Ieder gebouw vraagt om een eigen ventilatie-oplossing. Het is daarom zinloos om verschillende ventilatiemethodes met elkaar te vergelijken en te zoeken naar ‘een beste universele oplossing’, betoogt Marcel Loomans van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is nauw betrokken bij onderzoek naar onder andere de wijze waarop verse lucht in de ruimte wordt gebracht. Waarom ventileren we? Dat doen we om de luchtkwaliteit in een ruimte op orde te houden. In de meeste gevallen is dat omdat we zelf en anderen in die ruimte verblijven en daarmee een bron van verontreiniging zijn. Vaak kan dat nog worden aangevuld met bronnen van verontreiniging die het gevolg zijn van onze activiteiten in die ruimte, bijvoorbeeld koken in woningen, maar ook het plaatsen van meubilair en dergelijke. In sommige gevallen, vaak in een productieomgeving, zijn er nog vele andere soorten bronnen te bedenken. Conditionering Daarnaast wordt met behulp van lucht vaak ook de ruimte geconditioneerd. Dit betekent dat er ook nog een thermisch comfort component aan de ventilatie gehangen kan worden. Tot op de dag van vandaag wordt bij ventileren meestal nog gedacht in termen van het ventilatievoud, ofwel hoe vaak wordt het hele volume van de ruimte met lucht ververst, per uur. Dat kun je dan vertalen in een ventilatiedebiet. Dit veronderstelt dat die ruimte dan uniform wordt gemengd, oftewel op elke plek in de ruimte heeft de ventilatie evenveel effect. In de realiteit zal dat niet het geval zijn en wordt de ene plek in de ruimte beter geventileerd dan de andere.
Auteur: Ruud
Nederland staat voor een gigantische transitieopgave. De komende decennia moeten miljoenen woningen worden verduurzaamd. Wat komt daar allemaal bij kijken? IZ ging terug in de schoolbanken en volgde de cursus ‘BENG-expert bestaande bouw’ om beter inzicht te krijgen in het proces en het beschikbare instrumentarium. In deze editie aflevering I. Opleider BouwProfs biedt sinds vorige jaar de cursus aan. Onder de bezielende leiding van adviseur en praktijkdeskundige Rens ten Hagen maken de participanten onder andere kennis met de verduurzamingscyclus, de BENG-ladder en de belangrijke rol die is weggelegd voor installatietechniek in het opkrikken van het energetische, gezondheids- en comfortniveau van bestaande woningen. Achtergrond Eerst nog even terug naar die BENG-regels, wat behelzen die precies? De BENG verving in 2021 de EPC-norm en komt voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) en het Energieakkoord voor duurzame groei. De BENG-regels gelden voor alle nieuwbouw in de utiliteit en woningbouw. “Wil je echter bestaande gebouwen gaan verduurzamen in gemeentes die daarvoor nieuwbouweisen hanteren, dan gelden de BENG-regels ook”, licht Ten Hagen toe. Stappenplan Evenals de voormalige EPC-norm ligt de focus bij het primaire energiegebruik. De BENG levert als het ware een stappenplan om duurzame gebouwen neer te zetten of bestaande bouw te verduurzamen. Daarvoor zijn de regels van de Trias Energetica leidend. Samenvatting Heel kort door de bocht komt het erop neer dat je, in de woorden van Ten Hagen, “ten eerste de gebouwschil optimaal isoleert om de energievraag aan banden te leggen. Daarna zorg je voor gebouwgebonden installaties die energie
De luchtkwaliteit in industriële omgevingen is door trends als energiezuinig en luchtdicht bouwen helaas achteruitgegaan. “Inzicht in de situatie en flexibele oplossingen zijn essentieel om het effect van slechte binnenlucht aan te pakken”, zegt Daniel Gooijer, directeur van Euromate en lid van Binnenklimaat Nederland. “De nieuwste bouwprincipes laten steeds minder ruimte voor natuurlijke ventilatie”, vertelt Gooijer. “Mechanische ventilatiesystemen worden weliswaar opgeleverd volgens de richtlijnen uit het Bouwbesluit, maar het gebruik van de ruimte is veel bepalender voor de luchtkwaliteit. Arbeidsprocessen zoals next day delivery, retouren en lichte productie zorgen voor extra vervuiling zoals (fijn)stof, dat doeltreffend