markt zetten die energiepositief is, een comfortabel en gezond binnenklimaat heeft en gemaakt wordt van biobased materialen. Ze hebben al wel een naam, maar nog geen concept. Slechts de randvoorwaarden waaraan de woning dient te voldoen, staan op papier. Ballast Nedam Development wil samen met de markt een ‘Natuurhuis’ ontwikkelen en heeft daarom een prijsvraag uitgeschreven. Het aantal inzendingen is overweldigend, vertelt Rosa Bos, Projectontwikkelaar bij Ballast Nedam Development. “We zitten nu rond de 70”, vertelt ze op moment van schrijven. Markt Daar zitten conceptaanbieders en consortia tussen en combinaties van architecten met leveranciers, aannemers en adviseurs. Blijkbaar ziet de markt wel brood in het nieuw te ontwikkelen energiepositieve en binnenklimaatvriendelijke huis van biobased materialen. Randvoorwaarden Wat houden die randvoorwaarden nu precies in? “Met energiepositief bedoelen we in feite een nul-op-de-meter woning, die zelf 10% extra energie produceert. Een comfortabel en gezond binnenklimaat hebben we niet verder gespecificeerd in de uitvraag. We zijn vooral benieuwd naar de oplossingen waar de deelnemers mee komen. Uiteraard geldt wel de minimale ondergrens van ons eigen geformuleerde ‘Besluit’. Biobased, betekent dat er zoveel mogelijk gebruik gemaakt gaat worden van hergroeibare, natuurlijke materialen. Dan kan je denken aan hout, vlas, stro, kalk-hennep blokken, maar ook bijvoorbeeld schimmels of paprikastengels zijn tegenwoordig inzetbaar als natuurlijke
Een vriend van me vierde ‘ouderwets’ zijn verjaardag. Ik raakte in gesprek over mijn vak: marketing. “Zo dus jij bent één van die irritante mannetjes, die mij dingen door de strot probeert te drukken die ik niet wil hebben.” Maar is dat zo? Zijn alle marketeers irritant die je iets willen aansmeren dat je niet wilt kopen? Overigens waren er volgens het CBS in 2021 niet heel veel meer mannen (123.000) dan vrouwen (107.000) werkzaam in marketing. Dat is in technische beroepen wel anders. Daar is ruim 83% van de werkzame personen man en er heerst dus ook vaak een ‘mannencultuur’. Hoewel die typering ook te algemeen van aard is. Want wat is dat dan: ‘een mannencultuur’? En mag je dan helemaal niets meer tegenwoordig? Jawel hoor. Alleen is het verstandig om eerst goed na te denken voor je iets zegt, schrijft of doet. Maar dat is niet anders dan ‘vroeger’. Zo is dat ook met marketing. En iemand iets door de ‘strot’ duwen, is geen kenmerk van marketeers, maar van mensen die op slimme – liever noem ik dat sluwe – wijze je hun product of dienst opdringen zonder zichzelf daarbij de vraag te stellen of dit wel gewenst is. Ongewenst of grensoverschrijdend gedrag is niet voorbehouden aan ‘mannetjes’ en alleen gericht op seksueel getinte uitingen of handelingen. Als iets grensoverschrijdend is, betekent dit altijd dat je over een grens gaat. Die van een ander en die van jezelf. En dat geldt ook voor marketingactiviteiten. Marketeers moeten zich inmiddels