afgevangen moet worden.” Stoffig Volgens de WHO, het RIVM en vergelijkbare instanties geldt voor fijnstof geen drempelwaarde. Dat komt omdat zelfs de kleinste blootstelling al gezondheidsschade kan opleveren. “Bijvoorbeeld in magazijnen zijn de gevolgen van vervuilde binnenlucht goed te merken. Medewerkers gaan met hoofdpijn of een zere keel naar huis, goederen worden bedekt onder een laag stof en automatische lijnen hebben steeds vaker te maken met storingen. Maar ook buiten het magazijn zijn er gevolgen. Zo kennen we voorbeelden van winkels, waar de kleding met twee personen opgehangen moet worden door de stoffige verpakkingen. En etiketten zijn soms zo stoffig dat gedurende het transportproces barcodesystemen niet meer goed werken.” Gezondheidsklachten Zoals aangegeven kan slechte binnenluchtkwaliteit, mede afhankelijk van de vervuilingsbron, leiden tot serieuze gezondheidsklachten. In kantoren en scholen kunnen bijvoorbeeld hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieverlies ontstaan en ook Sick Building Syndrome klachten liggen op de loer. “Tijdens de coronapandemie is duidelijk geworden dat in slecht
In 2018 brachten adviesbureau Hiensch en fabrikant Barcol-Air een nieuw ventilatieconcept op de markt. Ruim 5 jaar later vertelt Hiensch DGA Kees Koot hoe het CERA-systeem sindsdien is doorontwikkeld. En, geeft hij zijn visie op de huidige ontwikkelingen in de ventilatiebranche. Het was een schot in de roos. Met CERA kon en kan de markt goed inspelen op gestapelde woningbouw. “Sinds 2018 worden er meerdere duizenden woningen per jaar aangesloten op het ventilatiesysteem.” Energiebesparing “We realiseerden ons dat er nog een behoorlijke energiewinst te boeken viel. Anno 2018 ging de helft van onze thermische energie naar de warmtapwater bereiding en de rest was bestemd voor ruimteverwarming. En van dat laatste deel was circa 50 % nodig om te ventileren.” Dat is eigenlijk nog steeds het geval, constateert Koot. Opbouw Bij het CERA-systeem staat de centrale ventilatie unit met wtw op het dak of in de kelder. Via het kanalenstelsel wordt verse lucht toegevoerd en vervuilde lucht afgezogen. Ieder appartement krijgt een eigen slimme regelunit. Deze is leverbaar in twee uitvoeringen; als 1- en als 2-zonesysteem. De unit bevat onder andere de balansregeling en wordt via een CO2- of vochtsensor aangestuurd. De box heeft compacte afmetingen en kan in de bergruimte van appartementen tegen de schacht met ventilatiekanalen worden geplaatst en vervolgens worden aangesloten op de instortkanalen in de woning zelf. Aangezien de regelunit geen ventilator bevat, produceert de box nauwelijks geluid. Ja, een werkende regelklep brengt wat decibellen met zich mee, maar het niveau zit ruim onder de verplichte 30
Vorig jaar opende het nieuwe innovatiecentrum van AAK in Zaandijk. Hier komen nieuwbouw en renovatie samen. Ingebouwd in plantenbakken aan de wand zorgt een combinatie van fan coils en ventilatie-units voor een comfortabel binnenklimaat én een gezonde werkomgeving. AAK, de Zweedse producent van plantaardige oliën en vetten, liet een oud pakhuis renoveren en breidde het pand uit door een glazen kas aan het pakhuis te plaatsen. Een goed moment om het pand flink te verduurzamen. Bloemendal Bouw uit Leusden adviseerde hiervoor de duurzame afgiftesystemen van Jaga Climate Designers. Volop groen Het drie verdiepingen tellende Innovation Center of Excellence in Plant Based Foods, zoals het nieuwe innovatiecentrum is genoemd, staat tegenover het fabrieksterrein van AAK aan de Zaan. Vanaf de straat kijk je via de nieuwe, transparante gevel – vormgegeven als kas – bij het innovatiecentrum naar binnen. Naast de vele glaspartijen en het gebruik van hout, valt het aanwezige groen op. Het nieuwe pand is volledig voorzien van subtropische planten. Dat maakt de ruimtes niet alleen aangenamer, maar verwijst ook naar de plantaardige producten die AAK maakt. Gezonde werkomgeving Bij de renovatie en uitbreiding van het pand stond niet alleen verduurzaming centraal, maar was het creëren van een gezonde en fijne werkomgeving met een comfortabel binnenklimaat een belangrijk uitgangspunt. Dat bleek nog niet zo eenvoudig. In de nieuwbouw komen veel disciplines bij elkaar: het laboratorium is ondergebracht op de begane grond, op de eerste verdieping bevinden zich kantoren en op de bovenste verdieping zijn er proeflokalen en een kookstudio. Hierdoor
Recent onderzoek toont aan dat 26 procent van de ouders zich zorgen maakt over het binnenklimaat op de kinderopvang, basisschool of middelbare school van hun kind. De bezorgdheid van ouders is niet ongegrond. Meer dan een op de vijf ouders (22 procent) meldt klachten bij hun kinderen na een dag op school, variërend van hoofdpijn en vermoeidheid tot droge ogen en allergieën. Daarnaast vreest 22 procent van de ouders dat hun kinderen leerachterstanden oplopen door de verminderde luchtkwaliteit op scholen. Deze cijfers tonen aan dat er dringend behoefte is aan verbeteringen in het binnenklimaat van scholen. Technologie kan hier een cruciale rol spelen. Moderne oplossingen, zoals geavanceerde luchtzuiverings- en ventilatiesystemen, kunnen bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in klaslokalen. De technologische vooruitgang maakt het mogelijk om de luchtkwaliteit real-time te monitoren en aanpassingen te doen om een optimaal binnenklimaat te handhaven. Het lijkt dus logisch om echt werk te maken van dit onderwerp. Eerder deden de Vakkanjers dat al. Scholieren vanaf groep 7 van het primair onderwijs, de brugklas tot en met het vierde jaar van het voortgezet onderwijs gingen in 2023 de uitdaging aan om nieuwe manieren te zoeken om hun eigen school en omgeving zo gezond mogelijk te maken met voldoende frisse lucht. Het was toen en nu helder dat ventilatie als basisinfrastructuur een noodzakelijk fundament is. Investeren in technologische oplossingen voor een gezond binnenklimaat op scholen is dus niet alleen een investering in de toekomst van onze kinderen, maar ook in de toekomst van onze samenleving.
Uit onderzoek onder bedrijven is bekend dat doorgaans 20 % van de klanten voor 80 % van de omzet zorgdragen. En wat de winstmarge betreft is de verhouding nog schever. Kleinere klanten kosten nu eenmaal in verhouding meer tijd en energie. En dat is geld dat ten koste gaat van de bedrijfswinst. Ondanks de vaak wat hogere prijs die kleinere klanten betalen voor producten, diensten of het uurtarief. Het is dan ook goed om voor jezelf na te gaan welke klanten goed bij jouw bedrijf passen en welke niet. Want als je niet uitkijkt, probeer je zowel klanten te bedienen die een heel goede service willen als klanten die juist tegen een heel lage prijs geleverd willen krijgen. En dat botst in de praktijk. Want service verlenen kost nu eenmaal tijd en geld. En nog erger: de klanten die de laagste prijs willen, hebben vaak wat service betreft ook nog veel noten op hun zang. Ik merk in de praktijk dat veel ondernemers/managers er moeite mee hebben om te kiezen. Want de klant is immers koning, betaalt uiteindelijk ‘je’ boterham en ze komen niet zomaar aanwaaien. Toch is het voor ieder bedrijf goed dat het klantenbestand met regelmaat – zeg jaarlijks – eens goed doorgelucht wordt. Want is bijvoorbeeld die klant die twee jaar geleden binnengehaald is, nu wel zo veelbelovend gebleken? Er zitten trouwens ook pareltjes tussen kleinere klanten. En misschien wel wat minder ‘fijne’ klanten tussen de wat grotere of zelfs grote klanten van een bedrijf. Daarom is
Slimme jonge techneuten die supersnel ideeën naar producten willen omzetten. Je vindt ze terug in het Brabantse Duizel. Onder de naam Wefabricate opereren ze hier als zowel engineer, toeleverancier als producent. Eén van die nieuwe producten van het bedrijf is een ‘cradle to cradle’ warmtepomp, werkend met propaan als koudemiddel. De warmtepomp is horizontaal uitgevoerd, zodat hij, geplaatst op een plat dak, nauwelijks opvalt. Tot een aantal jaar geleden zat de Nederlandse sigarenfabrikant Agio in de riante, destijds gloednieuwe behuizing, waar Wefabricate nu gevestigd is. Martijn van de Ven, oprichter en CEO van het bedrijf, twijfelde geen moment toen hij in 2021 de kans kreeg om dit pand in het Brabantse Duizel – winnaar Breeam award 2017 – over te nemen en samen met zo’n vijftig medewerkers te betrekken. Uitgesteld pensioen Inmiddels is het aantal werknemers uitgegroeid tot 180 medewerkers, verdeeld over elf BV’s, die alle onder de Wefabricate paraplu vallen. Een aantal daarvan focust zich op de maakindustrie of, zoals ze het zelf noemen, manufacturing as a service, waarbij wordt geproduceerd in opdracht van andere partijen. Andere BV’s specialiseren zich juist weer in het ontwikkelen en fabriceren van producten. Zo ook Weheat, dat onder andere een hybride/all-electric platdak warmtepomp op de markt brengt. IZ ging hierover in gesprek met Toon van Engelen, die sinds kort als consulent bij deze BV betrokken is. Voor velen in het vakgebied is Van Engelen geen onbekende. Na een lange beroepscarrière bij onder andere NIBE, OSH en Stiebel Eltron, genoot de 69-jarige eigenlijk net
De sector staat voor grote uitdagingen op het gebied van verduurzaming, arbeidsmarkt en digitalisering. Om de continuïteit van bedrijven te waarborgen, moeten we de komende jaren een aantal transities doorlopen. NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, is één van de kennispartners in de branche die hierbij betrokken is. De Europese Unie heeft de ambitie om de CO2-uitstoot in 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van het niveau in 1990. Deze verduurzaming is sinds februari 2022 ook om economische redenen in een stroomversnelling gekomen door de drastische stijging van de energieprijzen vanwege de oorlog in Oekraïne. Energiebesparing Het kabinet heeft ingezet op energiebesparing, waarbij voor de sector de focus ligt op isoleren, het toepassen van energie-efficiënte apparaten en het zoveel mogelijk gebruiken van hernieuwbare energiebronnen. Er zijn daarvoor verschillende Europese en Nationale wetten ingevoerd in het kader van de Europese ‘Green Deal’. In de Nederlandse wetgeving zien we de implementatie van deze wetten onder andere terug in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Brancheverenigingen, zoals NVKL, en de Nederlandse overheid hebben de belangrijke taak om in samenwerking met elkaar de markt te voorzien van de juiste informatie. Van gasketel naar warmtepomp Het kabinet heeft in mei 2023 aangekondigd dat vanaf 2026 de (hybride) warmtepomp de standaard wordt voor het verwarmen van woningen. Huishoudens zullen, behoudens enkele uitzonderingssituaties, bij vervanging van een cv-installatie moeten overstappen op een duurzamer alternatief. Voordat een cv-ketel 1 op 1 vervangen kan worden door een (hybride) warmtepomp, moet eerst gecontroleerd worden of een woning hiervoor geschikt is. Een
Onder andere PVT en waterstof krijgen de nodige aandacht in vak- en reguliere media, maar vooralsnog lijkt vooral de warmtepomp te worden gezien als de interessantste optie om te verduurzamen. Vooral als het gaat om stand-alone oplossingen, lijkt er nauwelijks sprake te zijn van concurrentie in Nederland. Eigenlijk best wel een aparte ontwikkeling. De geschiedenis van de warmtepomp gaat namelijk al meer dan een eeuw terug, maar ondanks verwoede inspanningen – zelfs tot in de jaren negentig aan toe – wist de technologie nooit serieuze voet aan de grond te krijgen. Hoge elektriciteitsprijzen en een prima werkend en ingeburgerd cv-keteltje zetten de warmtepomp decennialang de voet dwars. En kijk nu, we hebben het bijna alleen nog maar over warmtepompen. Hoe vreemd kan het lopen. En we moeten straks (of over een eeuw) vooral niet raar opkijken als er opnieuw sprake is van voortschrijdend inzicht. Wat dat betreft is ook in de installatiebranche niets zo zeker als verandering. Maar goed, nu eerst maar een bezoek brengen aan VSK’24. Kijken of er nog leuke (toekomstige) verrassingen te spotten zijn.